Doelen en resultaten

Rijkswaterstaat voert een proefproject uit om de daling van de rivierbodem door bodemerosie tegen te gaan. Hiervoor voegden we in 2019 op de Boven-Rijn bij Tolkamer voor de 2e keer een 100 cm dikke laag grind aan de rivierbodem toe.

Op dit moment voeren we verschillende metingen uit om te bepalen wat er met het afgezette grind, zogeheten sediment, is gebeurd.

Het water van een rivier neemt van nature stenen, grind en zand mee en zet het benedenstrooms af. Maar de aanlevering van stenen, grind en zand wordt steeds minder. Dat komt onder meer door de winning van zand en grind als bouwstof en doordat we de meanderende rivieren op plekken in Duitsland en Nederland in een vast rivierbed hebben gedwongen.

Ook vindt er versterkte bodemerosie plaats door rivierversmallingen in de vorige eeuw. De krachtige stroming van de rivier voert zand en grind van de rivierbodem weg. Dit zorgt voor bodemdalingen.

Proef sedimentsuppletie Boven-Rijn

De verwachting is dat we het natuurlijke proces van de aanvoer van zand, grind en stenen hebben kunnen nabootsen, door het sediment toe te voegen. Dit komt neer op een totaal van 70.000 m3 grind. Zo zetten we de daling van de rivierbodem stop. Dit is nodig om de rivieren op lange termijn bevaarbaar te houden.

De komende jaren onderzoekt Rijkswaterstaat of deze manier van rivieronderhoud daadwerkelijk bodemdaling tegen kan gaan. Hierbij werken we samen met onze Duitse zusterorganisatie Wasserstrassen- und Schifffahrtsamt Duisburg-Rhein. In Duitsland wordt deze techniek, sedimentsuppletie in rivieren, namelijk al regelmatig toegepast.

Nederland heeft hier nog weinig praktijkervaring mee. Door bij deze proef het effect te meten, leren we meer over de techniek.

In 2016 hebben we over hetzelfde traject op de Boven-Rijn (2,5 km lang en 150 m breed) 70.000 m3 gesuppleerd, een 30 cm dikke laag van grind en graniet.

Naast grind gebruikten we toen graniet, omdat het vanwege zijn zeer lichte radioactieve straling goed te volgen is met meetapparatuur. Maar graniet is een veel kostbaardere grondstof. Bovendien weten we nu dat grind op dezelfde manier reageert als graniet, zodat we de bewegingen daarmee net zo goed kunnen volgen. Daarom gebruikten we in 2019 alleen grind.

Eindevaluatie

De sedimentsuppleties van 2016 en 2019 zijn na uitvoering intensief gemonitord. Dit monitoringsprogramma is in juni 2022 afgerond. In augustus 2022 is Deltares in opdracht van Rijkswaterstaat gestart met een uitgebreide analyse van de ingewonnen data.

Deze eindevaluatie moet inzichtelijk maken welk effect we met suppletie kunnen bereiken, welke neveneffecten daarbij optreden en wat we van de proef kunnen leren voor nieuwe suppleties in de Boven-Rijn of in andere trajecten. Specifiek moeten daarbij de volgende vragen worden beantwoord:

  • Hoe en met welke afwegingen zijn de suppleties in 2016 en 2019 ontworpen en gemonitord?
  • Hoe en met welke afwegingen zijn beide suppleties uitgevoerd en wat kunnen we daarvan leren?
  • Welke effecten zijn door de suppleties opgetreden en wat kunnen we nog verwachten?
  • Wat is de impact van deze effecten voor de rivierfuncties?
  • Wat kunnen we hiervan leren voor ontwerp, uitvoering en monitoring van nieuwe suppleties, ook in andere trajecten van de Rijntakken?

Het eindrapport wordt mei 2023 opgeleverd.

Zie ook