De samenwerking tussen Rijkswaterstaat en marktpartijen bij de vernieuwing van het selectiebeleid bij aanbestedingen in de Grond, Weg, en Waterbouw (GWW) werpt zijn vruchten af. Dat bleek tijdens het webinar ‘Monitoring selectiebeleid’ op 2 februari 2021. ‘We luisteren echt naar elkaar en houden elkaar scherp. Zo kunnen we samen de tenderpraktijk verder optimaliseren.’
Het nieuwe selectiebeleid voor GWW-aanbestedingen is toegespitst op verschillende marktsegmenten en wordt sinds 2019 geleidelijk ingevoerd. Verbeteringen hebben betrekking op 3 thema’s: kerninformatie verbeteren en uitbreiden, verbetering van de selectiemethoden en de vormgeving van prestatiemetingen. In een drukbezocht webinar gingen marktpartijen en Rijkswaterstaat met elkaar in gesprek over de ervaringen in de praktijk en de kansen om verder te verbeteren.
Meer inzicht en transparantie
In het kader van het nieuwe selectiebeleid verbetert Rijkswaterstaat de informatievoorziening rond de inkoopplanning. Zo wordt voor grotere aanbestedingen een factsheet gemaakt. Marktpartijen zijn positief hierover, zo bleek tijdens het webinar: ‘De factsheet geeft veel inzicht en helpt enorm in de planbaarheid van het werk. Ook de openheid en transparantie is prettig.’ Hoewel de betrouwbaarheid van de inkoopplanning is verbeterd, is meer zekerheid volgens de markt wenselijk. ‘De planning verschuift nog weleens. Het zou al fijn zijn als beter zichtbaar wordt wanneer projecten schuiven of welke factoren onzeker zijn. En vooral waaróm, dat geeft context en helderheid.’ Dat herkent Arnold Breur, senior adviseur inkoopstrategie bij Rijkswaterstaat: ‘Langer dan een jaar vooruitkijken blijft een uitdaging en dat is een van de punten waar we komende tijd verder mee aan de slag gaan.’ Of de markt in de praktijk nu ook echt specifieker en selectiever inschrijft op aanbestedingen, is volgens Breur nog niet te zeggen. ‘Daarvoor is het echt nog te vroeg.’
Vroegtijdig in gesprek over de inhoud
Dilemma’s rondom prestatiemeten
De ontwikkeling van performancemanagement in contracten en toepassing in de nieuwe portfolioaanpak levert nog de nodige dilemma's op, vertelt Harry Zondag, strategisch adviseur baggermarkt bij Rijkswaterstaat. Zo worden bedrijfskwartaalscores en uitvoeringsperformances nog steeds verzonden, maar niet meer toegepast in de selecties. Het is de vraag of de kosten nu nog opwegen tegen de baten. Een groot deel van de marktpartijen vindt de rapportages wel degelijk van waarde. ‘Het is goed om te weten hoe je ervoor staat tegenover con-collega’s, het houdt je scherp en het levert goede gesprekken op.’ Anderen hebben minder behoefte aan dat inzicht, zolang ze hun eigen feedback maar ontvangen. ‘Als wij een 7 hebben en een ander 9, willen we ineens een 10. Dan gaat het uiteindelijk meer om de cijfers dan om samenwerking.’ Daarnaast wordt de waarde van soft skills benadrukt. ‘Harde KPI’s zijn nodig, dat houdt prestatiemetingen zuiver. Maar soft skills moeten ook meetellen; zaken als feedback geven en goede gesprekken kunnen voeren zijn essentieel om goed met hard skills om te gaan.’ Alle reacties worden verzameld en waar mogelijk meegenomen in de vervolgstappen, aldus Zondag. ‘We staan aan het begin van de leercurve en jullie bevindingen zijn hierbij van grote waarde.’
We luisteren echt naar elkaar
In het hele proces rondom het vernieuwde selectiebeleid staat samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer centraal, vertelt Max van Heijst, plaatsvervangend directeur Inkoop en contractmanagement bij Rijkswaterstaat: ‘Vanaf het prille begin, toen het nieuwe beleid nog vorm moest krijgen, tot dit moment, waar we toetsen hoe zaken in de praktijk werken, heeft de dialoog met de markt centraal gestaan. We luisteren echt naar elkaar, en dat maakt het selectiebeleid alleen maar sterker.’ Tegelijkertijd stelt hij dat dat er altijd sprake zal zijn van een spanningsveld tussen een duurzaam concurrerende markt met voldoende ruimte voor nieuwe toetreders aan de ene kant en maatschappelijk acceptabele transactiekosten (tenderkosten) aan de andere kant. ‘Het gaat om het vinden van die balans. Daar kunnen we niet omheen. Maar het is aan ons als Rijkswaterstaat om aanspreekbaar te zijn en open te blijven staan voor verandering. En dat is precies waarom de dialoog zo’n centrale rol speelt in dit hele traject.’
Samen versneld stappen zetten
Samenwerking tussen Rijkswaterstaat en de markt blijft bij de verdere ontwikkeling van het marktbeleid voorop staan. Onder de noemer Taskforce Infra 2.0 zijn alle projecten en ontwikkelingen die al gaande waren als onderdeel van de transitie naar een vitale infrasector ondergebracht in 8 werkgroepen. Iedere werkgroep bijt zich vast in een van de thema’s die op dit moment actueel zijn, waaronder ook de 3 thema’s van vandaag. Lennard Heij, directeur BAM Infra projecten en dagelijks bestuurslid van Koninklijke Bouwend Nederland, is als voorzitter van de infragerelateerde brancheverenigingen betrokken bij de Taskforce. ‘Brancheverenigingen en bedrijven werkten al intensief samen met Rijkswaterstaat, maar binnen de Taskforce doen we dit voor het eerst namens de hele sector. Dat maakt de samenwerking nog intensiever en beter.’ Ook Tastforce-lid en programmadirecteur Maarten Neelis is positief over de werkwijze en daadkracht van Tasforce: ‘We houden elkaar scherp en kunnen samen als sector versneld stappen zetten.’