‘Een schip kan je niet zomaar even stilzetten’
‘Ik sta voor een dichte brug, maar ik zie helemaal nog geen schip aankomen.’ Het is een vaak gehoorde opmerking. Hoe zit dat precies? Waarom passeert een schip vaak pas minuten nadat de hef helemaal omhoog staat?
‘Als een schip op 800 m van de Spijkenisserbrug vaart, dan moet de hef helemaal omhoog staan,’ vertelt Cees van der Spek, nautisch beheerder bij Rijkswaterstaat. ‘Het is het zogeheten point of no return. Mocht de hef door een storing niet opengaan, dan heeft de schipper nog genoeg tijd om maatregelen te nemen.’
Deze veiligheidsmarge is ingevoerd naar aanleiding van een incident in 2017. ‘Op een zeker moment was de brug in storing waardoor de hef niet omhoog ging. Een zeeschip kon toen maar net een aanvaring met de brug voorkomen. Om zo’n situatie in de toekomst te voorkomen, is toen deze 800 m ingesteld.’
Koers houden
In de praktijk betekent 800 m dat een schip onder de Botlekbrug doorvaart, terwijl de Spijkenisserbrug al omhoog staat. Of, vanaf de andere kant: dat een schip nog de bocht om moet komen. Dat klinkt erg ruim. ‘Maar vergeet niet: een auto kun je makkelijk even stilzetten, voor een schip geldt dat niet. Een schip moet altijd een bepaalde snelheid houden om koers te houden. Anders wordt hij speelbal van de stroming, golven en de wind. Dat speelt ook mee bij deze marge.’
Een brugopening duurt nu gemiddeld negen tot twaalf minuten. ‘Dat is niet eens zoveel langer dan voorheen. Want toen was een schipper eerder geneigd om iets af te remmen, juist omdat hij de hef vaak nog niet helemaal open zag staan. Dat vaart minderen en weer op gang komen kost extra tijd. De schepen hoeven minder af te stoppen, waardoor de vaart erin blijft. In de praktijk betekent dat wel dat je als weggebruiker soms voor een open brug staat, terwijl je nog geen schip ziet.’
Lees meer over de renovatie van de brug op de projectpagina Oude Maas: renovatie Spijkenisserbrug.
Systemen en data slim koppelen
De ontwikkelingen staan niet stil: met behulp van AI onderzoekt Rijkswaterstaat momenteel, samen met andere betrokken partijen, hoe het vervoer over water efficiënter kan worden ingericht, met minder hinder voor het wegverkeer.
‘Dat doen we door verschillende systemen en data slim aan elkaar te koppelen. Daarmee kunnen we bijvoorbeeld tot een dynamisch point of no return komen: wanneer een schip tegen de stroom in vaart, dan zou dit punt dichter bij de brug kunnen liggen. Een andere verbetering is een bedienadvies: dat het volgende schip pas over twintig minuten mag passeren, zodat eerst de files bij de brug kunnen oplossen.’
In gesprek met bedrijven
De komende vijf jaar wordt dit onderzoek verder uitgebouwd. ‘In de tussentijd blijven we met bedrijven in gesprek: is het echt nodig dat jouw schip moet passeren tijdens de spits, wanneer het meeste verkeer er last van heeft? En we kijken of we schepen in elkaars directe nabijheid vaker kunnen clusteren, zodat de brug minder vaak open hoeft. Want een brug, wat je ook verzint, geeft altijd hinder voor het wegverkeer. Maar we kunnen deze hinder wel helpen verzachten.’