Winter op de weg
Rijkswaterstaat bereidt zich goed voor op de winter. Winterse situaties als vorst, ijzel, sneeuw en mist zijn van invloed op de wegen en het verkeer. Ze kunnen veel overlast veroorzaken voor de weggebruikers.
Strooikaart
Op de strooikaart kunt u live zien waar onze strooiwagens rijden.
We raden weggebruikers aan om bij winterse omstandigheden de weersverwachting en verkeersinformatie goed in de gaten te houden. Gaat u de weg op? Pas dan uw rijstijl aan de situatie aan: verlaag waar nodig uw snelheid, houd voldoende afstand en wissel niet onnodig van rijstrook.
Wat doet Rijkswaterstaat?
We testen het materieel, rijden vooraf de routes van de strooiwagens en er is ruim 250 miljoen kg strooizout op voorraad.
Gladheid
We proberen het ontstaan van gladheid, door de winterse omstandigheden, zoveel mogelijk te voorkomen. Dit doen we voor de veiligheid van de weggebruiker en de doorstroming van het verkeer.
We zetten daarvoor 577 strooiwagens in, die we ook kunnen voorzien van een sneeuwschuiver. Daarnaast staan er 630 sneeuwschuivers klaar. Met dit materieel leggen onze strooiwagens, binnen 2 uur, 10.000 km af. Zo strooien we op alle snelwegen, op- en afritten en verzorgingsplaatsen meegeteld, om gladheid voor te zijn. Dat gebeurt met 1.500 medewerkers. Tijdens perioden met sneeuw zetten we de strooiwagens en sneeuwschuivers steeds in.
Strooien en zout
Het landelijk dekkend Gladheidmeldsysteem waarschuwt automatisch wanneer er kans op gladheid ontstaat. Via die informatie besluiten we of we moeten strooien. Ook de weersverwachting en de hoeveelheid strooizout, dat mogelijk al op de weg ligt, wegen mee in die beslissing.
Bij kans op gladheid strooien we preventief om de snelwegen veilig te houden. Naast vooraf te strooien tegen verwachte gladheid, strooien we ook tijdens sneeuwval. Zout verlaagt het vriespunt met een aantal graden. Hierdoor wordt de weg minder snel glad en ontdooit sneeuw of ijzel. We hebben deze winter ruim 250.000 ton zout in Nederland opgeslagen.
Vorstschade
Als de weersomstandigheden in de winter extremer worden, kan vorstschade ontstaan. Door vorst raken steentjes los van het wegdek. Deze steentjes kunnen schade veroorzaken aan voertuigen. Hoe langer de lage temperatuur door blijft zetten, des te groter de kans op het loslaten van steentjes.
Duurzaamheid
Ook bij de gladheidbestrijding houden we rekening met het milieu.
Elektrische strooiwagen
Op dit moment loopt een proef met een volledig elektrische strooiwagen. Dit sluit aan bij de ambitie van Rijkswaterstaat om ook in de gladheidbestrijding CO2- neutraal te werken. De eerste resultaten van afgelopen winter zijn positief.
Duurzame steunpunten
Een groot deel van de 55 steunpunten voor de opslag van zout zijn afgelopen jaren gerenoveerd en duurzaam gemaakt. De rest volgt. Zo zijn ze onder andere voorzien van zonnepanelen en hierdoor energieneutraal. Daarnaast slaan we regenwater op in een watertank. Dat gebruiken we om pekelwater mee te maken, om zo met nat zout te strooien.
Alleen strooien als het echt moet
Ons strooibeleid heeft als doel om alleen te strooien op de momenten dat het echt nodig is. Onze gladheidcoördinatoren, die het strooibesluit nemen, zijn volledig opgeleid, maken gebruik van een gladheidmeldsysteem en staan in nauw contact met meteorologen van het KNMI.
Het gladheidmeldsysteem is een netwerk van sensoren in het wegdek en weerhutten langs de weg waardoor Rijkswaterstaat op elk moment op de hoogte is van de situatie op de weg. Een meetpunt bestaat uit een aantal sensoren (3800 in totaal in heel Nederland) die de wegdektemperatuur en de hoeveelheid restzout op de weg meten. Het meten van de luchttemperatuur en relatieve luchtvochtigheid gebeurt in de weerhut. Daarmee berekenen we het dauwpunt.
Doordat wij precies weten wat er op de wegen aan de hand is en dat combineren met onze contracten met de aannemers, kunnen wij tot kort voor het moment ‘U’ wachten met strooien. Met het moment van wachten met strooien bedoelen we het moment dat gladheid ontstaat als door condensatie de weg vochtig wordt. Dit in combinatie met een wegdektemperatuur van onder de nul graden. We willen die gladheid voor zijn en strooien dus net daarvoor.
Als we dan toch gaan strooien dan moet de laatste korrel zout binnen 2 uur na het strooibesluit op de weg te liggen. Uiteraard staat veiligheid wel voorop.
Automatisch strooien
Bijna de helft van onze strooiwagens heeft al een automatisch strooisysteem op basis van gps. Hierdoor kunnen we heel precies dat deel van de weg strooien waar dat nodig is. Onnodig zout in de berm strooien is er dus niet bij. De chauffeur kan zijn aandacht helemaal op de weg richten zonder zelf de strooi-instellingen te hoeven wijzigen. Dit verhoogt de veiligheid. Omdat we kunnen meten hoeveel zout er nog op het wegdek ligt, passen we de dosering hierop aan. Zo strooien we geen zoutkorrel te veel.
Nat strooien
Rijkswaterstaat strooit met ‘nat’ zout. Dat betekent dat het zout, vlak voordat de strooier het op de weg aanbrengt, gemengd wordt met pekelwater. Hierdoor brengen we het zout nog preciezer en met een hogere snelheid op de weg aan. Ook blijft het beter op de weg liggen, omdat het minder snel verwaait. Strooien is zo minder vaak nodig.