Doelen en resultaten

In het project Aanpak Vaarweg Maastricht verruimt Rijkswaterstaat de invaart van het Julianakanaal. Zo verloopt de overgang van Maas naar het kanaal veiliger voor grotere (klasse Vb) schepen die gebruikmaken van dit deel van de Maasroute.

Verruimen invaart Julianakanaal

Bij een hogere stroomsnelheid van de Maas kan bij het in- en uitvaren van het Julianakanaal een gevaarlijke situatie ontstaan. Als een schip met een hoge snelheid een kanaal met een lagere stroomsnelheid invaart, is er niet genoeg ruimte voor het water om aan de zijkant van het schip terug te stromen. Het water heeft dan een zuigende werking op de voorkant van een schip, richting de bodem. We noemen dit een squat.

Daarom verruimen we de invaart van het Julianakanaal en maken daarmee een geleidelijke overgang voor schepen van de Maas naar het kanaal. Zo ontstaat er meer ruimte voor het water om langs het schip terug te stromen. Schepen kunnen op die manier veilig het Julianakanaal in- en uitvaren.

Omgevingswet en participatie

Rijkswaterstaat voert dit project uit volgens de richtlijnen van de Omgevingswet. Participatie is hierbij belangrijk. De omgeving heeft de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, andere mogelijkheden aan te dragen voor het project.

Een onafhankelijk ingenieursbureau beoordeelt de aangedragen mogelijkheden. Als deze een kans van slagen hebben, worden ze in samenwerking met de omgeving verder uitgewerkt. Door op deze manier te werk te gaan, zorgen we ervoor dat de aanpassing van het Julianakanaal aansluit bij de wensen van de mensen die erbij betrokken zijn.