Voegovergangen en opleggingen

Voegovergangen vormen de schakel in de wegverharding tussen kunstwerken en aardebaan en tussen afzonderlijke delen van de bovenbouw van de kunstwerken.

Voegovergangen moeten de bewegingen van kunstwerken opnemen ter plaatse van dilatatievoegen en tegelijkertijd de verkeersbelasting op de voegovergang kunnen dragen, de aangrenzende onderdelen van het kunstwerk beschermen tegen gevolgschade van water en daarin opgeloste dooizouten. Tevens dienen ze comfortabel en veilig berijdbaar te zijn en geen geluidhinder te veroorzaken. Rijkswaterstaat streeft als beheerder naar stille, duurzame, veilige, betrouwbare en onderhoudbare oplossingen. Hierdoor worden hoge eisen gesteld aan deze onderdelen.

Opleggingen

Opleggingen vormen de schakel tussen de bovenbouw (het brugdek) en de onderbouw (pijlers/landhoofden) van het kunstwerk. Ze moeten net als voegovergangen de bewegingen van kunstwerken ter plaatse van dilatatievoegen opnemen. Daarnaast dienen ze alle belastingen vanuit de hoofddraagconstructie af te dragen op de onderliggende draagconstructie (steunpunten).

Belang voegovergangen en opleggingen

Voegovergangen en opleggingen zijn per definitie specialistische en risicovolle onderdelen. Het ontwerp en realisatie moet voldoen aan hoge eisen. Onvoorzien falen kan grote gevolgen hebben voor weggebruikers en het functioneren van objecten. Het beheersen van de risico’s is van gemeenschappelijk belang. Het Nederlandse wegennet wordt zeer intensief gebruikt. De beheerders hebben er belang bij dat aanleg en onderhoud zo efficiënt en duurzaam mogelijk wordt uitgevoerd. Dat voorkomt onveilige situaties, verkeershinder en hoge kosten.

Platform Voegovergangen en Opleggingen

Rijkswaterstaat wil kennis van deze onderdelen samen met belanghebbenden binnen de sector opdoen, borgen en delen. Om dit te doen is door Rijkswaterstaat in 2010 het Platform Voegovergangen en Opleggingen (PVO) opgericht. Met ingang van 2018 is dit platform ondergebracht bij de CROW. Opdrachtgevende en opdrachtnemende partijen werken samen aan de kwaliteitsverbetering op het gebied van voegovergangen en opleggingen. Doel is het bevorderen van betrouwbare, duurzame en goed functionerende voegovergangen en opleggingen.

Om dit te bereiken ontwikkelt, borgt en deelt het PVO kennis. Gebruik van deze kennisdocumenten in werkprocessen draagt bij aan het realiseren van de doelstellingen. Het PVO geeft vanuit haar expertise voorlichting, fungeert als initiator en klankbord voor richtlijnen en onderzoek, zorgt voor praktische richtlijnen, aanbevelingen en hulpmiddelen. Op de website van het PVO zijn onder andere kennishandboeken en een meerkeuzematrix te raadplegen.

Kaders

Rijkswaterstaat heeft eigen kaders voor voegovergangen en opleggingen. Voor voegovergangen is de RTD1007-2 'Eisen voor voegovergangen' en RTD1007-3 'Geluideisen voor voegovergangen' van toepassing. Daarnaast is er de RTD1007-4, een richtlijn voor de ontwikkeling van stille duurzame flexibele voegovergangen. Voor opleggingen geldt de RTD1012. Deze geeft in aansluiting op de Europese norm (EN 1337) aanvullende eisen voor het ontwerp en de realisatie van opleggingen. De vigerende kaders zijn te vinden via de contractdocumentenpagina op de website van de Richtlijnen voor ontwerp van kunstwerken (ROK).

Op dit moment is Rijkswaterstaat bezig deze kaders te herzien. Naar verwachting zullen we deze in 2023 publiceren. Voorafgaand daaraan zullen we de “groene versies” van deze nieuwe kaders en handreikingen presenteren aan belanghebbende (markt)partijen via het Platform Voegovergangen en Opleggingen (PVO). Het moment waarop dit plaatsvindt wordt bekend gemaakt via de website van het PVO.