Interview

Tunnels: een kijkje achter de wanden

Gepubliceerd op: 1 augustus 2024, 15.51 uur

Regelmatig rijdt u in en uit een tunnel. Dat lijkt niks bijzonders. Maar er komt heel wat bij kijken om al dat verkeer er veilig doorheen te loodsen. Tunnels zijn ingewikkelde wondertjes van techniek met kilometers kabels en leidingen, camera’s, luidsprekers en nog veel meer.

Rijkswaterstaat speelt een belangrijke rol bij het bereikbaar en veilig houden van de tunnels die wij beheren. Onderhoud uitvoeren hoort daarbij. Dat geeft hinder. Die proberen we zoveel mogelijk te beperken, maar is ook onvermijdelijk. 3 van onze tunnelexperts nemen u graag mee voor een kijkje achter de tunnelwanden.

Veiligheid voor alles

Sommige mensen vinden het een beetje spannend om in een tunnel te rijden. Het gevoel ingesloten te zijn… Dan willen we echt niet dat er wat gebeurt. Veiligheid gaat dan ook voor alles. Via verschillende systemen houden de regionale verkeerscentrales van Rijkswaterstaat het verkeer in de tunnels constant in de gaten en bedienen ze de tunnel op afstand. Verder kan de tunnel ook lokaal bediend worden.

‘Voor tunnels is veiligheid zelfs vastgelegd in de wet,’ zegt ingenieur Maarten Reinking, die landelijk werkt aan de vernieuwing van de rijkstunnels.

Irene Schnieders, projectmanager van het project renovatie Heinenoordtunnel: ‘Breekt er bijvoorbeeld brand uit, dan helpt een aantal systemen mensen zichzelf in veiligheid te brengen. Rookdetectie waarschuwt dat er rook is, ventilatoren blazen de rook weg van de vluchtweg, gesproken en visuele aanwijzingen wijzen mensen de vluchtweg. Voor de hulpdiensten zijn er blusaansluitingen en -leidingen en systemen die zorgen voor dekking van portofoons en mobilofoons.’

Snelheidsonderscheidingssysteem (SOS)

Ook houden we de snelheid van het verkeer in de tunnel in de gaten. Beheerder van de Vlaketunnel Eric de Theije: ‘Om de 80 tot 100 m liggen er detectielussen in het asfalt die meten hoe snel een voertuig eroverheen rijdt. Wordt die minder dan 30 km/h? Dan wordt het SOS geactiveerd. Want een langzaam rijdend of stilstaand voertuig is een direct gevaar voor andere weggebruikers.’

‘De verkeerscentrale stuurt er een weginspecteur naartoe. Die bekijkt welke maatregelen nodig en mogelijk zijn. Kan het voertuig niet direct van de weg af, dan moet de wegverkeersleider de tunnel tijdelijk afsluiten.’

Dagelijks gebruik

Schnieders: ‘Verder zijn er de installaties voor dagelijks gebruik, zoals verlichting, pompkelders die regenwater opvangen om de tunnel droog te houden, de energievoorziening en het zogeheten Dynamisch Verkeersmanagement. Dat laatste zorgt voor de verkeersinformatie op de matrixborden boven de rijbanen, zoals de toegestane snelheid.’

‘En dan is er nog de hoogtedetectie, die ver voor de tunnel waarschuwt als een vrachtwagen te hoog is voor de tunnel. Negeert de chauffeur de waarschuwingen, dan sluiten we de tunnel en halen we de vrachtwagen uit het verkeer. Dat kan oponthoud geven, maar als er schade aan de tunnel ontstaat kan het verkeer pas door de tunnel als die hersteld is.’

Ingewikkeld

Al deze systemen communiceren met elkaar en zorgen voor dataverkeer. In de Heinenoordtunnel ligt er bijvoorbeeld meer dan 200 km aan kabels en leidingen. Is er een storing? Dan is het soms een puzzel om uit te zoeken wat er aan de hand is. Het beheer van zo’n wondertje van techniek is dan ook best ingewikkeld.

Een voorbeeld

De Theije: ‘In de Vlaketunnel ontstond een storing in het dataverkeer. Daardoor kwamen de gegevens niet meer door bij de verkeerscentrale en konden zij niet meer zien wat er in de tunnel gebeurde. Dat kan absoluut niet.’

‘Een oplossing kan zijn dat we overschakelen op lokale bediening, maar in dit geval was er door de storing ook lokaal geen ontvangst van data mogelijk. Dan is er nog maar 1 optie: de tunnel moet dicht, want de veiligheid van de weggebruiker gaat voor het ongemak van een afgesloten tunnel.’

De menselijke factor

De techniek maakt het beheer complex, maar de menselijke factor doet ook een duit in het zakje. Reinking: ‘Dan bedoel ik dat we met zoveel partijen samenwerken: gemeenten, bedrijven als KPN en aannemers. Voor het onderhoud binnen de tunnel kan dat een andere aannemer zijn dan de aannemer die verantwoordelijk is voor de weg naar de tunnel toe. Verder moeten we rekening houden met de weggebruikers bij alles wat we doen.’

Meer standaardisering, sneller problemen oplossen

Reinking: We zijn hard aan het werk om alle tunnels die wij beheren te vernieuwen. Dat is nodig, want de installaties en systemen raken verouderd en dat verhoogt de kans op storingen. We werken dan ook toe naar meer standaardisering, waardoor we storingen sneller kunnen oplossen.

Elke tunnel die we renoveren voldoet daarna aan de nieuwste landelijke tunnelstandaard. Daarin ligt vast aan welke eisen een tunnel moet voldoen. Het onderhoud en de bediening worden dan makkelijker, omdat tunnels meer op elkaar lijken. Zo wordt ook de training van bedienaars eenvoudiger en kunnen zij gemakkelijker bij verschillende tunnels werken.’

Meer weten?

 Wilt u meer weten, bekijk dat onze pagina tunnels.