Interview

Alles groeit en bloeit langs het Schelde-Rijnkanaal

Gepubliceerd op: 21 juni 2021, 10.43 uur - Laatste update: 8 december 2022, 10.58 uur

In de winter van 2020 en het voorjaar van 2021 plantte Rijkswaterstaat duizenden nieuwe bomen en struiken op de 6 km lange landtong tussen het Schelde-Rijnkanaal en het Spuikanaal in Zeeland. Deze kwamen in de plaats van de populieren die vanwege veiligheid waren gerooid en uitgedund. Nu het project is afgerond en de zomer in volle gang is, laten verschillende planten en bomen al flinke uitlopers zien.

De bomen moesten eind 2019 met spoed gekapt worden vanwege de snel achteruitgaande conditie van de populieren, vertelt Patrick van Iersel, adviseur Duurzame Leefomgeving bij Rijkswaterstaat. ‘Ze vormden een gevaar voor de veiligheid van schippers en fietsers. Dat neemt niet weg dat we snel nieuwe bomen moesten planten, temeer omdat de weggehaalde exemplaren de scheepvaart bescherming boden tegen de wind. Deze nieuwe bomen zijn nu nog redelijk klein, maar zijn binnen een aantal jaren dusdanig gegroeid, dat ze hetzelfde windvangende vermogen hebben als de oude bomen.’

Circulaire economie

Het werd niet zomaar een bomenvervangingsproject, vertelt Stephan Roos, projectleider van Rijkswaterstaat, die Patrick van Iersel met vakkundig advies terzijde stond. ‘Rijkswaterstaat heeft zichzelf duurzaamheidsdoelen gesteld. Zo willen wij in 2030 volledig energieneutraal zijn en streven wij een circulaire Economie na. Daarom werken wij zo veel mogelijk aan een duurzame leefomgeving, ook hier bij het Schelde-Rijnkanaal. We streven naar een dusdanige inrichting van onze bermen en bospercelen, dat ze toekomstbestendig zijn en ook optimaal bijdragen biodiversiteit en landschappelijke kwaliteit.’

Herplantplan

Ook Patrick van Iersel wilde een bos dat lange tijd in stand blijft en aan verschillende behoeften voldoet. ‘Daarom hebben we een omvangrijk herplantplan gemaakt. Er zijn duizenden nieuwe bomen en struiken van verschillende soorten geplant, zoals fladderiep, veldesdoorn, zomereik, haagbeuk, ratelpopulier, lijsterbes, hazelaar, meidoorn, sleedoorn en liguster.’

Robuuster

Stephan Roos vult Van Iersel enthousiast aan: ‘De grotere bomen zoals de esdoorn, iep en populier zorgen voor meer structuur en variatie in het landschap. Bovendien maakt de diversiteit van bomen en struiken de beplanting robuuster en beter beschermd tegen boom- en plantziekten. Zo kunnen we in de toekomst rigoureuze houtkap voorkomen. Daarbij is een gevarieerd landschap goed voor de dieren in het gebied. En, het mooie is: het hout van de gekapte bomen hebben we verkocht aan partijen die het op een hoogwaardige manier verwerken, bijvoorbeeld tot meubels.’

Ecologische zone

Sowieso is er met de dieren zo veel mogelijk rekening gehouden tijdens de werkzaamheden, laat Van Iersel weten. ‘Het gebied vormt een ecologische zone tussen Antwerpen en de Kreekraksluizen. Speciaal voor vleermuizen hebben we niet alle bomen in één keer weggehaald, maar laten we de komende jaren nog één rij staan. Deze rij vormt het navigatiespoor voor de vleermuizen op hun voedselvoorzieningsroute en hebben daarnaast een windvangende functie nu de nieuwe bomen nog klein zijn. Ook hebben we in onze werkzaamheden rekening gehouden met het broedseizoen en hebben we bomen met holen en nesten van buizerds gemarkeerd om deze te sparen. Daarnaast hebben we nestkastjes opgehangen voor de vleermuizen.’

Niet alleen voor het oog

Ook Dennis de Brouwer van Boomrooierij Weijtmans, hij gaf leiding aan de uitvoeringswerkzaamheden van het bomenvervangproject, kijkt tevreden op het project terug. ‘In totaal hebben we een gebied van 7 ha beplant. Nu het hartje zomer is en alles groeit en bloeit, zie je hoe mooi het is geworden. Maar het is niet alleen maar voor het oog wat we hebben gedaan. We hebben bijvoorbeeld ook opnieuw profiel aangebracht in dichtgeslibde sloten. Deze kunnen nu weer het water goed afvoeren.’

Goed verzorgen

En nu? Geen omkijken meer naar de komende pakweg 30 jaar? ‘Zeker wel’, aldus De Brouwer. ‘De komende jaren heeft dit bosperceel onze speciale aandacht. We geven de bomen en planten extra water in droge periodes en zorgen ervoor dat het onkruid zich niet als een wilde gaat voortwoekeren. Het bosperceel is nog kwetsbaar en heeft onze toezicht en verzorging nodig om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Na twee jaar zijn de planten en bomen goed geworteld en dus al wat weerbaarder.’

Samen met omgeving

Over de winst van het project zijn Patrick van Iersel en Stephan Roos eensgezind: meer halen uit het groen dan alleen maar de noodzakelijke functies, zoals windbescherming langs een auto- of waterweg of de inpassing en beleving van de weg in de omgeving. ‘Door samen met de betrokkenen uit de omgeving, of dit nu omwonenden zijn, gebruikers van het gebied of overheden, te bekijken wat de behoeften zijn en hoe je hier plannen voor kunt vormen, wordt het aanleggen van een nieuw stuk beplanting meer dan een plichtmatige handeling en kun je meteen werken aan ruimtelijke kwaliteit en ecologie’, besluit Roos.