De digitale tunnelinspectie: snel én betrouwbaar
In enkele uren een hele tunnelbuis van de Tweede Beneluxtunnel controleren op lekkages en betonschade? Dat is eigenlijk niet te doen. Daarom besloot Project Tunnelrenovaties Zuid-Holland (PTZ) het anders aan te pakken. Een digitale inspectie leverde niet alleen tijdwinst op, maar ook een beter beeld van de situatie in de tunnel.
De warmste Rotterdamse dag van het jaar was amper achter de rug. Terwijl de hitte nog nazinderde, werd in de nacht van 1 op 2 juli 2025 vlakbij de metroremise Waalhaven een aanhanger met scanapparatuur bovenop een spoorlorrie gehesen.
Na de bevestiging met spanbanden, zorgvuldige uitlijning en uitvoerige testen begon deze bijzondere wagon zijn korte reis naar de Tweede Beneluxtunnel.
Dit was een bijzonder moment. Als ‘eigenaar’ is Rijkswaterstaat verantwoordelijk voor de constructieve veiligheid, het beheer en onderhoud van de zes tunnelbuizen van de Tweede Beneluxtunnel.
In eerdere inspecties van de twee door de metro gebruikte buizen waren kleine lekkages en betonschades ontdekt. Om de aard en omvang van deze schadebeelden grondig te onderzoeken, is normaal gesproken een aanzienlijk tijdsvenster nodig.
Beperkte tijd
In de praktijk is de beschikbare tijd voor zulke inspecties beperkt. Volgens de beheersovereenkomst tussen Rijkswaterstaat en de RET, het Rotterdamse openbaar vervoerbedrijf dat beide tunnels gebruikt, moeten inspecties waar mogelijk buiten de reguliere dienstregeling van het metroverkeer plaatsvinden.
Zo bleef er nog maar een venster van 3 uur over, van ongeveer 01.30 tot 04.30 uur ’s nachts. Veel te weinig tijd om inspecteurs de buizen in te sturen en alles nauwkeurig vast te leggen. En dus besloot PTZ tot een andere aanpak.
Met digitale opnames, zoals fotografie, thermografie en 3D-laserscanning, is het namelijk wel mogelijk om binnen die korte tijd een betrouwbaar beeld te krijgen van de onderhoudstoestand van de metrobuizen.
Om die reden ging in de nacht van 1 op 2 juli 2025, en de nacht erna, de treinlorrie met een 3D-laserscanner en een reeks fotocamera’s met 1,5 km/h door de Tweede Beneluxtunnel. De scanner genereerde continu een driedimensionale puntenwolk en thermografische opnames, terwijl de camera’s periodiek foto’s maakten.
Door de 3D-scans met de foto’s te combineren, kon later een doorlopend en gedetailleerd beeld van de tunnel worden opgebouwd.
Schades in één oogopslag
De opnames leverden enorme datasets op: ongeveer 250 gigabyte per metrobuis. Deze gegevens zijn verwerkt in het softwarepakket Tunnel-Inspektor, waarin de tunnel als het ware platgevouwen wordt weergegeven.
In één compleet beeld zijn alle onderdelen zichtbaar, van spoorstaaf tot plafond, met een overzicht van scheuren en andere afwijkingen. Zo is in één oogopslag te zien waar schades zich bevinden en hoe ze zich verhouden tot het ontwerp van de tunnel.
De thermografische beelden brachten daarnaast temperatuurverschillen in kaart met een nauwkeurigheid van 0,1 °C. Zulke verschillen kunnen wijzen op vocht of holle ruimtes, maar ook op geometrische overgangen, hoeken of uitsteeksels. Daarom moesten opvallende afwijkingen altijd ter plekke worden gecontroleerd tijdens vervolginspecties.
Want fysieke controles blijven nodig. Maar deze nieuwe aanpak heeft zijn waarde in de Tweede Beneluxtunnel ontegenzeggelijk bewezen. Omdat het de kwaliteit van de inspecties verbeterde en het mogelijk maakt in vervolgonderzoeken gerichter te inspecteren, omdat het proces versneld werd en omdat toekomstige renovatieaannemers de digitale beelden kunnen gebruiken bij hun voorbereidingen. Er is dus een goede kans dat ook andere tunnels in de toekomst digitaal doorgelicht gaan worden. Of het tijdsvenster nu heel smal is, of best ruim.