Tunneldoseren: filevrije tunnels

Tunneldosering is een maatregel, waarbij we het aantal voertuigen beperken dat een tunnel inrijdt. Dat doen we uit veiligheidsoverwegingen.

Een tunnel is een gesloten bouwwerk en iedere tunnel van Rijkswaterstaat heeft daarom goede voorzieningen en vluchtdeuren voor het geval er iets fout gaat. Toch willen we voorkomen dat er een file in een tunnel ontstaat.

Waarom en hoe?

In sommige situaties willen we dat er minder verkeer de tunnel in rijdt en gaan we het verkeer 'doseren'. Bekijk onderstaande animatie om te zien hoe dit tunneldoseren precies in zijn werk gaat.

VOICE-OVER: Misschien hebt u, bij het naderen van een tunnel weleens een matrixbord gezien met het woord 'tunneldoseren' en vroeg u zich af wat dat betekent en waarom u dan langzamer moet rijden of zelfs stilstaat. (Een animatie.) Tunneldoseren is een maatregel waarbij we het aantal voertuigen dat een tunnel inrijdt, beperken. Dat doen we uit veiligheidsoverwegingen. Natuurlijk zijn onze tunnels uitgerust met goede veiligheidsvoorzieningen. Zolang het verkeer in een tunnel doorrijdt kunnen we hiermee de veiligheid van weggebruikers voldoende garanderen. Zelfs bij het ergst denkbare scenario: brand in een tunnel. Maar staat er in een tunnel een file, dan nemen de risico's bij brand toe. Bij brand blazen de tunnelventilatoren de rook en de hitte in de rijrichting de tunnel uit. Dat werkt alleen als er voorbij de brand geen file staat omdat anders alle mensen in deze file in de rook komen te staan. Daarom zorgen we er bij een aantal file-gevoelige tunnels voor dat het verkeer niet stil komt te staan in de tunnel. (Beeldtekst: Tunneldoseren. Zo werkt het.) Onze verkeersleiders in de verkeerscentrale houden via camera's het verkeer op de weg in en rondom de tunnel goed in de gaten en dat doen ze 24 uur per dag. Ziet een verkeersleider voorbij een tunnel een file ontstaan, dan grijpt hij in. Hij verlaagt de maximumsnelheid op de snelweg voor de tunnel en in de tunnel zelf sluit hij bijvoorbeeld een rijstrook af. Dat doet hij om te voorkomen dat de file in de tunnel komt. Soms, als het echt nodig is, sluit hij alle rijstroken af. Zo ontstaat er een gat in de file op de plek van de tunnel. Als de file voorbij de tunnel oplost zet de verkeersleider de rijstroken weer op groen en kan de snelheid omhoog. U kunt dan weer veilig en vlot door de tunnel rijden. (Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Rijkswaterstaat. Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het beeld wordt geel met wit. Beeldtekst: Meer informatie? Kijk op rijkswaterstaat.nl.) RUSTIGE MUZIEK DIE WEGEBT

Veiligheid voorop

Indien er vlak na of in de tunnel een file dreigt te ontstaan, wordt de tunneldosering ingeschakeld. Met behulp van verkeersmanagement systemen wordt er voor gezorgd dat de file niet in maar vóór de tunnel komt te staan. Het verkeer rijdt daarna gedoseerd door de tunnelbuis. Natuurlijk zijn onze tunnels uitgerust met goede veiligheidsvoorzieningen.

Zolang het verkeer in een tunnel doorrijdt, kunnen we hiermee de veiligheid van weggebruikers voldoende garanderen. Zelfs bij het ergst denkbare scenario, brand in een tunnel. Staat er in een tunnel echter een file, dan nemen vooral bij brand de risico’s toe.

Bij brand blazen de tunnelventilatoren de rook en hitte in de rijrichting uit de tunnel. Dat werkt alleen als er voorbij de brand geen file staat, omdat anders alle mensen in deze file in de rook komen te staan. Daarom zorgen we er bij een aantal filegevoelige tunnels voor dat het verkeer niet stil komt te staan in de tunnel.

Waar en wanneer

Bij de volgende tunnelcomplexen wordt momenteel tunneldoseren toegepast: de Leidsche Rijntunnel (A2), 1e en 2e Coentunnel (A10), Ketheltunnel (A4), Roertunnel (A73), Swalmentunnel (A73) en Koning Willem-Alexandertunnel (A2/N2). Het verschilt per tunnel wanneer de tunneldosering wordt ingesteld.

Tunneldosering bij bijvoorbeeld de Leidsche Rijntunnel wordt volgens de protocollen gestart zodra een file de tunneluitgang tot op 2.000 m nadert. Een filevrije-zone is hier noodzakelijk zodat, in het geval van een calamiteit in de tunnel, het verkeer alsnog de tunnelbuis uit kan rijden.