Verkeers- en vervoermodellen LMS en NRM

Het vervoer van personen en goederen is in Nederland erg belangrijk. Om te zorgen dat mensen op tijd op hun werk verschijnen en goederen op tijd op hun bestemming komen is infrastructuur nodig.

Als we kijken naar het wegen- en spoornet van Nederland, dan betekent dit, dat waar nodig wegen of sporen worden aangelegd, verbreed en onderhouden. Dit moet op tijd worden ingepland. Hierbij maken we gebruik van de strategische verkeers- en vervoermodellen LMS en het NRM.

Nederland heeft een van de zwaarst belaste wegen- en spoornetwerken ter wereld. Over duizenden kilometers spoor en rijksweg rijden dagelijks miljoenen voertuigen. Hoe zorgen we ervoor dat dit verkeer goed blijft doorstromen? Hoe weten we bijvoorbeeld waar knelpunten op de snelweg ontstaan? En hoe weten we waar snelwegen aangelegd, verbreed of onderhouden moeten worden? Daarvoor gebruikt Rijkswaterstaat verkeerscijfers uit 2 verkeers- en vervoersmodellen: het Landelijk Model Systeem Verkeer en Vervoer en het Nederlands Regionaal Model. Met deze modellen schatten we in hoe het verkeer er in de toekomst uitziet. We kijken wel 15 tot 30 jaar vooruit! Dat is belangrijk, omdat het verkeer en gebruik van het openbaar vervoer constant groeien en veranderen. In de prognoses van verkeers- en vervoersmodellen wordt daarom rekening gehouden met ontwikkelingen in de bevolking, economie en werkgelegenheid. Maar ook met ontwikkelingen van het inkomen, energieprijzen en van technologie. Als er bijvoorbeeld meer woonwijken of bedrijventerreinen op een bepaalde locatie komen, gaat het verkeer in de regio zich anders verdelen. Over andere bestemmingen, vervoersmiddelen, tijdstippen en routes. De verkeerscijfers geven een geschat toekomstbeeld van het woon-werkverkeer, verkeer naar school of winkels en verschillende vervoerswijzen. Op basis van de uitkomsten van deze modelberekeningen weten we hoeveel voertuigen er op de weg rijden, welke wegen ze gebruiken, hoe druk het is in het openbaar vervoer, hoe lang de reistijd is en waar files ontstaan. Kortom: met de verkeers- en vervoersmodellen ondersteunt Rijkswaterstaat het ministerie bij de besluitvorming over aan welke wegen en spoorverbindingen we de komende jaren gaan werken. Zo houden we Nederland veilig, leefbaar en bereikbaar. Meer weten? Kijk op rijkswaterstaat.nl/verkeersenvervoersmodellen.

Besluitvorming van infrastructuur

Waar de infrastructuur mogelijk een aanpassing nodig heeft, bedenken we van tevoren. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat maakt om de paar jaar berekeningen over wat aan extra ruimte van infrastructuur nodig is op het hoofdwegennet, hoofdspoornet en hoofd vaarwegennet.

Dit is te zien in de Integrale Mobiliteits Analyse, afgekort IMA. Deze berekeningen komen onder andere tot stand, door het gebruik van de strategische verkeers- en vervoermodellen LMS en NRM.

In combinatie met de politieke keuzes, helpen de resultaten van de IMA de besluitvorming van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dat betekent wáár het ministerie wil investeren in de infrastructuur.

De verschillende programma’s en projecten, als resultaat van deze besluitvorming, zijn terug te vinden in het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport Overzicht (MIRT).

Toepassingsmogelijkheden verkeers- en vervoermodellen

De modellen kennen veel toepassingsmogelijkheden. Behalve voor de landelijke verkenning IMA, gebruiken we de modellen ook om de gevolgen van de verschillende andere keuzes bij projecten af te wegen. Datzelfde geldt voor de gevolgen van overige beleidsmaatregelen.

Om inzicht te krijgen in de voor- en nadelen van nieuwe infrastructuur of uitbreiding van bestaande infrastructuur, moeten we weten hoeveel voertuigen over welke wegen rijden. Dit zijn prognoses waarmee we kunnen afwegen welke gevolgen de alternatieven hebben, voor onder andere de verkeersintensiteit, reistijden, geluidshinder, verontreiniging van de lucht en de natuur.

Daarnaast dienen deze prognoses als invoer voor maatschappelijke kosten-batenanalyses en milieueffectrapportages.

Het LMS en het NRM laten de effecten zien van beleid. Bijvoorbeeld een rijstrook erbij, wat betekent dat dan voor een file? Lost de file dan op of juist niet? Komt er extra verkeer bij door de verbreding en wat betekent dat voor de luchtkwaliteit of de hoeveelheid geluid?

