De Deltawerken

De Deltawerken zijn Nederlands grootste verdedigingssysteem tegen hoogwater vanuit zee. Deze waterkeringen bestaan uit 5 stormvloedkeringen, 2 sluizen en 6 dammen.

Klik op een Deltawerk voor meer informatie

Deltawerken: bescherming tegen hoogwater vanuit zee

De Deltawerken bestaan uit 5 stormvloedkeringen, 2 sluizen en 6 dammen

De Deltawerken in Nederland zijn gebouwd om ons land te beschermen tegen hoogwater vanuit de Noordzee. Een groot deel van Nederland ligt immers onder de zeespiegel. Ook vindt het water via de vele grote rivieren door ons land hun weg naar zee. Dit maakt Nederland een typisch deltagebied.

Door het vele water en de lage ligging is Nederland kwetsbaar voor overstromingen. Bescherming tegen hoogwater is daarom van levensbelang voor de veiligheid van miljoenen Nederlanders en onze economie.

Bouw Deltawerken

Rijkswaterstaat bouwde de Deltawerken als antwoord op de watersnoodramp van 1953. Een voor die tijd gedurfd bouwprogramma. Zo was het verkorten van de kustlijn door het afsluiten van een aantal zeearmen (uitlopers van de zee in het land, zoals de Oosterschelde) met vaste dammen en beweegbare stormvloedkeringen nog nooit eerder vertoond. En ook de bouw van zulke grote en complexe keringen was uniek.

Door de afdammingen werd de kustlijn, de directe grens tussen zee en land, aanzienlijk verkort. In plaats van een 700 km grillige kustlijn, ontstond er een min of meer rechte kustlijn van maar 80 km. Hierdoor waren er veel minder waterkeringen nodig die overstroming vanuit zee moesten voorkomen.

Binnen een jaar na de ramp ging in 1954 in Zuid-Holland al de eerste schop de grond in voor de bouw van de stormvloedkering in de Hollandsche IJssel. Dit was mogelijk door het jarenlange werk van Johan van Veen, geestelijk vader van het Deltaplan en ingenieur bij Rijkswaterstaat.

43 jaar en 12 waterverdedigingswerken verder voltooide Rijkswaterstaat in 1997 de laatste grote projecten met de Maeslantkering en de Hartelkering. Een programma dat alleen mogelijk was in nauwe samenwerking met bedrijfsleven en kennisinstituten uit binnen- en buitenland.

Podcast Geestelijk vader van de Deltawerken: Johan van Veen

Nederland bezit een bijna vergeten genie: Johan van Veen. Zijn grote levenswerk was het plan voor de Deltawerken.

Deltawerken: meer dan waterveiligheid alleen

De Deltawerken beschermen Nederland niet alleen tegen hoogwater uit zee, ze dragen ook bij aan een betere waterhuishouding en zoetwatervoorziening. Daarnaast verbeteren ze de bereikbaarheid van Zeeland en zijn er nieuwe natuur- en recreatiegebieden aangelegd. Ook hebben de Deltawerken Nederland internationaal op de kaart gezet als toonaangevend waterbouwer.

Waterhuishouding en zoetwatervoorziening

De waterstromen in Zuidwest-Nederland zijn door de Deltawerken beter beheersbaar. De aangelegde sluizen in de dammen kunnen namelijk water in bepaalde gebieden binnenlaten en overtollig water afvoeren. Zo spuien bijvoorbeeld de Haringvlietsluizen bij te hoge waterstanden het overtollig rivierwater in zee.

Terwijl bij lage rivierstanden de sluizen dichtgaan om het water juist vast te houden en verzilting tegen te gaan. Dit krijg je wanneer een rivier te weinig tegendruk biedt aan zee en het zout water ons land binnendringt.

Met sluizen beïnvloeden we het waterpeil en de verhouding tussen zoet- en zoutwater

Sinds het op een 'kier' zetten van de Haringvlietsluizen wordt er weer enig zoutwater binnengelaten om de migratie van vis naar paaigebieden stroomopwaarts te faciliteren. Dit monitoren we continu, zodat de zoetwatervoorziening niet in gevaar komt. Ook de zoetwatermeren, ontstaan achter de Deltawerken door het afdammen van zeearmen, dragen daaraan bij. Dit is gunstig voor de land- en tuinbouw, de industrie en onze drinkwatervoorziening.

Betere bereikbaarheid Zeeland

Deels door de aanleg van sluizen, maar ook door het afdammen van zeearmen, is de getijdenwerking in de vaarwegen verdwenen. Hierdoor zijn grote delen van Zeeland voor de binnenvaart beter bereikbaar. En met de aanleg van wegen over de nieuwe dammen ook voor het wegverkeer.

Aanleg nieuwe natuur- en recreatiegebieden

De aanleg van de Deltawerken creëerde kansen voor nieuwe natuur- en recreatiegebieden

De Deltawerken hebben uiteraard geleid tot aanpassingen aan de oorspronkelijk natuur. Maar ze hebben ook gezorgd voor de aanleg van nieuwe natuur- en recreatiegebieden zoals bij het Veerse Meer. Dit is ontstaan door de bouw van de Veerse Gatdam en Zandkreekdam. Hierdoor ontstond een aantrekkelijk gebied voor de watersport die het toerisme in dat gebied een enorme impuls gaf. En enkele gebieden die door het wegvallen van het getij droogvielen, hebben een natuurbestemming gekregen.

