Resultaten en toekomst aanpak waterkwaliteit

Sinds de jaren zeventig zetten we flink in op het verbeteren van de waterkwaliteit. Dit werpt zijn vruchten af, maar we blijven ook in de toekomst hard werken aan schoon en gezond water.

Zo namen we verschillende maatregelen om te zorgen voor gezond water voor plant, dier en mens. Door nieuwe en strengere wetgeving en meer afvalwaterzuiveringsinstallaties namen schadelijke stoffen, zoals stikstof en fosfaat, flink af.

Verder werden met de Vogel- en Habitatrichtlijn de eerste stappen gezet om kwetsbare vogelsoorten en leefgebieden te beschermen. Uiteindelijk wezen we met Natura 2000-gebieden speciale beschermingszones aan, waarbij ook de Kaderrichtlijn Water vanaf 2000 nog een stevige impuls gaf.

Voortgang waterkwaliteit

Door alle inspanningen op het gebied van waterkwaliteit zien we flinke verbeteringen. Zo is onder meer de snoek, stekelbaars en rivierdonderpad sinds de jaren 90 met 50% toegenomen. Verder doen bijvoorbeeld in het Noordzeegebied dieren zoals de gewone zeehond, de wulp en de rosse grutto het erg goed.

Waterkwaliteit in de toekomst

Ondanks alle positieve resultaten, zijn we er nog niet. Klimaatverandering zorgt voor langere, droge periodes. Dit zet het aanbod van water en de kwaliteit ervan onder druk. Concentraties van stoffen die niet of langzaam afbreken kunnen in droge perioden oplopen. Drinkwaterbedrijven en waterschappen die soms rijkswater in de polder laten, kunnen hier nadeel van ondervinden.

Ook is er dan onvoldoende rivierwater om te voorkomen dat zout water uit zee ons land via de rivieren binnenstroomt. Dit is slecht voor de natuur, maar ook voor de landbouw en de drinkwatervoorziening. Daarom blijven we volop investeren in de kwaliteit van het Nederlandse water.

Samen innovatief en duurzaam te werk

Om ons op de toekomst voor te bereiden, gaan we innovatief en duurzaam te werk. We kunnen dit uiteraard niet alleen. Dit doen we samen met provincies, waterschappen, drinkwaterbedrijven, natuurorganisaties en kennisinstituten. Dat geldt zowel voor het beheer van de gebieden als de maatregelen die worden genomen.

We bedenken voortdurend nieuwe technieken, waarbij we met de natuur samenwerken (natuurinclusief ontwerpen). De Marker Wadden en de versterking van de Houtribdijk met zanderige oevers zijn hier voorbeelden van.

De aanleg van de Marker Wadden in het Markermeer zorgt voor een geleidelijke overgang van diep naar ondiep water en van helder naar troebel water. Dit verbetert de waterkwaliteit en er ontstaat zo een aantrekkelijk leefgebied voor vogels, vissen, planten, schaal- en schelpdieren.

Trintelzand bestaat uit verschillende ecologische zones: moeras, ondiep water, diep water en zandplaten. Elke zone heeft zijn eigen karakteristieken. De zone met diep water draagt bij aan schuil- en opgroeigebied voor vissen. Het ondiepe water is goed voor waterplanten zoals kranswieren, maar ook vissen en macrofauna profiteren hiervan. Planten zoals riet, lisdodde en watermunt gedijen in het moerasgebied. Op de zandplaten broeden allerlei vogels.