Interview

Diarreeremmers en de strijd om schoon en gezond water

Gepubliceerd op: 22 april 2021, 10.44 uur - Laatste update: 22 april 2021, 10.56 uur

De kwaliteit van de waterbodem van verschillende Nederlandse wateren kan verbetering gebruiken. Sanering ligt voor de hand, maar is niet altijd de juiste manier om tot duurzame verandering te komen Daarom werkt Rijkswaterstaat hard aan een innovatieve oplossing. Brengt een diarreeremmer uitkomst?

Rijkswaterstaat zorgt niet alleen dat er schepen kunnen varen op onze rivieren en kanalen. Ook nemen we maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren, zodat planten en dieren in het water kunnen leven. Maar, zo legt Arjen Kikkert, senior adviseur water bij Rijkswaterstaat uit: ‘Dat gaat nog niet zo makkelijk. De bodem van verschillende wateren is op een aantal locaties namelijk aan verbetering toe. Hier is de waterbodem zelf een bron van verontreiniging voor het water en de organismen die in de bodem en het water leven. En dat is natuurlijk niet goed voor de ecologische waterkwaliteit. Daarom werken we hard aan een innovatieve oplossing. Onderzoek laat zien dat actief kool, vergelijkbaar met diarreeremmer Norit in poedervorm, mogelijk kan helpen.’

Prachtige eigenschap

Hoe zit dit dan precies? Kikkert legt uit dat Wageningen Marine Research (WMR) in opdracht van Rijkswaterstaat onderzoek heeft gedaan naar mogelijke oplossingen voor de verontreiniging. ‘Sanering van de bodem is een voor de hand liggende optie. Maar dat is erg duur en niet echt duurzaam. Daarom heeft WMR gekeken naar het gebruik van actief kool.’ Onderzoeker Michiel Kotterman van WMR vervolgt: ‘Actief kool heeft namelijk de prachtige eigenschap dat het andere stoffen sterk aan zich bindt, waardoor deze stoffen zich niet meer verspreiden. Norit, dat ook uit actief kool bestaat, werkt op dezelfde manier. Het zou fantastisch zijn als dit principe ook in natuurlijk water blijkt te werken.’

Buitengewone resultaten

In het verleden zijn al laboratoriumproeven én veldtesten gedaan met de toepassing van koolstof bij verontreiniging van de waterbodem. ‘De uitkomsten waren veelbelovend, maar de stap naar toepassing in de rijkswateren is nog niet gezet’, aldus Kotterman. ‘Daar zijn wij mee aan de slag gegaan. We hebben op verschillende locaties monsters van de verontreinigde waterbodem verzameld. In het laboratorium hebben we getest of actief kool inderdaad de verontreinigingen bindt. De resultaten waren buitengewoon: het toevoegen van 3% actief kool bleek genoeg om ruim 99% van de onderzochte verontreinigingen te binden.’

Zeepieren

De volgende stap was om na te gaan of toevoeging van actief kool er ook voor zou zorgen dat verspreiding van de verontreiniging via het water én opname van verontreinigingen door organismen zou stoppen. WMR heeft daarom vervolgproeven gedaan met zeepieren. ‘Deze beestjes leven begraven in het sediment en eten organisch bodemmateriaal met verontreinigingen’, legt Kotterman uit. ‘Door zeepieren toe te voegen aan de bodemmonsters met en zonder actief kool hebben we onderzocht of dit invloed heeft op de hoeveelheid verontreiniging die de zeepieren opnemen. Dat hebben we gedaan door hun poepjes te onderzoeken.’ De resultaten waren opnieuw positief. Kotterman: ‘De verontreiniging in de zeepieren die in een aquarium met verontreinigde bodem én actief kool hadden gezeten, bleek niet hoger dan in de pieren uit een volledig schoon aquarium. Maar in de zeepieren uit de aquaria met verontreinigde bodem, waaraan geen kool was toegevoegd, was de concentratie verontreiniging juist enorm hoog.’

Vervolgonderzoek in fases

De eerste resultaten zijn goed, maar daarmee zijn we er nog niet, aldus Kikkert. ‘In 2021 onderzoeken we het effect in experimentele ecosystemen. Dat zijn grote watertanks, waarin we naast een laag waterbodem ook zeepieren, schelpdieren, kreeftachtigen en kleine vissoorten toevoegen. Bij positieve onderzoeksresultaten willen we daarna proeven doen op een aantal buitenlocaties.’ Hij besluit: ‘Het zou fantastisch zijn als dit uiteindelijk leidt tot het toepassen van actief kool in de praktijk. En dat we zo op innovatieve wijze bijdragen aan de verbetering van de waterkwaliteit.’