Vispassage Borgharen

De vistrap bij het Limburgse Borgharen was in 2008 de laatste die openging in de Nederlandse Maas. Vissoorten zoals de zalm en de zeeforel konden toen weer zonder obstakels de rivier opzwemmen naar de Belgische Ardennen. Daar planten ze zich voort.

alle vissoorten, klein en groot, jong en oud maken gebruik van de vistrap

De Maas is al eeuwenlang een belangrijke handelsroute tussen Frankrijk, België en Nederland. Nederland bouwde begin 20e eeuw 7 stuwen en sluizen in de rivier om deze beter bevaarbaar te maken. Ook het Julianakanaal tussen Borgharen en Maasbracht maakte het varen met grotere schepen mogelijk.

Nieuwe vistrappen

De stuw en sluis bij Borgharen, dicht bij de Belgische grens, waren in 1929 klaar. Dit alles was goed nieuws voor de economie. Over water kwam er steenkool uit Zuid-Limburg naar de rest van Nederland. Voor trekvissen als de zalm en de zeeforel was het minder positief.

Zij konden nog maar moeilijk stroomopwaarts zwemmen naar hun paaigebieden in de Ardennen. Vanaf eind vorige eeuw kwam daar verandering in. Rijkswaterstaat gaf de stuwen in de Maas nieuwe vistrappen. Borgharen was in 2008 als laatste aan de beurt.

Hoe werkt de vistrap?

De vistrap bij Borgharen is een soort beekje, dat stroomt langs de stuw in de Maas. In dat beekje liggen V-vormige drempels, met het diepste punt in het midden, waar het water overheen valt. 

Deze drempels zijn een soort traptreden. Ze helpen de vissen om stapje voor stapje verder omhoog te zwemmen, tegen de stroom in. Lagen de drempels er niet? Dan zou het water te snel stromen voor veel vissen om er tegenin te zwemmen. 

Nu kunnen alle vissoorten in de Maas, klein en groot, jong en oud, de vistrap gebruiken. Tussen de drempels kunnen de vissen even uitrusten in de luwte. In de drempels zitten verticale spleten. Daardoor kunnen ook vissen die over de bodem zwemmen drempel voor drempel de vistrap op.

Sommige vissen geven we een zendertje mee om ze te volgen bij het opzwemmen van de Maas

Werkt die vistrap wel?

Nou, zeker! Al meteen na de opening in 2008 kwamen er berichten uit België dat er weer zalm en zeeforel de Belgische Maas opzwommen. Dat was al heel lang niet meer voorgekomen. Verder telden onze zuiderburen duidelijk meer jonge aaltjes in de Belgische Maas. 

We onderzoeken ook zelf de werking van de vistrappen. Bij elke vistrap hingen we direct na aanleg een fuik. Daarmee onderzochten we welke vissen omhoog zwommen via de trap. Bij Borgharen vonden we zo’n 20 verschillende soorten: heel kleine vissen, maar ook grote. De vistrap bleek dus voor veel vissen een uitkomst.

We doen speciaal onderzoek naar de zalm en zeeforel en geven sommige van deze vissen een zendertje mee. Daarmee volgen we hen als ze de Maas opzwemmen. Alle zalmen en zeeforellen die via de Grensmaas Borgharen bereiken, blijken de vistrap te vinden en hierdoor omhoog te zwemmen.

Feiten en cijfers

  • hoogteverschil van 7 m (in zomer);
  • 32 drempels (trappen)
  • lengte: 350 m;
  • breedte: 9 m.