Kwelders en duinen

Kwelders zijn te vinden op de grens van land en zee. Het zijn begroeide, buitendijks gelegen, zoute of brakke gebieden die bij laagwater droog liggen en bij hoogwater kunnen overstromen. Kwelders worden in het kustgebied vaak begrensd door duinen.

Het zijn bijzondere gebieden met vaak zeldzame flora en fauna. Niet alleen beschermt Rijkswaterstaat een groot deel van deze gebieden, ook worden ze landelijk gemonitord.

Informatiebehoefte

De kaders voor de monitoring van kwelders worden gevormd door de Kaderrichtlijn Water (KRW), de Kaderrichtlijn Marien (KRM) en de Habitat Richtlijn/Natura 2000 (HRL/N2000/PAS).

Daarnaast zijn er afspraken gemaakt in de riviercommissies om de gegevens die voor de KRW en KRM worden verzameld te rapporteren en met elkaar uit te wisselen. Die afspraken behelzen geen extra monitoring.

Kweldervegetatietypen maken deel uit van de KRW-beoordelingssystematiek. Vegetatietypen zijn ook de belangrijkste component van een N2000-habitattype. Het areaal, de ligging en de kwaliteit van habitattypen zijn belangrijke toetsingscriteria voor het behalen van instandhoudingsdoelen N2000. Habitattypekaarten worden gebruikt voor toetsing van het HRL-beleid, N2000 beheerplannen en de uitvoering van de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof).

Het onderdeel duinkartering binnen het MWTL-monitoringsprogramma is tot 2015 standaard volgens de Grove strandaard typologie (GST) uitgevoerd. Bij het uitvoeren van een kartering volgens de GST wordt alleen informatie t.a.v. horizontale en verticale vegetatiestructuur o.b.v. luchtfoto-interpretatie bepaald. Voor sommige projectgebieden binnen het programma wordt sinds 2015 het duinareaal vegetatiekundig gekarteerd. In de komende tijd wordt nader uitgewerkt wat RWS structureel aan duinen zal karteren (t.b.v. N2000).

Operationele eisen en parameters

De KRW stelt geen eisen aan de ruimtelijke dekking en frequentie, maar er moet wel op basis van gegevens eens in de 6 jaar een uitspraak kunnen worden gedaan over veranderingen in een periode van 12 jaar, om te beoordelen of KRW-doelen van behoud en herstel (ecologische toestand) worden gehaald.

N2000: Nederland heeft voor de bepaling van habitattypekwaliteit gekozen voor een beoordeling op basis van 4 parameters: vegetatietypensamenstelling, voorkomen van typische soorten, abiotiek en overige kenmerken van structuur en functie. Rijkswaterstaat voert een vegetatiekartering uit (VEGWAD programma) en monitort aanvullend de af- of aanwezigheid van typische soorten op N2000-gebiedsniveau, bijvoorbeeld in het hele kwelderareaal van Schiermonnikoog.

Meetstrategie

De gegevens worden ingewonnen door luchtfoto-interpretatie en veldbezoek. Voor de PAS-gebieden wordt dit aangevuld met een jaarlijks veldbezoek volgens een vastgesteld protocol voor kwalitatieve beoordeling op zicht. De meetstrategie staat in deze samenvattende tabel.

Startjaar

Vegetatietypen 1996, habitattypen rond 2008 (Voordelta)

Databeheer en ontsluiting

Ontsluiting van de GIS gegevens via kaarten vindt plaats via de RWS Geodatabase. Deze is te bekijken via Geoweb . Voor een algemene toelichting op de werking van Geoweb, zie de handleiding Geoweb.

Wanneer u zelf wilt beschikken over de vegetatiekaarten in een GIS omgeving, dan kunt u de datasets vinden en dowloaden in het dataregister