(Beeldtitel: Ruimte voor onze rivieren: ruimte voor waterveiligheid. Voice-over:) RUSTIGE MUZIEK VOICE-OVER: In 1993 en vooral in '95 gaat het bijna mis in ons rivierengebied. Het water in de rivieren staat zo hoog dat de vrees groeit dat de dijken zullen bezwijken. Eind januari 1995 worden uit voorzorg dan ook 250.000 mensen en 1 miljoen dieren geëvacueerd. Het gaat net goed maar in Limburg overstromen de onbedijkte dorpen Borgharen en Itteren. Deze bijna-rampen zorgen voor een omslag in ons waterbeheer. In plaats van onze rivieren in te klemmen tussen steeds hogere dijken geven we ze, waar het kan, meer ruimte om overtollig water veilig af te voeren naar de Noordzee en het IJsselmeer. We bewegen met het water mee, in plaats van er alleen maar tegen te strijden. Zo hebben we dijken verder landinwaarts gelegd. Ook hebben we watergeulen gegraven en uiterwaarden verlaagd die bij hoogwater veilig kunnen vollopen. Allemaal maatregelen met grote impact op de ruimtelijke inrichting van het rivierenlandschap langs de Maas, Waal, Nederrijn, Lek en IJssel. (Een landschap vanuit de lucht.) Maatregelen die ook alleen maar mogelijk zijn geweest dankzij intensieve samenwerking tussen Rijkswaterstaat, waterschappen provincies, gemeenten, marktpartijen en vooral ook de bewoners langs deze rivieren. Met als resultaat een veiliger rivierengebied dat bovendien aantrekkelijk is voor mens en dier. Het geven van ruimte aan onze rivieren heeft veel kennis en ervaring opgeleverd. Kennis en ervaring die ons helpen om Nederland en ook andere delta's in de wereld zo goed mogelijk te beschermen tegen overstromingen. (Wolken versluieren langzaam een luchtbeeld. Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Rijkswaterstaat. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het beeld wordt geel met wit. Beeldtekst: Meer informatie: Kijk op www.rijkswaterstaat.nl. Een productie van Rijkswaterstaat. Copyright 2019.) DE RUSTIGE MUZIEK EBT WEG
Ruimte voor de rivieren
Het Nederlands rivierengebied is kwetsbaar. Bij extreme of langdurige regenval stijgt het water in de rivieren en neemt de kans op overstroming toe. En bij langdurige droogte dalen waterstanden juist en kunnen er watertekorten ontstaan. Om ons goed hierop voor te bereiden, geven we rivieren sinds de jaren 90 meer de ruimte. Zo kunnen we bij hoogwater het water veilig afvoeren. En in droge periodes water beter vasthouden.
Weersextremen
Extreme waterstanden zorgden voor een nieuwe aanpak van hoogwater
De rivieren verdelen het water over de laaggelegen gebieden van Nederland en voeren het deels af naar de Noordzee en het IJsselmeer. De IJssel, Waal, Nederrijn en Lek (Rijntakken) worden gevoed met regen- en smeltwater van de Rijn vanuit de Zwitserse Alpen. De Maas is een regenrivier, die via Frankrijk en België ons land binnenstroomt.
Door klimaatverandering zijn er vaker periodes van meer regen- en smeltwater, waardoor de waterstanden in onze rivieren stijgen. Hierdoor neemt het risico op overstroming toe. Tegelijk zijn er in de zomer ook langere periodes van droogte en een lage waterstand. Hierdoor kunnen watertekorten ontstaan. Landbouw en natuur verdroogt. De bevaarbaarheid van rivieren verslechtert. En de zoetwaterverdeling komt onder druk te staan.
Bodemdaling
De problemen bij laagwater worden nog eens versterkt door daling van de rivierbodem. Door de hoge stroomsnelheid van het water slijten rivieren uit. Hierdoor komen ze dieper in het landschap te liggen, wat bij droogte en laagwater leidt tot een lagere grondwaterstand. Bovendien wordt het water minder goed verdeeld over de Rijntakken. De Waal slijt sneller uit dan het Pannerdensch Kanaal, waardoor er steeds meer water naar de Waal gaat en minder naar de IJssel en het IJsselmeer, onze grootste regenton.
Sinds het hoge water in de jaren 90 geven we rivieren meer de ruimte om Nederland veilig, bereikbaar en leefbaar te houden. Deze aanpak is goed zichtbaar in de (afgeronde) programma’s Ruimte voor de Rivier en Maaswerken en in het nieuwe programma Ruimte voor de Rivier 2.0.
