Nieuwe aanplantmethodes voor zeegras succesvol in de Grevelingen
Rijkswaterstaat heeft in de zomer van 2025 nieuwe manieren getest om zeegras terug te brengen in de Grevelingen en het Veerse Meer. Twee nieuwe technieken, aanplanten zonder verankering en het planten in een cirkel, blijken op geschikte plekken net zo goed te werken als de methodes die al langer worden gebruikt.
Zeegras is belangrijk voor gezonde kustwateren. Het zuivert het water, slaat CO₂ op en biedt leefruimte aan allerlei kleine dieren, zoals slakjes en jonge vissen. Sinds 2022 werken we samen met verschillende kennispartners aan een vijfjarig project om zeegras terug te brengen in Nederlandse wateren.
Nieuwe manieren van aanplanten
In 2025 richtte het onderzoek zich op twee vragen: hoe kunnen we meer zeegras aanplanten en hoe kan dat goedkoper? Daarom is geëxperimenteerd met nieuwe technieken, zoals planten zonder verankering. Ook is zeegras in een cirkel geplant, een methode die in Denemarken al succesvol wordt toegepast. Daarnaast is geprobeerd bestaande velden te versterken door de hoeveelheid planten te vergroten.
Succesvolle locaties: Veermansplaat en Slikken van Flakkee
De Veermansplaat blijkt opnieuw een van de beste plekken voor zeegrasherstel. Na de aanplant in juni groeide het zeegras hier goed, ongeacht de gebruikte methode. Ook op de Slikken van Flakkee nam de hoeveelheid zeegras duidelijk toe. Helaas was het beeld op de Stampersplaat anders: daar groeide het nieuwe zeegras niet verder en nam ook het zeegras uit 2024 af. De aanleiding voor deze afname wordt nog onderzocht.
Veerse Meer pakt minder goed uit
In het Veerse Meer werden, net als in 2024, de locaties Camping Zandkreek en Kortgene badstrand getest. In 2024 waren dit veelbelovende plekken, maar dit jaar viel het herstel tegen. Het nieuwe zeegras sloeg nauwelijks aan. Alleen bij Kortgene was een kleine verbetering zichtbaar. Ook het zeegras dat in 2024 was aangeplant bleek kwetsbaar.
Alleen bij Camping Zandkreek hebben een klein deel van de planten het overleefd. Rijkswaterstaat en de kennispartners gaan verder onderzoeken waarom de planten in het Veerse Meer het dit jaar zo slecht deden.
Hoe verder richting 2026
Schommelingen in de hoeveelheid zeegras zijn normaal. Rijkswaterstaat en de betrokken partijen (Witteveen+Bos, Rijksuniversiteit Groningen, The Fieldwork Company en Altenburg & Wymenga) houden de ontwikkeling daarom goed in de gaten.
Alle resultaten van 2025 worden verder uitgewerkt en helpen bij het bepalen van de aanpak voor 2026. Dat wordt het laatste jaar van het vijfjarige zeegrasproject in de Grevelingen, het Veerse Meer en de Waddenzee. We hebben het voornemen om ten minste tot en met 2033 door te gaan met zeegrasherstel.