Rijkswaterstaat-monitoring laat zien: minder zwerfafval op strand en drijvend op zee
Zwerfafval in zee en langs de kust, wie kent de beelden niet. Afval kan schadelijke gevolgen voor het ecosysteem en negatieve gevolgen voor de mens hebben. Nederland werkt in OSPAR verband (Oslo-Parijs conventie) actief samen met landen in het Noordoost-Atlantische Oceaangebied om zwerfafval te verminderen.
Als beheerder van het Nederlandse deel van de Noordzee houdt Rijkswaterstaat zich bezig met maatregelen voor het terugdringen van het afval en met de monitoring van afval op de kust en in zee. De monitoringsrapportages over de periode 2015-2020 laten significante afnames zien van het strandafval en van plastic deeltjes in de magen van Noordse stormvogels.
Significante afnames strandafval
De gemiddelde hoeveelheid macro-afval (stukjes groter dan 2,5 cm) over de periode 2018-2020 is 135 afvalitems per 100 m strand. Hierin hebben zee-gerelateerde items (onder andere visnetpluis en stukjes touw) en single use plastics (onder andere plastics flesjes, doppen) kwantitatief een belangrijk aandeel. Deze hoeveelheid ligt echter nog ruim boven de Europese aanbevolen norm (threshold value) van 20 items per 100 m. Daarom is er op onze stranden nog circa 85% reductie van marien afval nodig om te voldoen aan deze threshold value (er is geen wettelijke norm voor de hoeveelheid strandafval).
Trendanalyses van strandafval over de afgelopen 6 jaar (2015-2020) geven aan dat de hoeveelheid strandafval statistisch significant afneemt met circa -17 stuks afval per 100 m strand per jaar.
Monitoring strandafval
Rijkswaterstaat organiseert sinds 2001 de monitoring van strandafval. Deze monitoring biedt inzicht in de hoeveelheden, samenstelling en de herkomst van het afval. Dat is nodig om de omvang van het probleem in kaart te brengen en als basis voor een effectieve aanpak om zwerfvuil in zee te verminderen. Stichting De Noordzee voert in opdracht van Rijkswaterstaat de strandafvalmonitoring uit op 4 vaste strandlocaties aan de Nederlandse kust. Al het aangetroffen afval op strandlengte van 100 m wordt volgens het internationaal vastgestelde OSPAR protocol geteld en geclassificeerd.
Significante afname drijvend afval
Verder organiseert Rijkswaterstaat de indicator voor drijvende stukjes plastics op de Noordzee. Het gaat hierbij om stukjes plastic die in de magen van Noordse stormvogels worden aangetroffen, omdat ze door deze vogels ten onrechte als voedsel worden aangezien. In de magen van Noordse stormvogels worden aanzienlijke hoeveelheden plastics gevonden. Die vermoedelijk schadelijk zijn, omdat ze de maag voor een deel vullen waardoor deze vogels onvoldoende kunnen eten. Het onderzoeksinstituut Wageningen Marine Research (WMR) voert al sinds 20 jaar deze monitoring en beoordeling van de resultaten (trendanalyse en vergelijking met de regionale threshold value) uit.
De monitoringsrapporten geven een significante afname van kleine stukjes plastics in magen van de Noordse stormvogels aan de Nederlandse kust en in de gehele Noordzee aan. Beide afnemende trends laten zien dat de huidige landelijke en regionale afvalreductie-maatregelen goede effecten hebben en moedigen aan tot voortzetting van het Nederlandse beleid op dit gebied.
Tot slot organiseert Rijkswaterstaat sinds 2013 de monitoring van zeebodemafval. Deze monitoring wordt uitgevoerd door WMR met behulp van een visnet. Ook alle andere Noordzeelanden voeren deze monitoring uit en er wordt een gezamenlijke OSPAR-Noordzee-beoordeling gemaakt.
Nieuwe monitorings- en beoordelingsmethoden
Rijkswaterstaat heeft meegewerkt aan de ontwikkeling van een Europese aanbevolen norm voor de maximale hoeveelheid strandafval (threshold value) van 20 items per 100 m strand. In 2021 gaat RWS in samenwerking met de WUR microplasticgroep verder om de Nederlandse monitoringmethode voor microplastics in zeebodem op te zetten.
LitteR software afgerond
Samen met Wageningen Environmental Research heeft Rijkswaterstaat na jaren van ontwikkeling, in 2020 de litteR software voor data-analyse van strandafval, zeebodemafval en andere soorten afval afgerond. Het verder ontwikkelen en verbeteren van de monitoring- en beoordelingsmethoden voor marien afval is belangrijk om ook in de toekomst de effecten van lokaal, nationaal en internationaal beleid en maatregelen op marien zwerfvuil nog beter te kunnen vaststellen.
Internationale samenwerking
Rijkswaterstaat is namens Nederland verantwoordelijk voor de monitoring en de beoordeling van de toestand en trend van zwerfafval langs de kust en in zee. Nederland monitort in OSPAR verband strandafval, plastic deeltjes in de magen van Noordse stormvogels en zeebodemafval. Hiermee dragen wij bij aan de ontwikkeling van een indicator voor microplastics in marien sediment. Het organiseren van de monitoring is de taak van Rijkswaterstaat en diverse onderzoeksinstituten verzorgen de uitvoering.
Gezamenlijke maatregelen
Deze monitoring wordt in belangrijke mate gestuurd door de internationale afspraken vanuit OSPAR. Hierin zijn 15 Europese landen vertegenwoordigd voor de Noordzee en de Noordoost-Atlantische Oceaan. Naast monitoring en de beoordelingen werken de verdragspartijen in OSPAR met gezamenlijke maatregelen aan het terugdringen van marien zwerfvuil – zie het Action Plan for Marine Litter | OSPAR Commission. Ook werkt Rijkswaterstaat samen in de Europese Task Group Marine Litter (TGML) in het kader van de Europese Kader Richtlijn Marien (KRM) aan een schoner en gezonder marien milieu.
De monitoringrapportages zijn beschikbaar op: