Vispassage Gemaal De Noord

Gemaal De Noord (1958) kreeg eind 2019 een vispassage. Deze vispassage maakt vismigratie naar de 2 afwateringsgebieden van De Noord, Sint Maartensdijk en Stavenisse, mogelijk.

de vispassage bij Gemaal De Noord is een hevelpassage

Gemaal de Noord ligt op Tholen. Dit eiland wordt doorgespoeld met zoet water, dat (indirect) afkomstig is uit het Volkerak-Zoommeer. Dit maakt het polderwater behoorlijk zoet, terwijl het merendeel van het andere polderwater in Zeeland brak tot sterk brak is.

Het zoete water van Tholen heeft een sterke aantrekkingskracht op migrerende vissoorten. Die vissen willen vanuit het zoute water van de Oosterschelde naar zoet water. Hieronder vallen vissoorten als de brakwatergrondel bot, de glasaal (jonge paling) en de driedoornige stekelsbaars.

Gemaal draait vaak

Het gemaal is 1 van de grootste gemalen van het eiland en voert het grootste gedeelte van het water van het eiland af. Het gemaal draait dus vaak. Hierdoor is er ook een constante lokkende werking van het zoete water voor de migrerende vissen (vanuit de Oosterschelde gezien). Daarom is gekozen om juist op deze plek een vispassage te realiseren.

Doordat het gemaal vaak draait is er een constante lokkende werking van het zoete water voor de migrerende vissen

Hoe werkt een hevelpassage?

De vispassage bij gemaal De Noord is een hevelpassage. De hevelpassage bestaat uit 2 buizen die zich in de dijk bevinden. Door 1 buis wordt continu, op een laag tempo, zoet water naar een betonnen bak aan de kant van de Oosterschelde gepompt. 

Dankzij de lokstroom die vanuit de bak naar de voorkant van het gemaal loopt, zwemmen de vissen de bak in. Via de 2e buis, die water levert aan de polder, komt de vis in het polderwater terecht. De hevelbuis is dankzij een vacuüminstallatie altijd gevuld met water.

Vispassage gemaal de Noord Gemaal De Noord kreeg eind 2019 een vispassage die vismigratie naar Sint Maartensdijk en Stavenisse mogelijk maakt. Het gemaal, op het eiland Tholen, voert het grootste gedeelte van het water van het eiland af. Dit biedt een voortdurende lokkende werking van zoet water voor de migrerende vissen vanuit de zoute Oosterschelde. De vispassage bestaat uit 2 buizen die zich in de dijk bevinden. Door 1 buis wordt zoet water naar een betonnen bak aan de kant van de Oosterschelde gepompt. De vissen zwemmen tegen de zoete lokstroom in en komen in de bak terecht. Via de tweede buis, die water overhevelt naar de polder, komt de vis in het polderwater terecht. 15.000 glasalen passeerden in het eerste seizoen deze ‘hevelpassage’. Meer informatie? Kijk op rijkswaterstaat.nl/ruimbaanvoorvis Een productie van Rijkswaterstaat 2020

Veelbelovende resultaten?

De aanleg van de vispassage is een maatregel die wordt uitgevoerd om te kunnen voldoen aan de Kaderrichtlijn Water (KRW). Deze richtlijn schrijft voor dat oppervlaktewater in goede ecologische conditie moet zijn; het water moet diverse soorten vissen bevatten. Het aantal vissen dat door onze passage gaat ligt relatief hoog: rond de 15.000 glasalen in het eerste seizoen dat de passage heeft gedraaid.

Feiten en cijfers

  • hoogteverschil schommelt tussen de 0,5 en 6,5 m;
  • initiatief van waterschap Scheldestromen en Rijkswaterstaat;
  • de passage overbrugt ongeveer 100 m;
  • 15.000 glasalen passeerden in het eerste seizoen de passage.