Verbinden natuurgebieden

Veel natuurgebieden zijn versnipperd door de aanleg van kanalen, spoorwegen en autowegen er dwars doorheen. Dat betekent dat veel dieren vastzitten in een onnatuurlijk klein leefgebied.

Het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) had als doel de verbindingen tussen de natuurgebieden te herstellen. Bijvoorbeeld door de aanleg van ecoducten en wildtunnels.

Dieren die in een te klein gebied leven, vinden vaak niet genoeg voedsel, of lopen het gevaar overreden te worden. Voor het natuurlijk evenwicht is het belangrijk dat verschillende diersoorten zich vrij kunnen bewegen tussen bos-, weide- en watergebieden. Denk aan dieren als reeën, dassen, wilde zwijnen of egels en vleermuizen, maar ook dieren als kikkers, salamanders, en hazelwormen.

Rijkdom aan dier- en plantsoorten

Het natuurbeleid is vooral gericht op het behouden en verbeteren van de biodiversiteit. Dat betekent een gevarieerde natuur met een rijkdom aan verschillende plant- en diersoorten. Een dergelijke natuur is ook minder kwetsbaar.

Een belangrijke pijler daarbij is de vorming van een Ecologische Hoofdstructuur (EHS) in 2018. Een netwerk waarmee alle natuurgebieden in Nederland op elkaar aangesloten zijn, en ook aansluiten bij die van de buurlanden.

Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO)

Via het MJPO zijn in totaal meer dan 500 maatregelen genomen om natuurgebieden met elkaar te verbinden. Daaronder vallen ecoducten, maar ook dassentunnels, 'boombruggen' en ecoduikers (voor waterdieren). Met andere woorden: allemaal oplossingen waardoor dieren over of onder een weg door kunnen.

Bij het MJPO zijn veel organisaties betrokken: verschillende overheden, ProRail, waterschappen en natuurbeschermingsorganisaties. Rijkswaterstaat heeft met het MJPO te maken vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de rijks- en vaarwegen.

Meer weten over ontsnippering? Op de website Ontsnippering vind je antwoorden op de meest gestelde vragen.

Geen nieuwe obstakels voor dieren

De (spoor)wegen en kanalen die nu nog obstakels vormen voor het dierenleven, zijn vooral in de jaren 70 en 80 aangelegd. Tegenwoordig wordt er bij de aanleg van wegen rekening mee gehouden dat dieren de weg nog wel kunnen oversteken. Dit is vastgelegd in de tracéwet.