Watermanagementcentrum Nederland

Het Watermanagementcentrum Nederland (WMCN) is hét centrum voor kennis en informatie over het Nederlandse watersysteem. Binnen het WMCN werken Nederlandse waterbeheerders samen op regionaal en landelijk niveau. Het WMCN draagt bij aan een uniform en optimaal beheer van het watersysteem in Nederland.

Watermanagementcentrum Nederland

Het WMCN houdt zich onder meer bezig met:

Vanuit het WMCN werkt Rijkswaterstaat nauw samen met het KNMI, waterschappen, provincies, veiligheidsregio’s en kennisinstituten. Door de bundeling van kennis en expertise kan het WMCN zijn taken zorgvuldiger en efficiënter uitvoeren, ook in bijzondere of extreme situaties. Het resultaat: meer en betere berichtgeving en verwachtingen. Professionals hebben 1 aanspreekpunt voor zaken op het gebied van actuele waterinformatie en waterbeheer. Onze contactgegevens vindt u op de contactpagina van het WMCN.

Water managen? Hoe doen wij dat?

Hieronder vindt u een korte video waarin medewerkers van het Watermanagementcentrum Nederland, het KNMI en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier vertellen hoe zij door samen te werken Nederland veilig houden bij hoogwatersituaties.

Pieter Janssen, Rijkswaterstaat: “In Nederland leeft ruim de helft van de bevolking beneden zeeniveau en een overstroming kan altijd gebeuren. En bovendien de zeespiegel stijgt, de bodem daalt en het klimaat wordt grilliger, meer buien en heftiger stormen. Het Watermanagementcentrum Nederland is een cruciale schakel om bescherming te bieden bij hoogwater, bij stormen en stormdreiging. Vanuit het Watermanagementcentrum, hier in Lelystad waarschuwen we als de situatie met storm en buien dusdanig heftig wordt dat maatregelen noodzakelijk zijn. Rijkswaterstaat, waterschappen, gemeenten, ook veiligheidsregio’s nemen allemaal maatregelen en iedereen kan daarbij rekenen op de adequate informatie van het Watermanagementcentrum.” Jan Kroos, Rijkswaterstaat “Continu monitoren we de waterstanden langs de kust, de grote rivieren en de meren. Zo hier bijvoorbeeld bij Hoek van Holland daar zien we vanmiddag een piek optreden. Die piek die zagen we zo’n 8 dagen geleden ook al in onze lange termijn verwachtingen. Onze verwachtingen zijn gebaseerd op de verwachtingen die het KNMI maakt. Die uitkomsten van die modellen die stoppen wij in onze modellen en op basis daarvan geven we dan de verwachtingen uit.” Laura van der Blij, KNMI “Het KNMI die levert dagelijks weersverwachtingen die gebruikt worden voor de waterstanden. Echt spannend kan het worden op het moment dat er een noordwesterstorm staat van windkracht 9 of hoger. Dan waait al het water richting Nederland en kunnen de waterstanden heel hoog komen. Zeker als het springtij is. In dat geval gaat er iemand van het KNMI richting Lelystad om in het crisisteam intensief te overleggen over het weer en de waterstanden.” Mariska Schoo, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier “Zodra wij een eerste melding binnenkrijgen, gaan wij bekijken welke maatregelen er nodig zijn binnen het gebied van ons waterschap. Zo kunnen wij de dijkdoorgangen sluiten, bijvoorbeeld bij Den Oever. Bij een waterstand verwacht boven 2 meter 40 moeten we voorkomen dat het water het dorp in stroomt. Maar we sluiten ook gemalen, sluizen, inlaten en we kunnen zelfs patrouilles instellen om de dijken te laten inspecteren op eventuele schades, zodat we die snel kunnen herstellen.” Harold van Waveren, Rijkswaterstaat “Neem bijvoorbeeld de decemberstorm van 2013. Hier zien we het windveld wat daarbij hoort. Het was echt een zware storm. En we verwachtten duidelijk hoge waterstanden. Het hoogste sinds de ramp van 1953. En dat bleek ook daadwerkelijk uit te komen. Sterker nog, in het noorden van het land bij Delfzijl, hadden we waterpeilen die opliepen tot 4 meter 80. We hebben die informatie snel, adequaat doorgegeven aan het waterschap zodat zij de juiste maatregelen konden nemen. Visa versa kregen wij die informatie weer terug zodat wij een goed landelijk waterbeeld konden maken. Zo werken wij samen aan de bescherming tegen overstromingen van Nederland.”