De Waalbrug is niet alleen een onmisbare verbinding tussen Nijmegen en haar omgeving, maar ook de verblijfplaats van een aantal diersoorten. In allerlei hoeken en gaten van de brug kunnen broedvogels en vleermuizen een onderkomen vinden. En dat doen ze ook.

Het is dus zaak om de dieren zo min mogelijk te storen tijdens de renovatiewerkzaamheden. Want zowel Rijkswaterstaat als Team Waalbrug heeft ecologie hoog in het vaandel staan. ‘Niets is zo onvoorspelbaar als de natuur’, zegt ecoloog Jeroen Mos, die als adviseur ecologie in dienst is bij Aannemerscombinatie Team Waalbrug. Hij houdt daarom tijdens de renovatie van de Waalbrug voortdurend een vinger aan de pols als het gaat om het welzijn van de dieren in en rondom de brug.
‘Ik ben er trots op hieraan mee te mogen werken, zeker omdat ik deze brug zelf vaak gebruik'. En dus stond hij op een maandagochtend in mei onder de brug voor de nulmeting. Met een verrekijker in zijn hand, een oranje hesje aan en een veiligheidshelm op. ‘Niet dat het nou zo spannend is’, lacht Jeroen, ‘maar het hoort erbij. In de brug gaan hangen is wel gevaarlijk, maar dat doen we dan ook niet.’ Tijdens deze nulmeting keek de ecoloog vooral naar de aanwezigheid van nesten in de brug. ‘Een brug is een geschikte plek voor broedvogels, dus ik heb gekeken of en waar ze zitten. Met een verrekijker zie je dat vrij snel, zeker omdat de nesten uitstekende takjes hebben en je de vogels af en aan ziet vliegen.’
Verschillende broedseizoenen
Natuurliefhebber
Jeroen is een geboren natuurliefhebber en hij vertelt dan ook enthousiast. Ooit begon hij met een opleiding Dierverzorging. Dit mondde uit in een universitaire studie aan de Landbouwuniversiteit in Wageningen. Nu houdt hij zich vooral bezig met de combinatie van ecologie en infrastructurele projecten. ‘Ecoloog ben je niet van 9 tot 5 uur, maar altijd. Het zit in me. Zo houd ik me bijvoorbeeld ook nog bezig met de Stichting Kleine Marters Nederland.’ In en rondom de Waalbrug zag hij dus eigenlijk geen verrassingen. Wel een dwergvleermuis, die in de eerste pijler aan de stadskant woont. ‘We gaan deze vleermuis volledig ontzien. Daarnaast is er nog een vliegroute van vleermuizen aanwezig, vanuit het centrum onder de brug door bij de eerste pijler. Hier worden wel stellages gebouwd, maar we hangen deze niet af met doeken zodat de vleermuizen prima tussen de steigerpalen kunnen doorvliegen. Daarnaast houden we rekening met de belichting zodat de vleermuizen niet gestoord worden.’
Het komende jaar zal Jeroen wekelijks, en later tweewekelijks, de situatie monitoren. En eventueel de monitorplanning bijstellen. ‘Ik verwacht dat er niet veel zal veranderen, de brug is een stabiele omgeving. Maar zeg nooit nooit, want niets is zo onvoorspelbaar als de natuur.’