Extreem hoge waterstanden: 1993 en 1995
In 1993 en vooral 1995 zorgden grote hoeveelheden regen- en smeltwater voor zeer hoge waterstanden in de Nederlandse rivieren. Op veel plaatsen waren de dijken niet sterk genoeg, waardoor ze mogelijk zouden bezwijken.
In 1993 stond ongeveer 8% (18.000 ha) van de provincie Limburg onder water en overstroomden onder andere de onbedijkte dorpen Borgharen en Itteren. Zo’n 12.000 mensen moesten worden geëvacueerd. Ook in 1995 werden deze dorpen zwaar getroffen. In het Gelderse rivierengebied werden uit voorzorg 250.000 mensen en 1 miljoen dieren geëvacueerd.
Uit voorzorg werden honderdduizenden mensen geëvacueerd
In de jaren daarna werden de dijken in het rivierengebied versneld versterkt en langs de Maas zijn op bepaalde plekken ook nieuwe dijken aangelegd (Deltaplan Grote Rivieren). Ook moesten de Rijntakken en de Maas grotere hoeveelheden water kunnen afvoeren. Deze aanscherping van het veiligheidsniveau markeerde de nieuwe aanpak van hoogwater in onze rivieren: we geven ze meer de ruimte.
Nieuwe aanpak hoogwater rivieren
Vanwege het extreem hoge water in de jaren 90, werd ‘ruimte voor de rivier’ in 2000 het nieuwe uitgangspunt voor de hoogwaterbeschermingsaanpak in ons rivierengebied. Dit pasten we niet alleen toe in het afgeronde programma Ruimte voor de Rivier en Maaswerken. Maar ook in huidige en nieuwe programma’s, zoals het onlangs gestarte programma Ruimte voor de Rivier 2.0 wordt rivierverruiming onderzocht. Zo kunnen we meer rivierwater bergen en afvoeren en bewegen we mee met de gevolgen van klimaatverandering.
Podcast: het verhaal van Ruimte voor de Rivier
In de jaren ’90 overstroomde eerst de Maas, en later de Maas én de Rijn. En dus werd het tijd voor een nieuwe aanpak: Ruimte voor de Rivier.
Programma Ruimte voor de Rivier (2006-2019)
Sinds 2006 namen Rijk en regio, in nauw overleg met bewoners, op 34 plekken langs de IJssel, Waal, Nederrijn en Lek maatregelen. Zo verbeterden we de veiligheid, ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid voor ongeveer 4 miljoen Nederlanders. De totale kosten van Ruimte voor de Rivier bedroegen € 2,3 miljard. Met de opening van de hoogwatergeul Reevediep (begin 2019) werd het programma Ruimte voor de Rivier officieel afgerond.
Programma Maaswerken
De rivierverruiming uit het programma Maaswerken startte in 2005. Een groot deel van de kosten is en wordt via zand- en grindwinning (private partijen zoals grondeigenaren) bijeengebracht.
In 2015 behaalden we de rivierverruimingsdoelstelling voor het midden en noorden van Limburg (Zandmaas), maar het werk aan de dijken gaat daar nog door.
In 2017 werd de doelstelling voor het zuiden (Grensmaas) behaald. Wel wordt er nog ter hoogte van Maasband een nevengeul aangelegd en loopt de grindwinning in de Grensmaas door tot en met 2027. Totale kosten van de Zandmaas/Grensmaas: voor de private partijen € 1 miljard (geschat) en € 530 miljoen voor de overheid.
Programma Ruimte voor de rivier 2.0
Ook in het Programma Ruimte voor de Rivier 2.0 is er aandacht voor rivierverruiming. In april 2025 ging dit programma van start als uitwerking van het programma Integraal Riviermanagement (IRM).
In het programma Ruimte voor de Rivier 2.0 werken Rijk en regio aan een nieuwe, toekomstbestendige inrichting van het rivierengebied. Als eerste stap wordt in 2026 een besluit genomen over de maatregelen die nodig zijn om nu en voor de toekomst de erosie van de rivierbodem te stoppen en de rivierbodem waar nodig op te hogen. Het programma zet daarna direct de eerste stappen om de uitvoering hiervan voor te bereiden. De gevolgen van erosie zijn nu namelijk al merkbaar, waardoor deze maatregelen niet langer kunnen wachten. Erosie heeft grote gevolgen voor landbouw, natuur en de funderingen van gebouwen. Daarbij maken lage waterstanden scheepvaart lastiger.
