Interview

Wilbert de Goei: het ‘oliemannetje’ van Sluis Delden

Gepubliceerd op: 12 juni 2025, 15.52 uur

Een mooiere werkplek dan Sluis Delden kan Wilbert de Goei zich niet voorstellen. Tussen de karakteristieke witte torens met hun al even kenmerkende rode pannendaken is de objectdeskundige van Rijkswaterstaat helemaal in zijn element. Hij vertelt graag over het complex, dat behalve voor de scheepvaart ook van groot belang is voor de waterhuishouding.

Met een weids gebaar zwaait De Goei de deur van zijn kantoor open. De geur van koffie komt je tegemoet. Hij laat graag zijn werk achter het scherm even voor wat het is, om zijn bezoek rond te leiden. ‘Want ik ben echt een buitenmens’.

Veel onderhoud

In de 5 jaar dat hij nu voor Rijkswaterstaat werkt, heeft de man die een achtergrond heeft als werktuigbouwkundige zich geen dag verveeld. ‘Er is altijd wel iets te doen,’ klinkt het enthousiast. Het uit de jaren 30 daterende complex vergt veel onderhoud. ‘Het is net als met een auto,’ zegt De Goei. ‘Die slijt ook als je hem veel gebruikt.’ Dat geldt bijvoorbeeld voor de kettingen en motoren die nodig zijn om de dik 66 ton wegende sluisdeur (en de bijbehorende contragewichten) in beweging te krijgen. En voor de pompen die het water aanvoeren.

Lakschade

Ook de buitenkant lijdt onder het intensieve gebruik. Schepen raken de torens soms, wat niet direct gevaar oplevert, maar ze laten daarbij wel laksporen na. ‘Dit komt doordat schepen vatbaar zijn voor de wind, juist op het moment dat ze langzaam op de sluis afvaren,’ zegt De Goei. Schepen worden ook steeds groter. De Hyade bijvoorbeeld is deze ochtend op doortocht richting de IJssel en past maar nét in de kolk.

‘Het hoogteverschil dat de sluis hier in Delden helpt overbruggen, is een dikke 6 m,’ weet De Goei. ‘Het schutten zelf gebeurt sinds 2020 op afstand, vanuit sluis Eefde.’ Uit het geraas waarmee de kolk vol water loopt blijkt wel dat dit in hoog tempo gaat. Even later gaan de hefdeuren een stukje omhoog en loopt het water snel weer terug kanaal in.

Ogen en oren

Dit gaat zo meer dan 30 keer per dag. De Goei vertelt ondertussen dat hij in Delden fungeert als “ogen en oren” van Rijkswaterstaat. ‘Als ik op mijn ronde zie dat er onderhoud of reparatie nodig is, dan geeft ik dat door. Ik voer veel overleg met verschillende afdelingen van Rijkswaterstaat en met aannemers. Zie mij maar als het oliemannetje dat zorgt voor de smering tussen de mensen die zorgen voor de instandhouding van het complex.’

Maar De Goei doet meer, zo is hij ook adviseur watermanagement. ‘De laatste tijd ben ik bezig met het uitwerken van de praktische kant van het waterakkoord Twentekanaal.’ Dat akkoord bevat bestuurlijke afspraken over waterkwaliteit en de aan- en afvoer van water tussen het Twentekanaal en riviertjes als Berkel en Regge. ‘Die traden vaak buiten hun oevers. Door water af te voeren voorkomen we dat. Andersom kunnen we bij droogte juist water inlaten. Maar daarvoor moeten onze pompen wel werken. De kosten daarvan breng ik in beeld zodat we ze kunnen doorberekenen aan het waterschap.’

Minister

De objectdeskundige vertelt dat hij regelmatig kennis deelt met mensen van Rijkswaterstaat en het Waterschap, bijvoorbeeld door lezingen te geven over hoe de sluis en watersystemen hier werken. ‘Een paar jaar geleden heb ik zelfs minister Harbers bijgepraat tijdens een rondleiding. Dat was na de verruiming van de Twentekanalen.’

Op weg naar het gemaal begint hij spontaan over de huizen op het terrein. ‘Die laten mooi zien welk carrièrepad je vroeger kon volgen. Je begon als sluisknecht in de eenvoudigste woning. Werd je sluiswachter, dan betrok je de hoekwoning. De vrijstaande woning met erker was voor de sluismeester. We gebruiken de gebouwen nu als kantoor, voor opslag en als kantine.’

Sluipschutters

Terwijl duiven druk om de torens heen cirkelen, vertelt De Goei dat daar in 1945 Duitse sluipschutters zaten. ‘Die leverden de slag met Britse en Canadese troepen.’ Een plaquette bij het gemaal herinnert aan de zware strijd van de geallieerden. Dit gedenkteken staat vlak bij de zogeheten krooshekreiniger die automatisch rommel uit het water haalt, om de doorstroming te waarborgen. Binnen staan indrukwekkende pompinstallaties en kasten vol besturingstechniek.

De Goei zegt tot slot dat hij voor zijn werk ook regelmatig de regiokantoren in Hengelo en Zwolle bezoekt, maar het liefst is hij elke dag in Delden. ‘Kijk om je heen en zie hoe mooi dit allemaal is. Ik heb echt een geweldige baan. Ik wil dit nog jaren doen.’

Het Twentekanaal: feiten en cijfers

  • De aanleg van het kanaal begon op 12 maart 1930.
  • Het deel tussen Eefde en Enschede is 47 km lang, de zijtak Delden-Almelo is 16 km lang.
  • Doel was om de textielindustrie in Twente beter van grondstoffen te voorzien zoals kolen.
  • Het was de tijd van de werkverschaffingsprojecten, een stuk van 14 km werd met de hand gegraven.
  • Het hoogteverschil tussen de uiteinden Zutphen en Enschede is 20 m. Om dat verschil te overbruggen zijn er drie schutsluizen: bij Eefde, Delden en Hengelo.
  • Dirk Roosenburg ontwierp de sluizen.

Meer informatie over het Twentekanaal

Lees meer over het Twentekanaal op de website van Rijkswaterstaat.