Interview

Door archeologische vondsten in Spijk komt de Tachtigjarige Oorlog tot leven

Gepubliceerd op: 28 juni 2021, 09.57 uur

Archeoloog Eric Norde van archeologisch adviesbureau RAAP licht de belangrijkste vindplaats van archeologisch onderzoek in Spijk toe. Het gaat om de restanten van een legerkamp en een zogeheten circumvallatielinie (omsingelingslinie) uit de Tachtigjarige Oorlog.

Van de 4 verschillende vindplaatsen zijn de overblijfselen van de circumvallatielinie het meest bijzonder. Deze linies, die bestonden uit versterkingen en loopgraven of grachten, werden meestal rond steden aangelegd: ‘Groenlo is een heel mooi voorbeeld’. Ze dienden om te voorkomen dat vijandelijke legers versterkingen en voorraden ontvingen. De hier aangetroffen resten maakten deel uit van een circumvallatielinie rondom de Schenkenschans, op tegenwoordig Duits grondgebied.

Enthousiasme over de circumvallatielinie

‘Over die circumvallatielinie zijn we laaiend enthousiast’, vertelt Eric Norde. ‘Dit onderzoek leest als een jongensboek: oog in oog met soldaten uit de Tachtigjarige Oorlog! In die tijd vormde de Schenkenschans, op het kruispunt tussen Rijn en Waal, de toegang tot Gelderland en Holland. De schans is na de bouw in 1586 diverse keren onderwerp van oorlogshandelingen geweest. In 1635 is de Schenkenschans door de Spanjaarden bezet. Frederik Hendrik van Oranje legde daarop een circumvallatielinie aan. Uiteindelijk lukte het om de Schenkenschans weer in te nemen, in april 1636.’

Oog in oog met soldaten

‘Op een historische kaart van Spijk staat: ‘Groot Quartier op ’t Spijck om ter noot te gebruycken daarin 3000 man kan logeren’. Er was dus mogelijk sprake van een groot leger. Dat laatste lijkt inderdaad te kloppen, gezien alle sporen. We komen grote rechthoekige blokken tegen met stookplaatsen en waterputten en talloze oorlogsvondsten. Vele honderden kogels, ter plekke gemaakt van lood uit glas- en loodramen van kerken of landhuizen uit de omgeving, persoonlijke uitrusting, alles wat een leger in die tijd bij zich had. Zo kom je oog in oog met soldaten uit die tijd. Bijna letterlijk, want we vonden ook de resten van een overleden soldaat, een jongen tussen 17 en 22.’

Tastbare historische gebeurtenis

‘Het mooie is dat we al deze vondsten (duizenden) kunnen terugleiden naar 1 gebeurtenis. Dat is heel bijzonder. Archeologen zijn afhankelijk van vondsten voor datering, dat kunnen we niet tot op een jaar nauwkeurig, eerder op 30 jaar. Nu treffen we geen enkele munt aan van na 1635, daarom weten we zeker dat alles verbonden is aan dat ene jaar. Er zijn dagboeken van prins Frederik Hendrik van Oranje maar die draaien om de prins, zijn generaals en hun belegeringen. Met deze bijzondere vondsten krijgen we een beeld van wat het voetvolk deed voor het in actie kwam. We kunnen zo een concrete gebeurtenis uit een belangrijke periode uit onze geschiedenis volledig tastbaar maken.’

Meer nieuws Boven-Rijn: aanleg overnachtingshaven Spijk