Vispassage Hagestein

Bij het Utrechtse dorpje Hagestein ligt een stuwcomplex in de Lek: stuw Hagestein. Het complex beschikt over een sluis en sinds 2004 over een vistrap. Via de vistrap kunnen trekvissen als de zeeforel en de rivierprik de stuw omzeilen als deze dicht is en het waterpeilverschil overbruggen.

het hoogteverschil bij de vispassage van Hagestein is ongeveer 2,5 m

De stuw bij Hagestein is de meest westelijke van de 3 vergelijkbare stuwen in de Lek en de Rijn; de andere 2 liggen bij Driel en Amerongen. Deze indrukwekkende bouwwerken hebben elk 2 vizierschuiven die omlaag kunnen om het rivierwater tegen te houden. De schuiven heten zo omdat ze doen denken aan het vizier van een ridderhelm.

De stuwen zorgen dat het waterpeil hoog genoeg blijft voor de scheepvaart en dat er meer water door de IJssel stroomt. Zo wordt het IJsselmeer gevoed met water uit de Rijn. Stuw Hagestein is de oudste (1960) van het stel en heeft de status van Rijksmonument. Hoewel de stuwen belangrijk zijn voor ons watermanagement, ligt een gesloten stuw voor trekvissen maar vervelend in de weg. Sinds 2004 is er daarom voor hen de vistrap.

Vispassage stuw Hagestein

Rijkswaterstaat en de waterschappen geven de vissen ruim baan met vispassages, beekherstel, oeverbeheer en visvriendelijke pompen. Stuw Hagestein heeft sinds 2004 een bekkenvistrap waar rivierwater via natuurstenen traptreden naar beneden stroomt.

Vispassage Stuw Hagestein Stuwcomplex Hagestein heeft sinds 2004 een bekkenvistrap waar rivierwater via natuurstenen ‘traptreden’ naar beneden stroomt. De vistrap is ongeveer 200 meter lang met halverwege een haarspeldbocht. Trekvissen nemen de vistrap als de stuw dicht is om zo het hoogteverschil in water te overbruggen. Voor trekvissen die stroomopwaarts willen zwemmen zijn de treden laag genoeg om naar boven te zwemmen of zelfs te springen. Door een sleuf middenin de drempels kunnen kleine en bodemvissen ook de vistrap nemen. Uit evaluaties blijkt dat de vistrap goed werkt. Zo’n 24 vissoorten en 3 soorten kreeftachtigen hebben de vistrap gebruikt. Meer informatie? Kijk op rijkswaterstaat.nl/ruimbaanvoorvis Een productie van Rijkswaterstaat 2020

Hoe werkt dat?

De vispassage bij Hagestein is een bekkenvistrap, waarbij het rivierwater via natuurstenen ‘traptreden’ naar beneden stroomt. De trekvissen die stroomopwaarts willen zwemmen, kunnen over de traptreden heen zwemmen of zelfs springen. In het midden van de drempels zit een sleuf (een ‘verticaal slot’), zodat ook kleine en bodemvissen de vistrap kunnen nemen.

De vistrap is ongeveer 200 m lang, met halverwege een haarspeldbocht. Zo kan er op een klein terrein een lange vistrap liggen, met genoeg ruimte voor de bekkens. De traptreden zijn 12 cm hoog en er moet zo’n 2,5 m peilverschil worden overbrugd. De vistrap heeft ook plekken waar het water rustiger stroomt, zodat de vissen ruimte hebben om uit te rusten.

Onderhoud 2020

In 2020 is de vistrap grondig onderhouden zodat hij weer jaren vooruit kan. De drempelhoogtes zijn opnieuw gemeten en waar nodig bijgesteld, en hier en daar is grond en steen bijgestort om drempels te herstellen. Om het werk uit te voeren, moest de vistrap worden drooggezet. 

Omdat er ook een beverburcht zat, was er wat haast bij. De bevernesten zijn namelijk juist roofdier-proof doordat de ingang onder water zit; die mocht dus niet te lang droogliggen. Gelukkig voor de bevers en migrerende vissen waren de werkzaamheden op tijd afgerond.

Uit evaluaties blijkt dat de vistrap goed werkt

Effect vispassage

Uit evaluaties blijkt dat de vistrap goed werkt. Zo werden er in 2006 24 vissoorten en 3 soorten kreeftachtigen geteld die succesvol de vistrap hadden genomen, op basis van 4 dagen monitoring per week. Daartussen zaten bekende namen als paling, brasem en snoekbaars, maar ook minder bekende als sneep, riviergrondel en giebel. Al deze vissen kunnen sindsdien weer hun weg vinden naar de hoger gelegen paaigronden om zich voort te planten.

Feiten en cijfers

  • Type: bekkenvistrap met ‘verticaal slot’;
  • Hoogteverschil: ongeveer 2,5 m;
  • Aantal treden: 19;
  • Aantal gespotte vissoorten: 24;
  • Aantal gespotte kreeftachtigen: 3.