Interview

Nieuwe samenwerking voor broedende kustvogels in Den Oever

Gepubliceerd op: 16 mei 2025, 15.12 uur

Afgelopen vrijdag is in Den Oever de samenwerkingsovereenkomst ondertekend tussen Rijkswaterstaat, de gemeente Hollands Kroon en natuurvereniging Wierhaven.

Daarmee is de aftrap gegeven voor een bijzondere proef: een drijvend broedeiland dat de komende 3 jaar onder andere de stern en de visdief moet helpen aan veilige broedplekken. Projectleider Sander Holthuijsen van Rijkswaterstaat neemt ons mee in deze nieuwe samenwerking.

Wat is een broedponton?

Een broedponton is, eenvoudig gezegd, een drijvend eiland, ingericht als kunstmatig broedgebied. In Den Oever hergebruiken we een oud schip uit 1928, waarvan het dek is dichtgemaakt. Daarna is deze bedekt met grind, kiezels en schelpen – materialen die onder andere de noordse stern en visdief aantrekkelijk vinden voor het bouwen van nesten. Het hek rond het ponton zorgt ervoor dat kuikens niet in het water vallen, en met verstopplekken in de vorm van gresbuizen worden jonge vogels beschermd tegen roofvogels.

‘Oorspronkelijk zijn deze pontons ontwikkeld als tijdelijke compensatie als er bijvoorbeeld een broedlocatie verdwijnt door werkzaamheden of de sloop van een gebouw,’ vertelt Holthuijsen. ‘Maar in dit geval doen we iets extra’s: we zetten het broedponton in om het broedsucces te stimuleren, ook al is er geen directe verstoring. Op deze manier hopen we het herstel van deze populaties een duwtje in de rug te geven.’

Waarom is dit nodig?

Vanuit Rijkswaterstaat hebben we verantwoordlijkheden voor Natura2000 soorten zoals de broeders op dit ponton. De visdief en noordse stern staan beide onder druk in de Waddenzee. Door het verdwijnen van natuurlijke kiezelstranden en verstoring in de omgeving door predatoren, is hun aantal afgenomen.

Eerdere pilots met broedpontons, onder meer in Lauwersoog en bij Balgzand, lieten zien dat het broedsucces op deze kunstmatige eilanden vaak hoger is dan op het vaste land. ‘Het mooie is dat de verschillende soorten elkaar niet in de weg hoeven zitten,’ zegt Holthuijsen. ‘Kokmeeuwen bijvoorbeeld kunnen prima op één ponton met visdieven.’

Samenwerking in Den Oever

De drijvende broedplek in Den Oever heeft al een leven achter de rug: 3 jaar lang lag de ponton ten zuiden van Den Helder, in het Balgzandkanaal bij het Amstelmeer. Toen het project daar werd beëindigd, ontstond het idee om de constructie een 2e leven te geven. Gemeente Hollands Kroon was op zoek naar een broedlocatie voor meer biodiversiteit, en door contact te leggen met Rijkswaterstaat ontstond de samenwerking.

‘Wat begon met een simpel telefoontje groeide uit tot een mooie samenwerking,’ zegt Holthuijsen. Ook de natuurvereniging Wierhaven speelt een belangrijke rol in het project. Vrijwilligers van de vereniging gaan de kuikens tellen, ringen en monitoren en ook onderhouden ze het ponton. ‘Voor de vogelaars is dit een mooi en nuttig extraatje,’ zegt Holthuijsen.

Monitoren en toekomst

De komende 3 broedseizoenen wordt het ponton ieder voorjaar geplaatst en in de herfst weer verwijderd. In de winter ligt het opgeslagen bij het IJsselmeer omdat er dan op deze plek ruimte moet zijn voor de opslag van apparatuur voor de mosselvisserij. Elk jaar wordt gemonitord hoeveel broedparen zich vestigen en hoeveel jongen uitvliegen. ‘Het doel is simpel: meer broedsucces, meer jongen, en hopelijk op termijn een sterkere populatie,’ aldus Holthuijsen.