Ook wordt in 2026 besloten hoeveel ruimte rivieren binnen- en buitendijks nodig hebben. Ruimte voor de Rivier 2.0 kijkt naar wat er nodig is om in het rivierengebied tot 2100 en verder te beschermen tegen hoogwater en overstromingen. Deze ruimte wordt nu gereserveerd, zodat we er zeker van zijn dat we de maatregelen die we in de toekomst moeten nemen, ook kunnen nemen. Naar verwachting ligt er in 2029 een maatregelenpakket voor rivierverruiming.
Ruimte voor de rivier 2.0
Maatregelen rivierengebied
Elke rivier vraagt om maatwerk. We kennen verschillende manieren om rivieren meer ruimte te geven. Bijvoorbeeld door dijken landinwaarts te verleggen om de rivier breder te maken, maar ook het graven van nevengeulen en verlagen van uiterwaarden vergroot de waterafvoer. Op de pagina Maatregelen rivierengebied staan alle methodes die we binnen Ruimte voor de Rivier en Maaswerken hebben gebruikt en die we nog steeds toepassen, zoals dijkverlegging, ontpoldering en graven van nevengeulen.
Ruimtelijke kwaliteit
Meer ruimte voor rivieren betekent ook een andere inrichting van het rivierengebied. Het levert niet alleen meer waterveiligheid op, maar ook nieuwe natuur- en recreatiegebieden. En daarmee een aantrekkelijke leefomgeving voor mens en dier. Er moet soms ook een prijs worden betaald. Bij ontpoldering of het verleggen van dijken moeten bijvoorbeeld mensen en bedrijven verhuizen om de rivier ruimte te geven.
Samenwerking ruimte voor rivieren
Bij rivierverruiming is intensieve samenwerking met partners essentieel. Denk aan waterschappen, provincies, gemeenten, natuurorganisaties en zand- en grindproducenten (langs de Maas). Rivierverruiming raakt immers diverse belangen en hangt vaak samen met andere ruimtelijke opgaven.
Samen met bewoners bepaalden we locaties en maatregelen voor rivierverruimende maatregelen
De belangrijkste partners zijn de bewoners in een gebied. Binnen de programma’s Ruimte voor de Rivier en Maaswerken speelden zij bijvoorbeeld een rol bij het bepalen van locaties en de keuze uit verschillende rivierverruimende maatregelen. En ook in het lopende programma Ruimte voor de Rivier 2.0 zal er inspraak mogelijk zijn. Alleen samen kunnen we het rivierengebied veiliger maken tegen overstromingen én het economisch, ecologisch en landschappelijk versterken.
Neem zelf een kijkje
Je kunt ook zelf kijken op plekken waar we de rivier meer ruimte hebben gegeven. Zowel bij hoogwater als bij gewone omstandigheden kun je de kwaliteitsverbetering zien.
Biesbosch MuseumEiland
Een mooi voorbeeld van rivierverruiming zie je in en rond het Biesbosch MuseumEiland. Hier startten we in 2009 met de ontpoldering van de Noordwaard. In 5 jaar tijd deelden we een gebied van 4.450 ha (zo’n 6.000 voetbalvelden) opnieuw in. We groeven dijken gedeeltelijk af en maakten zo de afvoer van grote hoeveelheden rivierwater mogelijk.
Op weg naar het museum zie je wat het betekent om land weer terug te geven aan water. Alle huizen en boerderijen staan bijvoorbeeld op terpen (kunstmatige heuvels), zodat ze bij hoogwater droog blijven. In het museum kun je een film van de totstandkoming van de nieuwe Noordwaard bekijken.
Bescherming tegen hoogwater is nooit klaar
Het klimaat verandert voortdurend en Nederland blijft kwetsbaar voor overstromingen. Dit betekent dat we alert moeten blijven en op tijd maatregelen moeten nemen. Zodat we veilig in ons land kunnen blijven wonen, werken en recreëren. Bescherming tegen hoogwater is nooit klaar.
In Nederland werken we in verschillende landelijke programma’s aan de bescherming tegen hoogwater:
Deltaprogramma voor de 21ste eeuw
Doel van het Deltaprogramma is dat de waterveiligheid, de zoetwatervoorziening en de ruimtelijke inrichting in 2050 klimaatbestendig zijn.
Hoogwaterbeschermingsprogramma
Vanuit het Hoogwaterbeschermings-programma (HWBP) werken we met 21 waterschappen samen aan een gigantische dijkversterkingsoperatie.