Interview

Waar de bouw van een sluis en vooroeververdediging elkaar raken

Gepubliceerd op: 29 juni 2021, 12.31 uur - Laatste update: 15 november 2023, 12.39 uur

Precies op de locatie waar het project Nieuwe Sluis Terneuzen (NST) afgegraven specie wilde storten, zou Rijkswaterstaat de vooroever van de Westerschelde versterken. Dat hoeft geen probleem te zijn, als je het maar van elkaar weet.

In het najaar van 2018 ontdekte de ene partij dat de andere partij zijn geplande werkzaamheden over het hoofd had gezien. Wat nu?

Door met elkaar in gesprek te gaan kwamen beide partijen tijdig naar ieders tevredenheid gelukkig tot een oplossing. Alex de Smet, omgevingsmanager van de vooroeververdediging, en Harm Verbeek, omgevingsmanager van de NST, vertellen er meer over.

Cumulatietoets

'Ik bereidde de werkzaamheden in de Westerschelde voor. Dan ga je ook op zoek naar projecten die raakvlakken met die van jou hebben’, begint De Smet hun verhaal. ‘Hebben die effect op de uitvoering of het resultaat van de werkzaamheden? Voor de *cumulatietoets die we uitvoerden voor de vergunningaanvraag stuitte ik op de werkzaamheden van de Nieuwe Sluis in Terneuzen. En ontdekte dat die ons vergeten was als raakvlakproject.'

*Met de cumulatietoets gaat een project na of er in de nabijheid van het project gelijktijdig andere projecten uitgevoerd worden, om daarmee te bepalen wat de impact op aanwezige natuurwaarden is. Deze verplichting vloeit voort uit de Wet natuurbescherming.

Raakvlak gemist

De vooroeververdediging en de bouw van de Nieuwe Sluis Terneuzen (NST) bevonden zich in 2018 in verschillende fases. Terwijl de 1e zich nog in de vergunningsfase bevond, kon de laatste al bijna de uitvoeringsfase ingaan.

Daarnaast was er sprake van 2 bevoegde gezagen: Provincie Zeeland enerzijds en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit anderzijds. 'Als er meerdere bevoegde gezagen zijn, dan is er niet per se altijd inzicht in elkaars werkzaamheden en planningen. Alertheid in de voorbereidingsfase is daarom van groot belang', geeft De Smet aan.

Samen tot oplossingen komen

Het storten van specie en de werkzaamheden aan de vooroeververdediging gingen echter niet samen, dat was direct duidelijk. Beide partijen zochten dus contact met elkaar.

'Je gaat met elkaar in gesprek om afspraken te maken die voor beide partijen werkbaar zijn', zegt Verbeek. 'Dat hield voor ons allebei in: tot oplossingen komen die geen extra geld of tijd kosten. Dat is ons gelukt. De bereidheid om die gesprekken aan te gaan, moet er wel zijn. Het gaat om samenwerking en goed nabuurschap: je wil problemen voorkomen tijdens de uitvoeringsfase. We zijn er samen uitgekomen.'

De NST paste haar stortvak aan zodat het de werkzaamheden voor de vooroeververdediging niet in de weg zou zitten.

Wederzijds respect

Wat hebben beide omgevingsmanagers hiervan geleerd? 'Ken je omgeving. Het kan niet goed genoeg benadrukt worden', zegt De Smet. 'Het netwerk dat nodig is om een project soepel te laten verlopen is van groot belang. Continuïteit, netwerken en professionele relaties leveren belangrijke bijdragen aan omgevingsmanagement. Onze intensievere samenwerking heeft ook geleid tot wederzijds respect. En je krijgt meer waardering voor het werk van de ander',  onderstreept Verbeek de woorden van zijn collega.

'Goede relaties geef je ook door aan de aannemers. Die brachten onze gemaakte afspraken in de praktijk. De uitvoering verliep daardoor zonder problemen', aldus De Smet.

Meer nieuws Vooroeververdediging Oosterschelde en Westerschelde