Onderzoek naar rivierbodem helpt bij voorspellen riviergedrag
Hoogwater in Limburg, 4 jaar geleden, vormde de aanleiding voor uitgebreid onderzoek naar het gedrag van de (Grens)Maasbodem. Hiervoor sloegen Rijkswaterstaat en Wageningen University & Research (WUR) de handen ineen. Het onderzoek geeft inzichten in wat er op de rivierbodem gebeurt en biedt handvatten om het gedrag van een rivier in de toekomst beter te kunnen voorspellen.
Hoogwater in Limburg
Tijdens het hoogwater van 2021 startte Rijkswaterstaat een bijzondere meetcampagne. Terwijl de boomstammen de rivier afdreven, brachten meetvaartuigen de rivierbodem opnieuw in kaart. Op de Gemeenschappelijke Maas, een grotendeels onbevaarbaar stuk Maas in Limburg, bleken grote kuilen te zijn ontstaan in de rivierbodem.
Die zogeheten erosiekuilen veroorzaakten schade aan pijpleidingen, veerstoepen en rivieroevers. ‘Deze verschijnselen wilden we natuurlijk uitgebreid onderzoeken, zodat we in de toekomst beter weten wat ons te wachten staat,’ aldus Roy Frings (riviermorfoloog bij Rijkswaterstaat).
Onderzoek erosiekuilen
Samen met Hermjan Barneveld (Onderzoeker WUR) en Ralph Schielen (Adviseur waterveiligheid & morfologie) onderzocht Frings de oorzaak van de erosiekuilen. De Maas is op diverse plekken verbreed om de hoogwaterveiligheid te verbeteren. Op deze manier kan de rivier haar overschot aan water kwijt.
Zulke verbredingen waren niet overal mogelijk. Op die plekken zijn in verhouding smallere stukken ontstaan (‘flessenhalzen’) met een forse toename van de stroomsnelheid als gevolg. Hierdoor ontstonden tijdens het hoogwater in 2021 grote onderwaterduinen die over de rivierbodem wandelden.
Op sommige plekken ligt fijn zand onder de grove rivierbodem. De diepste delen van de duinen reikten door de grindlaag heen en spoelden de fijne onderliggende zanden snel weg. Zo ontstonden de diepe uitspoelingen. Barneveld: ‘Naast dat we onderzochten waarom de erosiekuilen juist nu ontstonden, wilden we ook graag weten waar al dat zand naartoe werd gespoeld.’
Uit veldwerk in alle Maasuiterwaarden en een speciale lasertechniek werd duidelijk dat 80% van het zand was afgezet op de Maasuiterwaarden. Dat is binnen 25 km afstand van de laatste erosiekuil bij het veer Berg-Meeswijk.
Toekomst
Het onderzoek laat zien dat het heel belangrijk is om de opbouw van een rivierbodem nauwkeuriger te weten. Daarmee zijn risicolocaties voor erosie in kaart te brengen en valt beter te bepalen welke riviermaatregelen passend zijn en in welke volgorde het veilig is om ze te treffen. Door klimaatverandering neemt de kans op extreem hoogwater toe, waardoor Nederland vaker met erosieproblemen te maken zal krijgen.
Een van de speerpunten van het programma Ruimte voor de Rivier 2.0 is het stoppen van de bodemerosie van Maas en Rijn. ‘Het onderzoek levert daarvoor belangrijke inzichten,’ aldus Schielen. Frings: ‘Zo werkt Rijkswaterstaat aan een veilig en toekomstbestendig riviersysteem.’
Publicatie
Het onderzoek is op 10 juli 2025 gepubliceerd in het gerenommeerde wetenschapsmagazine Nature. Lees het volledige Engelstalige artikel.