Interview

Rijkswaterstaat in de winter; ’Het weer is de regisseur’

Gepubliceerd op: 19 november 2020 - Laatste update: 19 november 2020, 13:56

Vroeg donker, een dalende temperatuur en stamppot op het menu. Het is duidelijk, de winter klopt op de deur. Een periode van sneeuw, ijzel en storm. Met gladde wegen in het verschiet.

Gelukkig zit gladheidbestrijding in het DNA van Rijkswaterstaat en zorgen we al decennia lang voor ‘zwarte’ wegen. We spraken met Dave Prins en Jan van Hulst, regionaal adviseurs gladheidbestrijding van Zuid-Nederland.

Gladheidbestrijding in hun regio

Jan van Hulst (63) werkt sinds 1983 bij Rijkswaterstaat en startte 6 jaar later in de gladheidbestrijding. Hij is verantwoordelijk voor regio West-Brabant. Collega Dave Prins (57) is vanaf 1992 in de ‘gladheid’ actief en bewaakt het fort in Limburg. Beide heren organiseren de gladheidbestrijding in hun regio. ‘Kortgezegd houd je het weer in de gaten en stuur je de strooiacties op de weg aan.’

Eigen data én ervaring

De strooiacties kennen we allemaal. De grote vrachtwagens op de weg, volledig uitgerust met een strooier, veel zout en een sneeuwschuiver. Maar wat gaat er eigenlijk aan vooraf? Hoe verloopt dat proces? ‘Je houdt de weersverwachting extra goed in de gaten’, vertelt Dave. ‘We hebben dagelijks contact met het KNMI en we checken daarnaast ons eigen gladheidmeldsysteem. Dat systeem bestaat uit sensoren in het asfalt en weerstations in de berm van rijkswegen. Het geeft ons informatie over de meteorologische en de wegdekcondities. En als er daadwerkelijk gladheid optreedt, krijg je een melding op je telefoon. Vaak wachten we deze niet af en is er al gestrooid. Dat doen we dan op basis van de eigen data én ervaring.’

Uit bed gebeld

Jan vult aan: ‘Het is uiteraard belangrijk dat je juist strooit vóór het glad wordt. We noemen dat een preventieve actie. We checken in de systemen of er nog zout op de weg ligt en wat de wegdektemperaturen zijn. Ook bekijken we of er bijvoorbeeld nog regenbuien komen die het zout kunnen wegspoelen. Bij het besluit te gaan strooien, bellen we met de coördinator van onze aannemer. We geven de specifieke opdracht: tijdstip, locaties en de hoeveelheid gram zout waarmee te strooien. De coördinator belt vervolgens de chauffeurs. Vaak worden zij uit hun bed gebeld.’

Veiligheid weggebruiker

Het werk voor de regionaal adviseurs gladheidbestrijding is daarmee niet klaar. ‘Je maakt de strooiactie aan in het zogenaamde strooimanagementsysteem’, vertelt Jan. ‘Via dit systeem zijn de strooiwagens op de weg ook te volgen. Tevens een controle om te zien dat er niets vergeten wordt. Na een strooiactie draait de chauffeur de strooier leeg in de zoutloods, wordt het materieel schoongemaakt en weer op de plaats gezet. Eventuele schade aan het materieel wordt dan ook gemeld, zodat de reparatie ingepland kan worden.' De adviseur zorgt er verder voor dat de gladheidcoördinatoren voldoende opgeleid zijn. ‘Ook ben je verantwoordelijk voor de contracten en contacten met de aannemers en andere wegbeheerders’, vertelt Dave. ‘Het is ontzettend verantwoordelijk werk. Je staat tenslotte aan de lat voor de veiligheid van de weggebruiker.’

‘Genezend’ strooien

Naast een preventieve strooiactie kent de ‘gladheidswereld’ ook het curatief strooien. Curatief (‘genezend’) strooien gebeurt bij sneeuwval. Dave: ‘Als het sneeuwt, wordt al het materieel ingezet. Terwijl de ‘preventieve’ voertuigen hun routes rijden, worden de ‘curatieve’ voertuigen opgebouwd met strooiers en ploegen (schuivers) voor het sneeuwschuiven. Er zal wel eerst een klein laagje sneeuw moeten liggen, voordat je kunt gaan ploegen'. De curatieve actie gaat net zolang door tot alle wegen ‘zwart’ zijn. ‘De gladheidcoördinator van Rijkswaterstaat bepaalt dit’, zegt Dave. ‘De coördinator bepaalt ook waar er gereden wordt. Er zijn locaties waar de ploegen constant blijven rijden, denk bijvoorbeeld aan de Limburgse heuvels.’

Hollen, vliegen en stilstaan

Alle strooiacties gaan in nauw overleg met de provincies Limburg en Noord-Brabant. Jan: ‘We werken hand in hand samen. We hebben contact met hun gladheidcoördinatoren om strooiacties te bespreken en we trekken er zoveel mogelijk samen op uit, zodat alle provinciale wegen en rijkswegen gestrooid worden’. Jan geniet volop van zijn functie. ‘Wat mij aanspreekt is het hollen, vliegen en stilstaan. Soms hectisch en soms de oase van rust op het steunpunt waar het strooimateriaal staat en het zout opgeslagen ligt. Je weet vaak ‘s morgens niet waar je ‘s middags of ’s nachts mee bezig bent. Lekker operationeel bezig zijn.’

Horrorwinter

Wat de komende winter aan strooiacties gaat brengen, blijft uiteraard gissen. Dave: ‘We beschikken helaas niet over een glazen bol en Moeder Natuur laat zich niet sturen. Het weer is de regisseur’. Maar met zo’n schat aan ervaring is daar natuurlijk wel een voorspelling over te geven. ‘Ik verwacht komend seizoen geen horrorwinter. De voorspellingen van de weerkamer van het KNMI komen uit op een vergelijkbare winter als die van vorig jaar. Maar als het winterse weer zich aandient, dan staan we uiteraard paraat.’