In 2050 wil de Rijksoverheid volledig duurzaam en circulair werken. Dat betekent een minimaal gebruik van grondstof en maximaal hergebruik van materialen. Bij project Krib- en Oeververlaging Pannerdensch Kanaal (KOP) onderzoeken Rijkswaterstaat en Ploegam samen hoe die ambitie werkelijkheid kan worden. Technisch manager Aike van der Nat van Rijkswaterstaat vertelt.
Binnen het project Pannerdensch Kanaal: verlaging van kribben en oevers werken Rijkswaterstaat en aannemer Ploegam nauw samen om te bepalen hoe materialen hergebruikt kunnen worden. ‘We doen onderzoek naar de kwaliteit van materialen’, legt Van der Nat uit. ‘Bijvoorbeeld door te kijken naar de korrelgrootte van het aanwezige zand of de sterkte van de stortstenen in en van een krib. Zo bepalen we samen of we die materialen voor de nieuwe, verlaagde kribben kunnen hergebruiken. Als het nodig is, passen we het ontwerp aan om herbruikbaarheid mogelijk te maken.’
Op zoek naar duurzame alternatieven
Geotextiel is een van de materialen die onderzocht worden. Van der Nat: ‘Dat is een soort worteldoek, het zorgt ervoor dat het zand waaruit de kribben bestaan niet wegspoelt. Hoewel we met geotextiel makkelijk en snel kribben kunnen bouwen, scheurt het ook gemakkelijk. Als het in de schroeven van schepen terecht komt veroorzaakt dat schade. En als het dan afbreekt, draagt het ook weer bij aan de plastic soep. Totaal niet duurzaam dus.’
‘Een alternatief voor geotextiel is een dikke laag kleine steentjes over de zandkern, dit heeft namelijk hetzelfde effect. Of we gaan juist voor een ontwerp met extra dik en sterk geotextiel dat ook over 100 jaar nog hergebruikt kan worden. Wat het beste werkt, weten we nu nog niet.’
Inzicht in milieukosten
Ploegam/Tauw, de partij die het ontwerp voor Rijkswaterstaat maakt, moet inzicht geven in de milieukosten van de voorgestelde oplossingen om dit soort afwegingen goed te kunnen maken. Van der Nat: ‘We gebruiken daarbij een rekenmethode waarbij we allerlei milieueffecten meewegen. Soms kost het bijvoorbeeld veel energie en CO2-uitstoot om oude materialen opnieuw bruikbaar te maken. Zo berekenen we voor elke oplossing de milieukosten en bepalen we wat het beste is.’