Soortenbescherming

Voor het Nederlandse natuurbeschermingsrecht zijn het internationale en Europese recht, zoals de Verdragen van Bonn, Bern en Ramsar en de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, erg van belang.

De Vogelrichtlijn bevat beschermingsverplichtingen voor alle in het wild levende vogelsoorten. Op grond van de Habitatrichtlijn moeten de lidstaten zorgdragen voor de strikte bescherming van de diersoorten die staan opgesomd in Bijlage IV, onder a, Habitatrichtlijn, zoals de grijze zeehond en kamsalamander. In beide richtlijnen is de bescherming geregeld via verbodsbepalingen, zoals het verbod op het doden van in het wild levende diersoorten.

Wet natuurbescherming

De Wet natuurbescherming is opgebouwd rond de verplichtingen die voortvloeien uit deze richtlijnen. In hoofdstuk 3 van de Wet natuurbescherming is het soortenbeschermingsregime vormgegeven met als doel het behoud van plant- en diersoorten die in het wild voorkomen. De wet beschouwt alle dieren en planten als waardevol en mensen moeten daar zorgvuldig mee omgaan.

In artikel 3.31 Wet natuurbescherming is geregeld dat er een vrijstelling geldt van enkele verbodsbepalingen als gewerkt wordt conform een zogenaamde gedragscode. Werken volgens een gedragscode heeft als voordeel dat geen ontheffingsprocedure hoeft te worden doorlopen. Hierdoor zorgt het gebruik van een gedragscode voor sterke vermindering van administratieve lasten en voor kortere proceduretijden. Een gedragscode maakt het eenvoudiger om het zorgvuldig handelen ten aanzien van planten en dieren te garanderen.

Gedragscode soortenbescherming Rijkswaterstaat

Ten behoeve van de werkzaamheden van Rijkswaterstaat is ook een gedragscode vastgesteld en goedgekeurd op 29 september 2018 door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Deze gedragscode is van toepassing op alle beschermde planten- en diersoorten en ziet toe op de volgende werkzaamheden:

  • bestendig beheer of onderhoud aan vaarwegen, watergangen, waterkeringen, waterstaatswerken, oevers, wegen, of in het kader van natuurbeheer;
  • kleinschalige ruimtelijke ontwikkeling of inrichting (dit zijn plannen of projecten waarvoor geen MER* is opgesteld of moet worden opgesteld).

Voor deze gedragscode en het bijbehorende goedkeuringsbesluit wordt verwezen naar de website van RVO; vervolgens ‘Definitief goedgekeurde Gedragscodes R t/m T organisaties’ aanklikken. In het rijtje dat dan zichtbaar wordt is de Gedragscode Soortenbescherming van Rijkswaterstaat te vinden. 

*Dit betreft activiteiten zoals genoemd in de bijlage behorende bij het Besluit MER onderdeel C (MER-plicht) en onderdeel D (MER-beoordelingsplichtig).