4 jaar De Bouwagenda: basis is gelegd, nu verder doorpakken
Na 4 jaar is er een eind gekomen aan De Bouwagenda, het programma waarin alle geledingen van de bouw hebben samengewerkt om de sector klaar te stomen voor grote maatschappelijke opgaven. Er is in die jaren een mooie basis gelegd, maar er moet ook nog veel gebeuren, zo bleek tijdens de slotbijeenkomst op 18 maart 2021.
De bouw speelt een sleutelrol bij het duurzamer, klimaatbestendiger en circulair maken van Nederland. Daarom hebben overheid, kennisinstellingen, markt en belangengroepen 4 jaar geleden De Bouwagenda opgesteld. Doelen waren betere samenwerking, versnelling en opschaling, meer innovatie en productiviteit, gebruik van slimme ICT- en datatoepassingen en een excellente opleidings- en onderwijsinfrastructuur. Rijkswaterstaat was nauw betrokken bij de oprichting van de Bouwagenda: Jan Hendrik Dronkers was in zijn toenmalige functie als directeur-generaal van Rijkswaterstaat een van de founding fathers.
Balans opgemaakt
Na 4 jaar stopt De Bouwagenda als breed programma voor de bouwsector. Op de slotbijeenkomst werd de balans opgemaakt. Conclusie: er zijn mooie initiatieven ontplooid. Denk aan de oprichting van het Bouw en Techniek Innovatiecentrum (BTIC), de DigiDeal voor de Gebouwde Omgeving (DigiDealGO), de sectorbrede samenwerking bruggen (samen met De Bouwcampus) en een Transitieagenda circulaire bouweconomie. Tegelijkertijd moet er ook nog veel gebeuren, aldus betrokkenen, zoals programmadirecteur Etty Schippers en voorzitter Bernard Wientjes. Directeur-generaal van Rijkswaterstaat Michèle Blom, is het hiermee eens: ‘De Bouwagenda past goed in het algemene klimaat van bewustwording van de noodzaak tot verduurzaming. Dat besef is de afgelopen 4 jaar duidelijk toegenomen.’
De inzichten, opbrengsten, tegenvallers en successen van 4 jaar Bouwagenda zijn opgetekend in een online einddocument met 16 prikkelende adviezen. Een van die adviezen richt zich op het verder stimuleren van innovatie. Ook voor Rijkswaterstaat is dit zeer belangrijk, benadrukt Blom. ‘Voor onze opgave is het noodzakelijk dat we innovaties opschalen en herhalen. Het BTIC vormt het vliegwiel voor de ontwikkeling van innovaties. Het opschalen en herhalen van innovaties loopt via De Bouwcampus. Zij brengen partijen in de keten bij elkaar en kunnen transities versnellen aan de hand van concrete vraagstukken, zoals circulaire viaducten.
Onder de vlag van De Bouwcampus zijn Rijkswaterstaat en de provincie Noord-Holland bijvoorbeeld bezig met het in de markt zetten van de renovatie of vernieuwing van 4 Noord-Hollandse bruggen. Blom: ‘Dat doen we volgens de portfolio-aanpak, waarbij we vergelijkbare projecten contractueel bundelen. Hiermee krijgen marktpartijen voldoende volume en voorspelbaarheid om rendabel te innoveren in de projecten.’
Verduurzaming infrasector
Rijkswaterstaat heeft de afgelopen 4 jaar zelf ook belangrijke stappen gezet op weg naar een meer structurele, langjarige benadering om de infrasector te verduurzamen. Dit heeft geleid tot het plan van aanpak ‘Op weg naar een vitale infrasector’, waarin we samen met marktpartijen toewerken naar een vitale infrasector, die duurzaam, innovatief en financieel gezond is en waarbij er sprake is van beheerste risico’s. Verder stelt Rijkswaterstaat zich bij innovatieprojecten op als launching customer: Rijkswaterstaat is de eerste partij die innovaties grootschalig inkoopt en toepast.