Nieuwsbericht

Instandhouding infrastructuur vraagt komende jaren forse investeringen

Gepubliceerd op: 16 september 2021, 17.21 uur - Laatste update: 13 december 2023, 11.56 uur

De Nederlandse infrastructuur staat bekend als één van de beste ter wereld. En dat willen we graag zo houden. Maar het behouden van deze positie is niet vanzelfsprekend. Daar hangt een prijskaartje aan.

Het betekent dat we fors moeten investeren in onze bestaande infrastructuur. Er ligt namelijk meer onderhoudswerk dan er budget is. De gebruiker gaat dit merken. Het aantal storingen, spoedreparaties en tussentijds onderhoud zal toenemen.

Instandhoudingsopgave

Sinds medio vorige eeuw is in hoog tempo een groot deel van deze infrastructuur aangelegd. Diezelfde infrastructuur raakt op leeftijd en wordt door de toename van het verkeer in de loop der jaren steeds intensiever gebruikt. Sinds de jaren 60 is er 8 keer meer verkeer en zijn vrachtwagens veel zwaarder beladen. Ook de intensievere scheepvaart zorgt voor slijtage. Het einde van de technische levensduur van een groot aantal bruggen, tunnels, viaducten en sluizen is in zicht. Soms veel sneller dan eerder gedacht. En bij het onderhouden van het areaal stuiten we op problemen die we niet eerder hadden voorzien, zoals bijvoorbeeld Chroom-6. Bovendien kunnen en willen we veel meer op het gebied van klimaat, duurzaamheid en ICT.

Productie groter dan ooit

De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft de afgelopen jaren het belang van instandhouding van de bestaande infrastructuur diverse keren op de agenda gezet. Zo heeft ze in 2018 de aftrap gegeven voor het vervangen en renoveren van bruggen, tunnels en sluizen en heeft de minister een aantal keer geld naar voren gehaald voor onderhoudsprojecten. Daardoor is er meer budget beschikbaar dan wat eerder op de begroting stond en is de afgelopen jaren meer onderhoud aan de netwerken uitgevoerd dan ooit tevoren.

Forse investeringen nodig

Maar ondanks het extra geld is de instandhoudingsopgave de komende jaren groter dan het beschikbare budget. Er ligt simpelweg meer werk dan er budget is. We komen jaarlijks circa 1 miljard tekort op een budgetbehoefte van € 2,3 miljard à €2,6 miljard. Het is aan het nieuwe kabinet om te besluiten over de gewenste kwaliteit van (vaar)wegen en de beschikbare middelen voor aanleg en instandhouding van de infrastructuur.

Omdat de opgave komende jaren groter is dan het beschikbare budget, wordt er in de meerjarige programmering van werkzaamheden continu geprioriteerd. Dit leidt ertoe dat sommige werkzaamheden verschuiven in de planning. Daarbij mag de veiligheid van de (vaar)weggebruiker nooit in het geding komen en proberen we de bereikbaarheid in Nederland zoveel mogelijk te garanderen.

Vaker storingen en spoedreparaties

Doordat niet al het onderhoud kan worden uitgevoerd en veel objecten aan het einde van hun technische levensduur zijn, zullen er storingen optreden en zijn er vaker spoedreparaties en tussentijds onderhoud nodig. Ook zullen vaker maatregelen moeten worden getroffen, zoals snelheidsbeperkingen, aslast- of aflaadbeperkingen. Dat is nu al merkbaar voor gebruikers.

Zo zijn de Thompsonbrug in de N324 en de Vloedstegenbrug in de N18 niet toegankelijk voor vrachtwagens en landbouwvoertuigen. Ook de scheepvaart heeft veel hinder ondervonden van diverse stremmingen van bijvoorbeeld sluis Weurt en recent ook sluis St. Andries. Daarnaast kan voorlopig de Coenbrug (A8) niet worden bediend en is op de Haringvlietbrug (A29) de maximumsnelheid verlaagd naar 50 km/h.

Indien de veiligheid in het geding is, worden direct maatregelen genomen, zoals het uitvoeren van spoedreparaties. In een uiterst geval kan het betekenen dat een brug of (deel van een) sluis tijdelijk dicht moet. Een dergelijke situatie proberen we uiteraard zo veel mogelijk te voorkomen.