Werkzaamheden

Kamerbrief 23 juni 2022: wegverbreding A6 Almere Oostvaarders-Lelystad vertraagd

Gepubliceerd op: 19 juli 2022, 10.33 uur - Laatste update: 28 februari 2023, 14.21 uur

De minister van Infrastructuur en Waterstaat schreef op 23 juni 2022 in een brief aan de Tweede Kamer welke 11 stikstofgevoelige aanlegprojecten prioriteit krijgen en als eerste worden gestart. Hier valt het project verbreding A6 Almere Oostvaarders – Lelystad voorlopig niet onder.

In het najaar van 2022 wordt met de provincie Flevoland bekeken of het project snelweg A6 Almere Oostvaarders – Lelystad alsnog kan worden toegevoegd aan lijst met voorrangsprojecten. Er zijn te weinig deskundigen voor de verplichte stikstofberekeningen.

Tekort aan stikstofdeskundigen

Het kabinet heeft grote plannen gemaakt om stikstofuitstoot terug te dringen, zodat Nederlandse natuurgebieden kunnen herstellen. Onderdeel hiervan is het maken van stikstofberekeningen en het beoordelen van mogelijke effecten hiervan op de natuur.

Ook moet worden aangegeven welke maatregelen moeten worden genomen om negatieve effecten op de natuur te voorkomen. Het aantal deskundigen dat deze berekeningen en beoordelingen kan maken is beperkt en daarom moeten er keuzes gemaakt worden in de volgorde van de projecten.

De minister is nu tot een definitief besluit gekomen van 11 stikstofgevoelige aanlegprojecten die als eerste worden gestart. De rest van de planuitwerkingsprojecten volgt later. De projecten zijn vermeld in de MIRT-brief.

A6 Almere Oostvaarders-Lelystad mogelijk later toegevoegd aan lijst voorrangsprojecten

Zoals vermeld in de MIRT-brief heeft de minister met de provincie Flevoland nog een aparte afspraak gemaakt. In het najaar 2022 wordt samen met de provincie Flevoland bekeken of het project A6 Almere Oostvaarders – Lelystad alsnog kan worden toegevoegd aan de lijst met projecten die als eerste worden voorbereid. De provincie kijkt of zij daarvoor stikstofdeskundigen beschikbaar kan stellen.

Criteria voor de keuze van de top 11 van voorrangsprojecten

De beslissing van de minister is geen makkelijk besluit omdat alle projecten nodig zijn om Nederland veilig, bereikbaar en leefbaar te houden. Voor het afwegingskader zijn de onderstaande criteria gebruik om projecten te voorrang te geven:

  • Verbeteren van de verkeersveiligheid;
  • bijdragen aan grote fileknelpunten;
  • bijna klaar zijn in voorbereiding en daarom sneller kunnen worden uitgevoerd dan andere projecten;
  • samenhangen met andere grote projecten voor bijvoorbeeld het onderhoud of renovatie van bestaande wegen, spoorwegen, vaarwegen en waterwerken;
  • evenwichtig verdeeld over ons land;
  • gezamenlijk zijn voor te bereiden, wat tot minder werk leidt;
  • geen financieel tekort dat nog opgelost moet worden.