Nieuwsbericht

Kansen voor de natuur rondom de Noordtunnel

Gepubliceerd op: 7 maart 2024, 16.52 uur

Bij de renovatie van de tunnels in Zuid-Holland kijken we naar de omliggende natuur, zoals in wetgeving wordt voorgeschreven. Ecoloog Ruud Hendriks deed in het voorjaar van 2023 een eerste natuurtoets bij de Noordtunnel.

Hij wandelde rond de tunnel en bracht in kaart welke diersoorten er allemaal leven. En hij dacht mee over maatregelen waarmee we de biodiversiteit rondom de tunnel kunnen vergroten. ‘We kijken of we iets extra’s kunnen doen!’

De omgeving in kaart brengen

‘Ons onderzoek bestaat uit verschillende onderdelen. Voordat ik eropuit ga, raadpleeg ik de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Daarin zetten veel partijen, zoals natuurorganisaties en overheden, welke waarnemingen er in een gebied zijn gedaan. Dus voordat ik bij de tunnel ben, weet ik al heel veel over de planten- en diersoorten die mogelijk aanwezig zijn.’

‘Vervolgens kijk ik ter plaatse welke dieren er kunnen leven. Waar zijn hun nesten? Waar halen ze hun eten vandaan? Maar ik kijk ook naar de biotopen, de gronden en de gebouwen. Ik beschrijf alles en zo ontstaat een gedetailleerd beeld van de natuurlijke omgeving rondom de tunnel. En dan inventariseer ik de eerste kansen en mogelijkheden.’

Kansen zoeken

De inventarisatie van kansen en mogelijkheden helpt om ideeën te bedenken voor een maatregelenpakket. ‘Neem bijvoorbeeld de gebouwen. Boven de ingangen van de tunnel heeft Rijkswaterstaat gebouwen staan. Die bieden vanuit mijn perspectief kansen om te vergroenen. Je kunt er een groen dak opleggen, maar je kunt bijvoorbeeld ook vogel- of vleermuiskasten plaatsen.’

‘Een ander voorbeeld is de weg zelf. Die is een barrière voor de meeste dieren. Daar kunnen ze niet doorheen, en in een aantal gevallen ook niet overheen. Bij de Noordtunnel bieden de bestaande viaducten aan de westzijde misschien mooie kansen. Die zijn relatief ruim opgezet en ze bieden ruimte om met kleine aanpassingen een passage te creëren, zodat dieren kunnen oversteken.’

Vleermuizen helpen oversteken

Ook voor de vleermuizen rondom de Noordtunnel zouden we kleine aanpassingen kunnen maken. ‘Naast die faunapassages kunnen we ook vleermuizen de weg over helpen. Een vleermuis maakt bij het vliegen gebruik van geleiding, bijvoorbeeld door een bomenrij te volgen. Als de bomenrij ophoudt, dan gaat hij lager vliegen. Zo blijft hij buiten het bereik van uilen en andere roofvogels.’

‘Bij het oversteken van een snelweg gaat een vleermuis dan ook lager vliegen. Daar is immers de geleiding weg. Maar dan loopt hij wel het risico om door een vrachtwagen geschept te worden.’

‘Je kunt overwegen om de bestaande portalen over de snelweg enigszins aan te passen, om vleermuizen te helpen met oversteken. Als zo’n portaal bijvoorbeeld aansluit op een bomenrij, en je een deel van het portaal dicht maakt zodat ze ook geen last hebben van het licht, blijft een vleermuis de lijn volgen en kan hij zonder gevaar de weg over.’

‘Dit soort ingrepen draagt niet alleen bij aan het verminderen van het aantal dieren dat wordt aangereden. Het is ook goed voor de genenuitwisseling. Als soortgenoten aan weerszijden van de A15 met elkaar in contact komen, is dat beter voor de soort. Je krijgt dan minder ziektes en de populaties worden sterker en weerbaarder.’

Wat is haalbaar?

‘Zo zijn er verschillende kleine maatregelen die we kunnen nemen om de dieren te beschermen en de biodiversiteit te versterken. Niet alles is natuurlijk haalbaar. De omgevingsmanagers bespreken de haalbaarheid en mogelijkheden. Natuurvriendelijke oevers zijn wellicht een goed idee, maar hoe zit het dan met onderhoud en beheer?’

‘We kijken wat we kunnen doen bij de Noordtunnel. Wettelijk ben je verplicht om bijvoorbeeld met je werkzaamheden bij vogels uit de buurt te blijven in het broedseizoen. Maar het gaat helemaal niet goed met de biodiversiteit in Nederland. Daarom proberen we bij de Noordtunnel niet alleen diersoorten te beschermen, maar waar mogelijk ook de biodiversiteit te vergroten. Dan kunnen we echt meerwaarde creëren.’