Nederland als waterbouwkundig land

De Deltawerken hebben Nederland waterbouwkundig wereldwijd op de kaart gezet. Ze zijn in 2013 door de Internationale Federatie van Ingenieursbureaus (FIDIC) uitgeroepen tot 1 van de 5 belangrijkste waterbouwprojecten ter wereld van de afgelopen 100 jaar.

Nog steeds bezoeken internationale delegaties de Deltawerken. Onze waterbouwsector wordt dan ook veel gevraagd voor zijn kennis en expertise ('Bring in the Dutch'); een belangrijk exportproduct van Nederland.

De Deltawerken zijn uitgeroepen tot een van de vijf belangrijkste waterbouwprojecten ter wereld

Schaduwzijde Deltawerken

Door het afsluiten van zeearmen zorgden de nieuwe waterkeringen in de Zuidwestelijke Delta voor een grotere beschikbaarheid van zoetwater. Hier maakten agrariërs, drinkwaterbedrijven en industrie in de loop der jaren steeds meer gebruik van. Tegelijkertijd bleek echter dat de natuur en ook de waterkwaliteit hieronder te lijden hadden. Inmiddels nemen we maatregelen om het ecologische systeem te herstellen zonder de waterveiligheid in gevaar te brengen.

Aandacht voor ecologisch herstel en waterkwaliteit

Door diverse maatregelen helpen we planten en dieren terug te keren

Met het afsluiten van de zeearmen verdween de directe invloed van zee in delen van Zuidwest-Nederland. En hiermee ook het leefgebied van bepaalde planten en dieren. Waar de zeearmen volledig werden afgesloten, konden bijvoorbeeld mosselen, zalm en zeeforel de rivier niet meer bereiken. Zij verdwenen dus hier, met alle gevolgen voor de visserij en schelpdierkwekerijen van dien.

In de jaren 60 protesteerden milieuactivisten en schelpdierkwekerijen tegen een volledige afdamming van de Oosterschelde. We kozen uiteindelijk voor een open beweegbare kering.

Door fel protest in de jaren 60 bleef de Oosterscheldekering open, waardoor het zoutwatermilieu en de biologische rijkdom grotendeels behouden zijn

Tussen de Noordzee en het Haringvliet liggen de Haringvlietsluizen. De haringvlietsluizen vormen een hindernis voor trekvissen zoals de zalm en zeeforel. Zij zwemmen van de zoute Noordzee naar het zoete water stroomopwaarts om daar hun eitjes te leggen. Om vissen makkelijker de rivier op te laten zwemmen, zetten we vanaf dit najaar de sluizen een stukje open. Maar dat gaat niet zomaar. Met te veel zout water in de rivier is het moeilijk om drinkwater te maken. En boeren kunnen hun land er niet mee besproeien. Innamepunten voor zoetwater ten oosten van de lijn Middelharnis en Spui mogen geen last krijgen van het zoute water. Innamepunten voor zoetwater zijn daarom verplaatst. Rijkswaterstaat zet de sluizen alleen open als dat veilig kan en zorgt dat het zout niet bij de innamepunten voor zoetwater komt. Op basis van modellen is er een beeld over hoe het zoute water zich verspreidt in het Haringvliet, maar de werkelijkheid kan anders zijn. Daarom gaan we lerend implementeren. We zetten de sluizen steeds een klein stukje verder open. Hiermee leren we hoe snel het zoute water zich binnen het Haringvliet verplaatst en hoe snel we het zoute water kunnen zoetspoelen. Zo houden we het Haringvliet gezond en veilig en werken we mee om de internationale visstand te bevorderen. Meer weten? Kijk op rijkswaterstaat.nl/kierharingvliet

En in 2017 hebben we in de Grevelingendam een tweezijdige spuiverbinding aangelegd, waardoor de waterkwaliteit in het Grevelingenmeer verbetert. Waterkwaliteit blijft echter een belangrijk aandachtspunt.

Beheer en onderhoud Deltawerken

Om het zuidwesten van Nederland te beschermen tegen overstromingen is goed beheer en onderhoud van de Deltawerken essentieel. Dit geldt in het bijzonder voor de 5 beweegbare stormvloedkeringen. Ze worden maar weinig ingezet, maar moeten wel op het juiste moment en op de juiste manier worden gesloten. In een stormsituatie is het van cruciaal belang dat de kering én het team voorbereid zijn op deze belangrijke waterveiligheidstaak.

We houden regelmatig gedeeltelijke en volledige proefsluitingen. Ook doen we onderzoek naar de toepassing van duurzame materialen. En geven we ruimte aan de markt voor het integreren van nieuwe technieken. Zoals bij de Oosterscheldekering waar vijf getijdenturbines groene stroom opwekken.

