Spookrijden: een gevaar op de weg

Wanneer een bestuurder van een motorvoertuig gebruikmaakt van de verkeerde weghelft en daardoor tegen het verkeer inrijdt, spreken we van spookrijden. Gevaar ligt dan letterlijk op de loer. Het risico op een ongeluk (bijvoorbeeld in de vorm van een frontale botsing) is dan namelijk groot.

Daarom is het belangrijk dat weggebruikers weten wat ze moeten doen in het geval van een spookrijder.

Wat moet u doen bij spookrijden?

Komt u op de weg een spookrijder tegen, dan adviseren wij u om naar rechts uit te wijken als dat kan, uw voorgangers niet in te halen en de spookrijder te waarschuwen met lichtsignalen. Zoek een veilige plek en bel zo snel mogelijk 112.

Podcast over spookrijden

In deze podcast vertelt verkeersdeskundige Hans van den Berg wat we doen om spookrijden op de snelweg zo veel mogelijk te voorkomen. Daarnaast geeft weginspecteur Henk tips wat te doen als u als weggebruiker een spookrijder tegenkomt.

Wat kunt u doen als u zelf spookrijder bent?

Bent u zelf op de verkeerde weghelft terechtgekomen? Probeer dan niet in paniek te raken. U zult waarschijnlijk gedesoriënteerd zijn door het verkeer dat op u afkomt en verkeersborden die niet op u gericht staan.

Probeer een gat in de tegemoetkomende verkeersstroom te vinden om veilig de vluchtstrook te bereiken. Die zit voor u als spookrijder dus aan de linkerkant. Als er een brede middenberm is waar u veilig naartoe kunt, kunt u ook daarheen uitwijken.

In beide gevallen zet u daarna uw alarmlichten aan en gaat u op een veilige plek achter de vangrail staan. Bel dan direct 112. Zij nemen contact op met de verkeerscentrale. Als er matrixborden boven de weg hangen, kruist de verkeerscentrale rijstroken af met rode kruisen boven de weg. Daarnaast stuurt de verkeerscentrale een weginspecteur en wordt de politie ingeschakeld.

Wat doet Rijkswaterstaat bij meldingen van spookrijders?

Het begint vaak bij een melding via 112. Vanuit de 112-meldkamer wordt de melder direct in contact gebracht met onze Landelijke Verkeerscentrale in Utrecht. Onze wegverkeersleider probeert de locatie van de spookrijder te achterhalen en zet de melding in een systeem voor verkeersinformatie.

Hierdoor is de informatie beschikbaar voor zogeheten serviceproviders die de informatie kunnen verspreiden via onder andere radio, navigatiesystemen en verkeersapps. Op die manier proberen we weggebruikers te informeren over de spookrijder.

Daarnaast proberen we vanuit de verkeerscentrales de spookrijder te lokaliseren via onze camera’s boven de weg en met behulp van onze weginspecteurs. Tijdens dit hele proces houden we ook nauw contact met de politie om hen te informeren en te achterhalen of zij de spookrijder al hebben aangetroffen.

Wat doet Rijkswaterstaat om spookrijden te voorkomen?

Rijkswaterstaat treft verschillende maatregelen, die gericht zijn op het voorkomen van vergissingen en desoriëntatie:

  • Het plaatsen van geel fluorescerende eenrichtingsborden onderaan afritten met daaronder de tekst ‘Ga terug’.
  • Bij afritten plaatsen we pijlen op het wegdek in de goede rijrichting. Mocht u per abuis de verkeerde richting op rijden, dan komen de pijlen u dus tegemoet.
  • De op- en afrit zijn gescheiden door een brede berm en een wit vlak aan het begin.
  • Bij kruisingen waar een op- of afrit op uitkomt, plaatst Rijkswaterstaat bij voorkeur rotondes. Rotondes gaan een verkeerde oriëntatie van weggebruikers tegen. Waar geen rotondes (kunnen) worden geplaatst, wordt rekening gehouden met de belijning in de weg, zodat u als weggebruiker automatisch de goede richting op wordt gestuurd.
  • In een aantal gevallen zijn infrastructurele maatregelen getroffen, zoals een doorsteek van afrit naar oprit, om u als weggebruiker bij een foute keuze weer naar de toerit te leiden.