Waterhuishouding en rivierbeheer in Nederland

Het Pannerdensch Kanaal is cruciaal voor de verdeling van de waterafvoer in een groot deel van Nederland. De afspraken rond de verdeling van de waterafvoer, en daarmee de oprichting van Rijkswaterstaat, gaan terug tot eind 18e eeuw.

Waterproblemen eind 18e eeuw

Bij het dorp Pannerden splitst de Rijn zich in de Waal en het Pannerdensch Kanaal. Tot eind 18e eeuw bracht het Pannerdensch Kanaal de waterhuishouding in het hele land ernstig uit balans. Doordat de monding van het kanaal steeds breder werd, kwam er al snel te veel water uit de Boven-Rijn in het kanaal terecht. Ook verzandde de bovenmonding van de IJssel, waardoor de Neder-Rijn veel te grote hoeveelheden water te verwerken kreeg.

Van dijkdoorbraken naar dijkherstel

1769

grote dijkdoorbraak veroorzaakt noodsituatie

Een rampzalige situatie ontstond eind 1769 door een grote dijkdoorbraak bij Huissen, de enclave van Pruisen. De gehele Betuwe en Tieler en Culemborger waarden stroomden vol. Het water stroomde bij Culemborg over de dijk in de Lek en bedreigde Zuid-Holland. Pruisen weigerde de dijk te herstellen. Tot overmaat van ramp bezweken nog meer dijken rond de Neder-Rijn. Het conflict met Pruisen duurde meer dan een jaar. In 1771 wist Nederland de aanleg van grote rivierkundige werken en dijkherstel af te dwingen.

De verdeling van het water is nu nagenoeg hetzelfde als in 1798

Stabiele waterafvoer

1771

Afspraak waterafvoerverdeling

Tijdens de conferentie van 1771 in Arnhem tekenden Pruisen en Nederland een verdrag waarin de nu nog geldende waterafvoerverdeling is afgesproken.

Er ontstond een stabiele afvoerverdeling die vandaag de dag nog steeds bijna exact hetzelfde is: 2/3 deel van het Rijnwater gaat via de Waal en 1/3 deel via het Pannerdensch Kanaal. Op het 2e splitsingspunt gaat vervolgens 2/9 naar de Neder-Rijn en 1/9 naar de IJssel.

Om de vaste verdeling ook in de toekomst te handhaven bouwde Rijkswaterstaat in 2014 een nieuw regelwerk bij Pannerden. Het regelwerk is instelbaar, zodat het bij hoogwater de afvoerverdeling van het water tussen de 2 riviertakken kan sturen.

Video: cruciale schakel in waterhuishouding

In onderstaande video vertellen we alles over de cruciale rol die het Pannerdensch Kanaal speelt in de Nederlandse waterhuishouding.

Rivierbeheer bij het Pannerdensch Kanaal

MYSTERIEUZE MUZIEK (Kabbelend water. Beeldtitel: Rivierbeheer bij het Pannerdensch Kanaal.) VOICE-OVER: De Rijn stroomt bij Spijk ons land binnen. Na ongeveer elf kilometer, ter hoogte van het Gelderse dorp Pannerden, splitst de Boven-Rijn zich in de Waal en het Pannerdensch Kanaal. Het Pannerdensch Kanaal werd in 1707 gegraven. Vanaf dat moment is de verdeling van het water in de Waal en het Pannerdensch Kanaal steeds verder verbeterd. De Pannerdensche Kop dat het water splitst, speelt hierin een belangrijke rol. Na de aanleg van de Pannerdensche Kop was er sprake van een stabiele waterverdeling. De Pannerdensche Kop is ontworpen door Christiaan Brunings, de eerste topman van het in 1798 opgerichte Rijkswaterstaat. Sinds die tijd zorgen wij ervoor dat bij hoogwater twee derde van het Rijnwater naar de Waal gaat en een derde naar het Pannerdensch Kanaal. Deze vaste waterverdeling is essentieel voor de hoogwaterveiligheid. In 2014 bouwde Rijkswaterstaat in de uiterwaarden bij het Pannerdensch Kanaal een instelbaar regelwerk. Hiermee sturen we actief de waterverdeling tussen de Waal en het Pannerdensch Kanaal bij hoogwater. Het Pannerdensch Kanaal en het splitsingspunt Pannerdensche Kop vormen een cruciale schakel in het Nederlands riviersysteem. Als er iets verandert in de waterverdeling bij de Pannerdensche Kop, heeft dat grote gevolgen voor de rest van Nederland, van het IJsselmeer tot de Zeeuwse Delta. Bij laagwater is een evenwichtige waterverdeling belangrijk voor landbouw, industrie, drinkwater, scheepvaart en natuur. Voor het organiseren van een evenwichtige waterverdeling beschikt Rijkswaterstaat over moderne stuwen in de Nederrijn. De stuw bij Driel zorgt ervoor dat er bij laagwater voldoende water naar het IJsselmeer stroomt, het grootste zoetwaterbekken van Nederland. Dankzij de drie stuwen in de Nederrijn en Lek blijven deze rivieren, en de IJssel ook bij lage waterstanden bevaarbaar voor de scheepvaart. Van nature varieert de stroomsnelheid van het rivierwater. De rivierbodem reageert hierop. Delen van de rivier slijten weg, andere delen verzanden. Rijkswaterstaat meet de bodemligging continu en controleert of de vitale rivierfuncties niet worden bedreigd. Het gaat daarbij om hoogwaterveiligheid, voldoende schoon water, vlotte en veilige scheepvaart, en natuur. Om ervoor te zorgen dat het rivierwater goed doorstroomt, wordt dichte begroeiing in de uiterwaarden verwijderd. Indien nodig verlagen we kribben, graven we uiterwaarden af of nemen we andere maatregelen. Er gelden wettelijke regels voor de bescherming van de vitale rivierfuncties. Alle partijen op en aan het water moeten zich hieraan houden. Rijkswaterstaat ziet hierop toe. Het in stand houden van de juiste waterverdeling bij hoog- en laagwater is al meer dan twee eeuwen een belangrijke maatschappelijke taak van Rijkswaterstaat. We zorgen hiermee voor een veilig, bereikbaar en leefbaar Nederland. (Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Rijkswaterstaat. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het beeld wordt geel met wit. Beeldtekst: Meer informatie? Kijk op rijkswaterstaat.nl. Een productie van Rijkswaterstaat. Copyright 2023.)