Zandsuppletie

Bij een zandsuppletie spuiten we extra zand op het strand of op de zeebodem vlak voor de kust. Daarmee zorgen we ervoor dat er voldoende zand ligt om de kustlijn van Nederland op zijn plaats te houden.

Wat is zandsuppletie?

Speciale baggerschepen (sleephopperzuigers) spuiten of storten zand op het strand of op de zeebodem. Daarna kan dit zand aanspoelen op het strand en doorstuiven naar de duinen. Op die manier helpt de natuur mee bij het beschermen van de kust.

Wat doet een sleephopperzuiger?

Bij zandsuppletie maken we gebruik van een sleephopperzuiger. Dit is een speciaal type baggerschip. Het schip zuigt zand op uit de Noordzeebodem, op meer dan 10 km uit de kust. Als een soort enorme stofzuiger, sleept hij met zijn zuigkop over de zeebodem om het zand op te zuigen. Daarna varen we het zand naar de kust.

Op de zeebodem of het strand

Voor onderhoud op de zeebodem zet het schip zijn laadkleppen onder water open, om het zand te lossen (klappen). Als het nodig is om het zand meer te spreiden, sproeien we het zand met het meegekomen water uit over het water (rainbowen). Dat kun je dan goed zien vanaf het strand.

Als het zand op het strand moet komen, brengen we dat met leidingen naar het strand. Daar spreiden we het uit met bulldozers en shovels. Na een paar dagen is het zand weer stevig genoeg om over te lopen en is het ‘gebruiksklaar’.

Wat voor suppleties zijn er?

Er zijn 3 vormen van kustonderhoud:

  • onderhoud op het strand (strandsuppletie)
  • onderhoud aan de zeebodem (vooroeversuppletie)
  • onderhoud aan een geul vlak voor de kust (geulwandsuppletie)

Strandsuppletie

Bij een strandsuppletie spuiten we zand op het strand. Zo maken we het strand hoger en breder. Het baggerschip pompt vlak voor de kust het zand via een lange pijpleiding naar het strand. Bulldozers verdelen dit zand over het strand.

Deze aanpak geeft meer overlast voor bezoekers en is duurder dan het zand aanbrengen op de zeebodem. Dit doen we dus alleen als het nodig is en niet anders kan.

Vooroeversuppletie

Waar mogelijk brengen we het zand aan op de zeebodem, vlak voor het strand. Dit geeft minder overlast voor de omgeving en de werkzaamheden zijn dan minder afhankelijk van rustig weer. Door de stroming en de wind verplaatst het zand zich naar de kust. We brengen het zand aan in de vorm van een zandbank, meestal op een diepte van 5 m NAP. Ze werken beter voor het onderhoud op lange termijn. Maar niet overal is de zeebodem geschikt voor dit type suppletie.

Een baggerschip stort het zand op de zeebodem in de vorm van een zandbank. Door de stroming en de wind beweegt het zand vervolgens langzaam richting de kust, waar het kan aanspoelen op het strand en doorwaaien naar de duinen; onze zeewering.

Geulwandsuppletie

Door stromingen in de zee ontstaan er diepe geulen in de zeebodem. Soms liggen deze geulen dichtbij de kust en verplaatsen ze zich langzaam richting het strand.

Bij een geulwandsuppletie stort een baggerschip onder water zand in de geul, tegen de rand. Door de geul minder diep te maken, zorgen we dat de stroming minder zand kan meenemen. Zo blijft de kust langer op zijn plaats.

Waar komt het zand vandaan?

Het zand voor de suppleties komt van de Noordzeebodem. De zandwingebieden liggen 10 km of meer uit de kust. Bij voorkeur winnen we het zand dichtbij de locatie waar we het gaan aanbrengen, omdat de baggerschepen dan zo min mogelijk transportkilometers hoeven te maken. Dat scheelt in de kosten en is minder belastend voor het milieu.

Om het zand te mogen winnen en aanbrengen, moeten we ook voldoen aan natuur- en milieuwetgeving. Om te zien of zand geschikt is voor een suppletie, kijken we onder andere naar de samenstelling en grootte van de zandkorrels. Voor de omgeving is het beter wanneer de zandkorrels zoveel mogelijk overeenkomen met die op de locatie waar we suppleren.

Waar het kan werken we mee met de natuur, bijvoorbeeld door de duinen te laten aangroeien met doorwaaiend zand. Ook houden we rekening met de planten en dieren die er leven, zowel in de Noordzee, op het strand en in de duinen. De gevolgen van zandwinning en suppleties op de natuur onderzoeken en monitoren we. Ook op de langere termijn.

Kustecologie

Wat betekenen de zandsuppleties voor de vogels, vissen en bodemdieren aan de kust? Voordat we ergens zand winnen of aanbrengen, onderzoeken we welke soorten dieren en planten op een locatie voorkomen. We kijken of we die kunnen ontzien bij ons werk.

Ook doen we onderzoek naar de gevolgen van ons werk op de natuur en hoe we die kunnen beperken. Deze ecologische kennis gebruiken we bij het plannen en uitvoeren van suppleties. Waar kunnen we rekening houden met het groei- of broedseizoen? En waar kunnen we meewerken met de natuur?

Doordat het zand van een zandsuppletie zich met de wind, stroming en golven verspreid langs de kust, blijft er op het strand en in de duinen ruimte voor de natuur en kunnen bijvoorbeeld vogels hier blijven rusten, broeden en voedsel zoeken. Ook is het goed voor de biodiversiteit in de duinen als er weer vers, kalkrijk zand kan doorstuiven de duinen in.

In het onderzoeksprogramma ‘Natuurlijk Veilig heeft Rijkswaterstaat samen met 10 natuurorganisaties onderzoek gedaan naar de gevolgen voor planten en dieren van zandsuppleties.

Wat we zagen is dat de meeste dieren, planten en natuurwaarden van de kustzone op korte termijn herstellen na het aanbrengen van grote hoeveelheden zand op de kust. Over de gevolgen op lange termijn is nog weinig bekend. Wel weten we dat die beperkt blijven als we het juiste zand gebruiken.

Wat is de zandmotor en wat is het verschil met een zandsuppletie?

De zandmotor is een kunstmatige zandbank, die we in 2011 hebben aangelegd in de vorm van een schiereiland, voor het strand bij Ter Heijde. Die is te vergelijken met een hele grote zandsuppletie. De wind en de stroming van de zee nemen het zand van de zandmotor mee en verspreiden het langs de kust. Dit zorgt ervoor dat de kust tussen Hoek van Holland en Scheveningen op natuurlijke manier aangroeit.