Interview

600 jaar Elisabethsvloed; de feiten en mythes op een rijtje

Gepubliceerd op: 15 september 2021, 08.43 uur - Laatste update: 17 september 2021, 13.57 uur

Een gigantische golf vaagde 600 jaar geleden hele stukken van Nederland, Engeland en Vlaanderen weg. Over die Sint-Elisabethsvloed doen sindsdien de wildste verhalen de ronde, maar wat is daar eigenlijk allemaal van waar? En wat betekende deze vloed voor de ontstaansgeschiedenis van Nederland en Rijkswaterstaat? We vroegen het Rijkswaterstaat-historicus Bert Toussaint.

Bert, wat was die Elisabethsvloed precies? ‘De Elisabethvloed is een grote overstroming die plaatsvond in de nacht van 19 op 20 november 1421. Stormachtig weer op zee zwiepte de golven op de Noordzee op waardoor in delen van West-Nederland, Zeeland en Noord-Holland grote gebieden overstroomden. Ook in Vlaanderen en Engeland verdwenen hele dorpen. Uit recent onderzoek, onder anderen gedaan door een oud-Rijkswaterstater, blijkt dat de Sint-Elisabethsvloed qua zwaarte op de 10e plek van stormvloeden staat.’

‘In Nederland was de schade vooral groot in de regio Dordrecht, in het gebied dat we nu de Biesbosch noemen. In 1421 verdween de polder Grote Waard onder water. Er is nog geprobeerd om die polder weer droog te maken, maar dat was bijzonder lastig. Zeker toen er in 1424 wéér een stormvloed kwam: de 2e Sint-Elisabethsvloed. Er ontstond toen een binnenzee die liep van het noorden van Noord-Brabant tot aan Dordrecht. In die tijd werd Dordrecht een eiland en ontstond er in die regio een compleet ander landschap.’

De gevolgen

‘Volgens toenmalige geschiedschrijvers verdwenen er 72 dorpen geheel in de golven en werd het aantal slachtoffers geschat op zo’n 100.000. Aan dit cijfer dankt de vloed een deel van zijn reputatie. De cijfers kloppen echter niet. Er woonden destijds namelijk veel minder mensen in die dorpen dan er werd voorgespiegeld in de verhalen. De heersende graaf schroefde de cijfers echter flink op om de schuldvraag van de verwaarloosde dijken weg te poetsen: kijk eens hoe zielig we zijn met zoveel slachtoffers.’

Het ging om een kleine dijkdoorbraak, waarbij het water langzaam het gebied overspoelde

Verhalen en kunst

‘In recent onderzoek is een model gebruikt om de stormvloed na te bootsen. Daaruit kwam naar voren dat het om een kleine dijkdoorbraak ging, waarbij het water langzaam het gebied overspoelde. Bijna iedereen kon wegkomen, al waren er nog steeds tientallen slachtoffers te betreuren. Dit waren er echter veel minder dan de vele duizenden uit de verhalen.’

‘Ook in de kunst en cultuur liet de vloed haar sporen na. In het Rijksmuseum hangt een beroemd schilderij over de vloed (zie foto), gemaakt aan het eind van de 15e eeuw. Daarin is ook met veel drama het volstromen van het gebied verbeeld, wat bijdroeg aan de reputatie van de ramp. Ook doken er decennialang rampverhalen op. Zo deed het verhaal de ronde dat er een wieg aangespoeld zou zijn met een baby en een kat erin. De kat zorgde de hele tocht op het water voor de verdeling van het gewicht. Dat soort verhalen spraken zeer tot de verbeelding en werden doorverteld. Ook dat droeg natuurlijk bij aan de beeldvorming.’

3 Elisabethsvloeden

‘Wat verder bijzonder is, is dat er eigenlijk 3 Elisabethvloeden plaatsvonden: in 1404, 1421 en 1424. Allemaal dus op dezelfde dag: 19 november. Stormvloeden werden vroeger namelijk genoemd naar de dag dat-ie plaatsvond en droeg dan de naam van een katholieke beschermheilige. In dit geval Sint-Elisabeth van Thüringen.’

Van landbouw naar visserij

‘Na de 3e vloed in 1424 werden er nog stukken land ingepolderd, maar het water bleef. Er ontstond een krekenlandschap. Dit dwong de bewoners uit het voormalig welvarende landbouwgebied iets anders te gaan doen. Boeren ging immers niet meer. De mensen pasten zich aan en gingen vissen. De visserij werd een bloeiende bedrijfstak en speelde eeuwenlang een belangrijke rol in de lokale economie.’

Dijkonderhoud

‘Iedereen was het er destijds over eens: zo’n watersnoodramp moeten we zien te voorkomen. Maar hoe? Volgens de heersende graaf moest het dijkonderhoud verbeteren. Hij richtte in 1425 het Hoogheemraadschep Krimpenerwaard op en verplichtte de burgers om mee te werken aan het dijkonderhoud om verwaarlozing te voorkomen. Het is inmiddels gefuseerd tot Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. De burgerplicht tot dijkonderhoud was een wisselend succes, mede door de Hoekse en Kabeljauwse twisten (een burgeroorlog) die destijds plaatsvond. Heel plat gezegd hadden de burgers soms wel wat anders aan hun hoofd dan dijkonderhoud.’

De burgerplicht tot dijkonderhoud was een wisselend succes

Waterbeheer beter organiseren

‘We maken een sprong in de tijd: eind 15e eeuw ontstond de Biesbosch waar de Waal op ging uitmonden. De Waal schoof op naar het oosten, werd steeds steiler en ging sneller stromen, waardoor hij meer water uit de IJssel trok. De IJssel verzandde en werd een kleinere rivier qua afvoer. Steden langs de IJssel, zoals Deventer en Zwolle, konden minder vervoeren over de rivieren en hadden daar veel last van. De economie in Overijssel kreeg hierdoor na verloop van tijd grote klappen. Na 1750 ontstond het idee om het waterbeheer beter te gaan organiseren. Dit zou uiteindelijk de basis vormen voor Rijkswaterstaat, dat in 1798 in het leven werd geroepen.’

Herdenkingsprogramma

‘De historische ramp van 600 jaar geleden heeft nu dus nog steeds een actuele betekenis. Het is belangrijk om te laten zien hoe een grote overstroming een deel van een land kan ontwrichten. Dat zag je afgelopen juli nog in Limburg. Met een groot aantal partners, zoals provincies, waterschappen en gemeentes werken we samen aan het waterbeheer. En dat betekent niet alleen het water tegenhouden, maar ook werken mét het water, zoals gebeurde bij het programma Ruimte voor de Rivier. Samen met onze partners dus, dát is de kracht van ons waterbeheer.’

Expositie Keringhuis uitgebreid

In het Keringhuis besteden we dit jaar speciaal aandacht aan de Sint-Elisabethsvloed en aan andere overstromingen in Nederland. Van de oudst bekende overstroming in 838 tot aan de overstromingen van de laatste 100 jaar: de Zuiderzeevloed, de Watersnoodramp van 1953 en de overstromingen in het rivierengebied. We laten ook zien hoe we ons land beschermen tegen overstromingen, want Rijkswaterstaat, het Hoogwaterbeschermingsprogramma en de waterschappen blijven werken aan een veilig en leefbaar Nederland. Later in het jaar is ook in het Biesboschmuseum een expositie gewijd aan dit thema.

In het themajaar 600 jaar Sint-Elisabethsvloed werken ruim 60 partners samen. Met aandacht voor de historie, natuur, hoogwaterbescherming en het klimaat.