Droogte houdt aan. Wat zijn de gevolgen?
Het regent weer, na een lange periode van droogte. Het KNMI verwacht dat in deze regenperiode ongeveer 30 mm neerslag zal vallen. Dat verlicht wel iets, maar is nog steeds onvoldoende om de effecten van droogte te verhelpen. Hiervoor moet het veel meer en langer regen.
Door het aanhoudend neerslagtekort zijn Rijkswaterstaat en de waterschappen gedwongen om maatregelen te nemen. Het water dat we nu nog hebben, moeten we zo goed mogelijk vast weten te houden. Hoe zorgen we ervoor dat er voldoende zoetwater beschikbaar blijft? En met welk scenario moeten we rekening houden als zomer 2025 het droogterecord verbreekt?
Neerslagtekort
Vorig jaar rond deze tijd kwam de regen nog met bakken tegelijk uit de lucht. Dit jaar is het al sinds februari veel droger dan normaal. ‘Het neerslagtekort, het verschil tussen verdamping en neerslag, is in Nederland sinds 1 april tot 21 mei opgelopen tot 125 mm,’ zegt Peter Siegmund, klimaatexpert bij het KNMI.
Daarmee is 2025 voor deze tijd van het jaar het op een na droogste jaar van de meetreeks sinds 1906, alleen 2020 was nog iets droger. Vorig jaar stond het landelijk neerslagtekort op 21 mei op 30 mm. Ook in de rest van 2024 kwam het neerslagtekort niet hoger dan 83 mm, meldt het Klimaatdashboard van het KNMI.
Opwarming aarde
‘Het is nu in mei al erg droog. Meestal wordt het pas echt droog tegen het einde van de zomer,' zegt Siegmund. De aarde warmt op, waarbij de temperatuur niet alleen toeneemt maar waarschijnlijk ook versneld toeneemt. Dit leidt tot blijvende schade op het klimaat, ecosystemen en menselijke samenlevingen.
‘De trend die we nu in Nederland waarnemen, is dat het voorjaar steeds droger worden,’ zegt Siegmund. ‘Dat komt vooral omdat er meer water verdampt, wat voor een groot deel wordt veroorzaakt door meer zonnestraling en voor een klein beetje door hogere temperaturen.’ Het KNMI berekent de verdamping via de zonnestraling en de temperatuur. ‘We hebben vaker mooi weer met bijna elke dag zon en blauwe luchten. 10% meer zonnestraling betekent 10% meer verdamping.’
Verbod op beregening
Ondertussen geeft de droogtemonitor van Rijkswaterstaat aan dat de grondwaterstanden op veel plaatsen zijn gedaald tot onder de normale stand voor de tijd van het jaar. Hier en daar beginnen kleinere beken droog te vallen en de rivierafvoeren zijn lager dan gemiddeld. Bij de Rijn levert dit al problemen op voor de scheepvaart. De aanvoer van water in de rivieren is laag. Vooral in gebieden die hoger liggen en op plekken zonder extra wateraanvoer, zijn de effecten van de droogte duidelijk merkbaar. Lokaal geldt een beregeningsverbod en daar mag je graslanden, bomen en sportvelden niet meer met slootwater besproeien.
Waterverdeling
Als beheerder van grote rivieren en meren houden we de wateraanvoer en het waterpeil nauwlettend in de gaten. ‘Zodra watertekort dreigt, wordt het beschikbare water zo goed mogelijk verdeeld onder alle watergebruikers,’ zegt Bart Vonk, voorzitter Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling bij Rijkswaterstaat. ‘Dit doen we met een slim systeem via stuwen, pompgemalen en sluizen. Hiermee kunnen we water naar een groot aantal gebieden sturen waar dat nodig is. Maar, er blijven altijd plekken waar we geen water heen kunnen sturen.’
Zon verdampt veel water
Het IJsselmeer en Markermeer leveren de grootste zoetwatervoorraad. Waterkeringen en dijken die gevoelig zijn voor de droogte krijgen als 1e water. Extreme droogte kan namelijk scheuren veroorzaken in dijken en waterkeringen beschadigen. Drinkwater en energievoorziening krijgen ook voorrang bij de waterverdeling. ‘In een warm en droog jaar verdampt veel water,’ zegt Vonk. Daar is weinig tegen te doen. ‘Elke 30 seconden verdampt een olympisch zwembad water en het waterpeil in het IJsselmeer zakt dagelijks 3 mm,’ zegt Vonk.
Records breken elk jaar
Martijn Heinhuis, expert waterhuishouding bij Hoogheemraadschap Delfland, komt net terug van een intensieve droogteoefening over het Brielse Meer. Deze crisisoefening met waterschappen, Rijkswaterstaat, het Havenbedrijf Rotterdam en het Regionaal Droogteoverleg is bedoeld als voorbereiding op problematische zoetwatertekorten. ‘Elk jaar breekt er wel een weerrecord,’ stelt hij vast.
‘Dit jaar startte het droogteseizoen al vroeg en moest het waterschap in maart al zoet water van buiten aanvoeren om zoetwatertekort te beperken.’ In 2022 werd de laagste rivierafvoer ooit gemeten. In 2019 was er een week lang extreme hitte van meer dan 40 0C. En 2018 was een ongekend lang, droog jaar dat tot ver in het najaar duurde. ‘Kortom, elk jaar ontwikkelt zich anders als we naar het weerbeeld kijken.’ Elk van die extremen levert zijn eigen uitdagingen op voor het waterbeheer.
West-Nederland is droger
Het neerslagtekort in West-Nederland is groter dan in het oosten. Dat is ook te merken in Delfland, een gebied langs de Zuid-Hollandse kust. Delfland is een van de dichtbevolkste en geïndustrialiseerde gebieden in Nederland. ‘De rivierafvoer is op het moment laag,' zegt Heinhuis. ‘Daardoor trekt zeewater via de riviermonding steeds verder landinwaarts. Het zilte water stroomt ons zoete systeem in via de sluizen bij de Nieuwe Waterweg en de Oude Maas.’ Als de droogte aanhoudt, heeft Delfland extra water nodig.
Om de waterkeringen in conditie te houden en om het zoute water uit het watersysteem te verdringen. ‘Extra water krijgen we van onze buurwaterschappen Waterschap de Hollandse Delta en Hoogheemraadschap van Rijnland.’ Andersom levert Delfland water aan Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, als dat nodig is. ‘Waterbeheerders in de regio werken dus heel nauw samen voor de zoetwatervoorziening. Ook wij hebben hierin een belangrijke rol, omdat zij de verdeling van water in het rivierensysteem verzorgen, wat essentieel is voor het zoetwater in de regio.’
Nieuwe verschijnselen
‘Zoetwaterbronnen en aanvoerroutes zijn beperkt. Op den duur gaan we te kort komen,’ geeft Heinhuis aan. Delfland zoekt samen met gemeenten, bedrijven en bewoners naar oplossingen om water vast te houden en om minder afhankelijk te zijn van wateraanvoer van buitenaf. Het aanleggen van gietwaterbassins in het Westland is een goed voorbeeld, waarin tuinders neerslag opvangen.
Dat maakt ze minder afhankelijk van oppervlaktewater of grondwater. ‘Dit lost natuurlijk niet het hele zoetwatertekort op,’ zegt Heinhuis. ‘Maar alle kleine beetjes helpen, zoals meer groen en water in de stad.’ Het onderwerp droogte en de gevolgen van droogte zijn betrekkelijk nieuwe verschijnselen. ‘Schaarste aan water is in waterland Nederland iets waar we allemaal aan moeten wennen.’