Veilig varen met mist

In het voor- en najaar komen regelmatig perioden met mist voor. Onze mobiel verkeersleiders zien het dan vaak gebeuren: recreatieschippers, roeiers of vissers die met mist varen en nauwelijks zichtbaar zijn voor andere vaarweggebruikers, zoals de grote beroepsvaart.

Daarom roepen wij op: vaar veilig bij slecht zicht of vaar niet.

Mist boven water ontstaat door het verschil in temperatuur tussen de lucht en het water. Dat zien we vooral in de herfst. Dan ontstaan er grote verschillen tussen de temperatuur van de in de nacht afgekoelde lucht en het vaak nog in verhouding warme oppervlaktewater van rivieren, kanalen en grote wateren.

Mist zorgt ervoor dat het zicht op het water minder wordt. U mag dan niet zomaar het water op: voor varen bij slecht zicht gelden regels.

Wat houdt slecht zicht in?

De regels voor het varen bij slecht zicht hangen af van de plek. Op de meeste rijkswateren (rivieren, kanalen en grote wateren) geldt het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) of het Rijnvaartpolitiereglement (RPR). Ook op andere vaarwegen kunnen regels gelden voor varen met slecht zicht.

Dit is terug te vinden in onder andere de Wateralmanak van de ANWB. Rijkswaterstaat en Politie houden als regel aan: er is sprake van slecht zicht bij een zicht van minder dan 1000 m op de hoofdvaarwegen en minder dan 400 m op andere vaarwegen.

Varen op radar

Op de vaarwegen waar het BPR of het RPR geldt en op de Westerschelde en het Kanaal van Gent-Terneuzen, is varen met slecht zicht alleen toegestaan als het vaartuig een goedgekeurde radar heeft. De schipper moet een radarpatent hebben of over een diploma dat hier gelijk aan is.

Verder moet er een 2e persoon aan boord zijn die voldoende op de hoogte is van het varen op de radar. Tot slot is een marifoon aan boord verplicht. Deze moet gebruikt worden om de aanwezigheid kenbaar te maken en afspraken te maken met andere schepen.

Slecht zicht zonder radar

Vaart u zonder radar op een plaats waar radar bij slecht zicht verplicht is en wordt u overvallen door mist? Houd dan zoveel mogelijk stuurboordwal en ga op de dichtstbijzijnde daarvoor geschikte plaats, buiten de vaargeul, stilliggen tot de mist is opgetrokken en het zicht voldoende is verbeterd. Doorvaren is niet alleen gevaarlijk, maar ook duur: u loopt risico op een boete.

Op de hoofdvaarwegen is er is sprake van slecht zicht bij een zicht van minder dan 1000 m zicht

Mistsein

Schepen zijn in een aantal gevallen ook verplicht om een mistsein te geven. Bijvoorbeeld als zij onderweg zijn naar de dichtstbijzijnde geschikte plek om stil te liggen en geen radar hebben of geen marifooncontact kunnen maken met de andere schepen. Ook schepen die dichtbij een vaargeul stilliggen en geen marifoon hebben, moeten bij naderende schepen een geluidssein geven.

Snelheid aanpassen

Als u vaart met goedgekeurde radar en marifoon en wordt overvallen door slecht zicht, pas dan in ieder geval altijd uw snelheid aan: aan de beperking van het zicht, aan de aanwezigheid van andere schepen en aan de plaatselijke vaarwegomstandigheden.

Eigen veiligheid

Ga altijd uit van uw gezonde verstand. Denk om uw eigen veiligheid en die van anderen. Als varen gezien de omstandigheden niet zonder gevaar is, ook al beschikt u over radar, ga dan niet varen of ga stilliggen op de dichtstbijzijnde daarvoor geschikte locatie. Dat geldt niet in de laatste plaats voor recreatieschippers, roeiers of vissers, zonder de benodigde hulpmiddelen. Rijkswaterstaat kan een verkeersaanwijzing geven om op een bepaalde plaats stil te gaan liggen als varen niet veilig is. U bent verplicht hier gehoor aan te geven.