Interview

Een inkijkje in het leven van de steenfabriekarbeiders

Gepubliceerd op: 28 juni 2021, 09.56 uur

Tijdens archeologisch onderzoek in de Beijenwaard bij Spijk zijn onder meer resten van een steenfabriek blootgelegd. Archeoloog Eric Norde van archeologisch adviesbureau RAAP vertelt over de fabriek die een eeuw lang in het gebied stond.

Steenfabrieken waren beeldbepalend voor de uiterwaarden van de Gelderse rivieren, bij Spijk stonden er zelfs 5, waarvan 1 in de Beijenwaard. ‘De geschiedenis daarvan is relatief goed gedocumenteerd’, vertelt Eric Norde. ‘We hebben bijvoorbeeld de oorspronkelijke vergunningsaanvraag in bezit en de grove historie staat op papier, op detailniveau voegt dit archeologisch onderzoek veel toe. Samen met de Stichting Historie Grofkeramiek brengen we de steenfabriek verder in kaart.’

Herkenbare restanten

Globaal is de steenfabriek in gebruik geweest tussen 1850 en 1938. ‘De eerste vergunning is uit 1830, maar we weten niet precies wanneer de fabriek geplaatst is. Het hele productieproces komt bij ons onderzoek in beeld: van het afgraven van klei, via het vormen van de baksteen, tot het moment dat die baksteen de oven ingaat. De restanten van de steenfabriek zijn heel tastbaar en herkenbaar. Meestal vinden archeologen vooral verkleuringen in de grond waar de leek niks mee kan. Nu vinden we fundamenten van de steenpersen, de stoommachine die de persen aandreef, de mallen waar de bakstenen in gevormd zijn en zelfs scheppen van arbeiders die de klei afgroeven.’

Zwaar seizoenswerk

‘Voor die arbeiders krijg je veel respect’, vertelt Eric Norde. ‘100.000 bakstenen hebben ze geproduceerd, met de hand uitgegraven, in mallen geperst en met een smalspoor richting de oven gereden. Dat was allemaal handwerk. Uit historische bronnen weten we dat er ook kinderen werkten vanaf 9 jaar. De arbeiders behoorden tot de laagste sociaaleconomische klassen, de meeste gemeenten waren ook niet blij met dit zogenoemde ‘stenenvolk’. Het was seizoenswerk. Tijdens hoogwater stond het gebied onderwater, en kon er niet worden gewerkt. Dan waren de arbeiders overgeleverd aan de armenzorg, werkloosheidsuitkeringen bestonden (nog) niet.’

Erbarmelijke leefomstandigheden

De arbeiders woonden in huisjes op het terrein, maar ook de directeur woonde er. ‘Die arbeidershuisjes gaan we later blootleggen, dan krijg je echt een inkijkje in de leefomstandigheden van die arbeiders, die waren erbarmelijk. Veel is bekend over de geschiedenis van de steenfabrieken in de Gelderse uiterwaarden. Maar die fabrieken zijn de afgelopen decennia vrijwel allemaal relatief geruisloos gesloopt. Archeologisch onderzoek vond meestal niet plaats, omdat het een betrekkelijk recente periode omvat. Als het over personen gaat is vooral het verhaal van de directeur bekend. De arbeider was toen niet interessant. Het onderzoek en de vondsten van nu geven veel meer inzicht in het leven van die arbeiders.’

Meer nieuws Boven-Rijn: aanleg overnachtingshaven Spijk