LMS en NRM

In Nederland worden verschillende verkeers- en vervoermodellen gebruikt. Provincies en gemeenten gebruiken meestal regionale of lokale modellen om precieze verkeersprognoses te maken. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gebruikt voor het hoofdwegennet en het hoofdspoornet 2 strategische modellen.

Het LMS en het NRM. Er zijn 4 regionale modellen van het NRM in gebruik: NRM-Noord, NRM-Oost, NRM-Zuid, NRM-West. Met deze modellen kunnen langetermijnprognoses worden gemaakt. Rijkswaterstaat beheert en ontwikkelt deze modellen voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Het LMS deelt Nederland in ongeveer 1500 gebieden in. Het NRM is nog gedetailleerder. Met dit model is het mogelijk om schattingen te maken op het niveau van wegvakken.

Het basisjaar

Het basisjaar van de modellen put uit een groot onderzoek onder Nederlanders (ODiN). In dit onderzoek staat het verplaatsingsgedrag van de Nederlander centraal. Bijvoorbeeld hoe verplaatst de Nederlander zich, met welke vervoerwijzen en waarom maakt de Nederlander deze verplaatsing.

Het door het CBS uitgevoerde ODiN-onderzoek vindt telkens plaats. Elke 4 jaar is er een actualisatie van het basisjaar van de modellen. Zo is de modelleninvoer weer helemaal van de nieuwste informatie voorzien.

De toekomstjaren

Voor het maken van voorspellingen bekijken we verschillende toekomstige situaties. De toevoeging van gegevens uit het toekomstjaar gebeurt, naast de gegevens over het wegennet en mobiliteit in het basisjaar en de ruimtelijke verdeling van bedrijventerreinen en woningbouw in Nederland. Bijvoorbeeld van wegenprojecten die nu nog niet in uitvoering zijn, maar in de toekomst wel al klaar zijn.

Het model berekent daarna de vervoerstromen in de toekomst. Dit gebeurt met verschillende scenario’s voor de economische, demografische en ruimtelijke ontwikkelingen. Hierbij wordt op dit moment gebruik gemaakt van de WLO 2015-scenario’s en de actualisatie invoer mobiliteitsmodellen 2020.

De voorspellingen doen uitspraken over: hoe vaak reizen we, met welke vervoerwijze, op welke tijdstippen en via welke routes. Het resultaat gaat vooral over de drukte op wegen voor verschillende toekomstjaren, maar ook over de hoeveelheid spoorvervoer.

Met andere modellen van ProRail, gaat het ook over de drukte in de treinen. Het gebruik van kaartmateriaal is bedoeld om in een oogopslag duidelijk te maken waar problemen ontstaan. Daarvoor gebruiken we verschillende kleuren en verschillende diktes van lijnen.

Kwaliteit van het LMS en NRM

Wij zijn de eigenaar en beheerder van het NRM en het LMS. We zijn daarmee ook verantwoordelijk voor de kwaliteit ervan. De kwaliteit houden we op ieder moment in orde door:

  • Actualisaties: de verkeersmodellen gebruiken invoerdata, die aan verandering onderhevig zijn. Er worden nieuwe besluiten genomen over infrastructuur en/of ruimtelijke ontwikkeling. Daarnaast beschrijven we nieuw beleid of nemen soms vernieuwde versies van de modelsoftware in gebruik. Elk jaar actualiseren we daarom de uitgangspunten voor de toekomst en maken daarmee nieuwe basisprognoses. Deze nieuwe basisprognoses testen we uitgebreid op plausibiliteit. Eens per 4 jaar is er een actualisatie van het basisjaar. Bij het maken van het nieuwe basisjaar is er een controle op een groot aantal kwaliteitscriteria.

  • Met deze actualisaties sluiten de verkeersprognoses weer zo goed mogelijk aan op de bijgewerkte inzichten. Ook vormen ze zo een robuuste basis voor besluitvorming en mogelijke procedures bij de Raad van State.

  • Geregeld worden de modellen onderworpen aan een onafhankelijke audit, voor het laatst in 2012. Hierbij wordt onder andere gekeken in welke mate de modellen geschikt zijn om voldoende gedetailleerde, redelijke en nauwkeurige antwoorden te kunnen maken op een breed scala aan beleidsvragen (fit for purpose). Maar ook in welke mate de modellen aansluiten op hedendaagse (internationale) wetenschappelijke inzichten en ervaringen met verkeers- en vervoermodellen (state of the art en state of the practice).

Meer informatie over verkeers- en vervoermodellen

Meer informatie over hoe het LMS en NRM werken, kunt u vinden in de folder Landelijk Model Systeem (LMS). U kunt ook contact opnemen met het Steunpunt Verkeersprognose via het contactformulier Steunpunt verkeersprognoses.