Of bij de Grevelingendam, waar bedrijven en kennisinstellingen in het toekomstige Tidal Technology Center Grevelingendam testunits voor energieopwekking kunnen plaatsen.

Wereldwijd werken we samen met andere beheerders van beweegbare keringen in het internationale netwerk I-STORM om de relatief spaarzame kennis en ervaring uit te wisselen.

De Deltawerken bieden kansen op samenwerking met (internationale) partners om nieuwe technieken in te zetten en kennis op te doen

Toekomst Deltawerken

De toekomst van onze Deltawerken is niet in beton gegoten, maar afhankelijk van de waterveiligheidsnormen (vastgelegd in de Waterwet) en flexibel waterbeheer (adaptief deltamanagement). Jarenlang opgebouwde kennis over belasting en sterkte van waterkeringen, faalmechanismen van stormvloedkeringen en de gevolgen van doorbraken speelt hierbij een grote rol.

Met alle verzamelde data kunnen we door de nieuwste mogelijkheden op het gebied van ict en industriële automatisering complexe berekeningen uitvoeren. Zo kunnen we gerichter en flexibeler de juiste beslissingen nemen om ons land te beschermen tegen overstromingen.

Veiligheidsnormen

Veiligheidsnormen voor waterkeringen worden elke 50 jaar opnieuw vastgesteld

Onze primaire waterkeringen (dijken, duinen, dammen en stormvloedkeringen) beschermen ons land tegen de Noordzee, de Waddenzee, de grote rivieren en het IJsselmeer en Markermeer. Deze keringen moeten voldoen aan veiligheidsnormen die vast staan in de Waterwet. De veiligheidsnormen worden eens in de 50 jaar opnieuw vastgesteld. De laatste keer was in 2017. Moest een dijk tot die tijd een bepaalde waterhoogte kunnen keren, inmiddels geldt als norm de kans dat de dijk daadwerkelijk doorbreekt met een overstroming tot gevolg.

De gevolgen van een overstroming (uitgedrukt in verlies van mensenlevens en economische schade) en de kosten voor het versterken van de waterkering bepalen de hoogte van de veiligheidsnormen. Grofweg geldt, hoe groter de gevolgen, hoe hoger de norm.

De veiligheidsnormen zijn ontstaan in nauwe samenwerking met Nederlandse kennisinstituten, universiteiten en de organisaties die binnen het Deltaprogramma werken aan waterveiligheid.

Beoordelen waterveiligheid

Het dagelijkse beheer en onderhoud van de primaire waterkeringen is in handen van Rijkswaterstaat en de waterschappen. Eens per 12 jaar beoordelen we of de keringen nog aan de gestelde veiligheidsnorm voldoen, dus of de overstromingskansen voldoende klein zijn. Is dat niet het geval, dan wordt de waterkering opgenomen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma om vervolgens verhoogd en/of versterkt te worden.

Ook maakt Rijkswaterstaat diverse instrumenten, zoals handleidingen en softwareapplicaties, waarmee beheerders van waterkeringen de overstromingskans kunnen bepalen. Dit instrumentarium is continu in ontwikkeling, zodat de beheerders op elk moment een zo goed mogelijk inschatting kunnen maken. En ontwerpers van primaire waterkeringen kunnen met het instrumentarium bepalen of hun ontwerp aan het eind van de geplande levensduur nog aan de norm voldoet.

Werkwijze: adaptief deltamanagement

De toekomst van de Deltawerken wordt mede bepaald door de werkwijze binnen het Deltaprogramma: adaptief deltamanagement. Dit betekent dat we werken met strategieën en maatregelen, die flexibel kunnen inspelen op nieuwe metingen en inzichten in bijvoorbeeld het klimaat. Het is namelijk moeilijk en meestal niet wenselijk maatregelen voor de komende 50 tot 100 jaar vast te leggen.

Oplossingen groeien met nieuwe inzichten en omstandigheden. We doen wat nodig is en hebben tevens aanvullende maatregelen klaar, mochten die nodig blijken te zijn.

We spelen in op nieuwe inzichten, zoals een snellere zeespiegelstijging, om onze Deltawerken in goede staat te houden

Zo zijn bijvoorbeeld onze stormvloedkeringen in de vorige eeuw ontworpen op basis van een maximale zeespiegelstijging binnen een bepaalde periode. Wordt die zeespiegelstijging eerder bereikt, dan kan de kering minder lang meegaan. Maar er zijn ook maatregelen denkbaar om de levensduur te verlengen.

Deze aanpassings- en vervangingsopties worden de komende jaren uitgewerkt en verschillen per kering. Ze hangen ook af van de 12-jaarlijkse beoordelingen, waarbij de dán beschikbare kennis over bijvoorbeeld klimaatverandering en zeespiegelstijging is verwerkt.

Leren over de Deltawerken

Watersnoodmuseum

In het Watersnoodmuseum leer je alles over de Deltawerken en de strijd tegen het water. Het museum staat in het Zeeuwse Ouwerkerk.

Keringhuis

Pal naast de Maeslantkering bij Hoek van Holland ligt het Keringhuis, het publiekscentrum over bescherming tegen hoogwater in Zuid-Holland.

Nieuws