Planning en aanpak

We brengen de komende jaren de havens rondom de Oosterscheldekering weer op diepte. Het gaat hierbij om de Noordland Binnenhaven, Noordland Buitenhaven, Jacobahaven, Vluchthaven Neeltje Jans, toegangsgeul Betonhaven en de Roggenplaathaven.

De havens rondom de Oosterscheldekering bieden noodzakelijke laad- en losvoorzieningen voor opdrachtnemers, die onderhoud uitvoeren aan en in de omgeving van de Oosterscheldekering. Ook mosselkwekers, vissers en de pleziervaart maken gebruik van de tijdelijke aanmeervoorzieningen in de havens.

Wanneer

Klaar: 31 maart 2025
1 oktober 2023 – 31 maart 2024

Onderhoudsseizoen 3:

Noordland Binnenhaven (klaar)

Jacobahaven (klaar)

Toegang Betonhaven Neeltje Jans (klaar)

Roggenplaathaven (2e fase, maart 2024 onder voorbehoud):

  • baggeren verspreidbare baggerspecie
  • baggeren niet-verspreidbare bagger en naar depot brengen
1 oktober 2024 – 31 maart 2025

Onderhoudsseizoen 4: Afronding per haven; welke haven en de volgorde verder te bepalen.

  • Noordland Buitenhaven
  • Vluchthaven Neeltje Jans
  • Roggenplaathaven

Deze planning kan nog veranderen. Tussen 1 april en 1 oktober wordt er geen baggeronderhoud gepleegd.

Slib op de bodem

Door de werking van eb en vloed heeft zich een steeds dikker wordende laag slib op de bodem verzameld. Gebruikers krijgen daardoor steeds vaker te maken met onvoldoende vaardiepte in de havens zelf en de geulen naar de havens toe. Sommige havens zijn momenteel alleen met hoogwater toegankelijk voor een beperkt aantal type schepen.

We brengen de havens weer op diepte voor de scheepvaart

We gaan de havens daarom weer op diepte brengen, zodat ze hun functie ook in de toekomst kunnen behouden. Dat betekent dat 5 van de 6 havens op een niveau moeten komen van tussen de 7,0 m en 8,0 m beneden Normaal Amsterdams Peil (NAP). Voor de toegangsgeul naar de Betonhaven, geldt een minimale diepte van 4,0 m beneden NAP.

1,1 miljoen m³ slib baggeren

In totaal baggeren we ongeveer 1,1 miljoen m³ slib uit de havens. Kraanschepen of pontons met kranen halen de sliblaag van de bodem en verzamelen het materiaal in de zogenaamde splijtbakken. Duwschepen transporteren dit vervolgens naar de verspreidingslocaties. Dit zijn 3 locaties in de Oosterschelde en 2 in de Voordelta, aan de zeezijde van de Oosterscheldekering.

Hinder en planning

De 5 verspreidingslocaties zijn op basis van een modelstudie gekozen, om ervoor te zorgen dat er zo min mogelijk vertroebeling ontstaat van het water. Zo proberen we de hinder voor schelpdierpercelen en de visserij zoveel mogelijk te beperken. Om diezelfde reden werken we steeds tussen 1 oktober en 31 maart.