Nieuwsbericht

Onderzoeken naar de optimale kieropening voor trekvissen

Gepubliceerd op: 27 augustus 2021, 12.50 uur - Laatste update: 27 augustus 2021, 16.18 uur

De Haringvlietsluizen, beschermen sinds de aanleg begin jaren ‘70 Zuidwest-Nederland tegen hoogwater en zorgen voor zoet water. Maar de sluizen vormen voor vissen ook een barrière tussen de Noordzee en het Haringvliet.

Met het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen sinds 2019, stroomt er weer zeewater naar het Haringvliet. Trekvissen zwemmen met het zeewater mee naar binnen. Dat geeft een belangrijke impuls aan de internationale vismigratie en aan de ecologie van de Rijn-Maasdelta.

Wat wordt er onderzocht?

Om het zogenoemde kieren van de Haringvlietsluizen verder te optimaliseren, wordt veel onderzoek gedaan. Een van de onderzoeksporen is het onderzoek naar het visaanbod bij en in de Haringvlietsluizen. Doel van het onderzoek is bepalen of, wanneer en waar de meeste vissen door de sluisdeuren zwemmen. Hiervoor bekijken we het aanbod van vissen aan de buitenzijde van de Haringvlietdam en de intrek van vissen tijdens het kieren. Onderstaande video laat zien en vertelt hoe dat werkt.

ANIEL BALLA: We staan hier bij de Haringvlietsluizen. Nu staan we aan de rivierzijde en daar aan die kant zie je de zeezijde. De sluizen zijn dan de doorstroomopeningen tussen zee en rivier. VOICE-OVER: De Haringvlietsluizen beschermen Nederland tegen overstromingen en voeren gecontroleerd rivierwater af. Decennialang vormden ze niet alleen een harde barrière voor zout zeewater, maar ook voor trekvissen, zoals de aal, zalm en stekelbaars, die in onze rivieren willen opgroeien en zich hier voortplanten. Daar wilden we iets aan veranderen. Daarom zetten we sinds 2019 de sluisdeuren bij vloed op een kier. Miljoenen vissen van minstens 23 verschillende soorten zwommen inmiddels al met het zoute zeewater mee naar het Haringvliet. Om ons zoete drinkwater te beschermen kunnen we de sluisdeuren niet onbeperkt openzetten. De tijd die we hebben, willen we natuurlijk zo goed mogelijk benutten. Daarom onderzoeken we of, waar en wanneer de meeste vissen door de sluisdeur zwemmen. Bij drie verschillende sluisdeuren vangen we daarom vissen met kruisnetten. Dit herhalen we enkele keren gedurende de vloedperiode. Zo komen we te weten bij welke sluisdeur en op welk moment het het drukst is. Om erachter te komen of de vissen daadwerkelijk door de kier zwemmen, vangen we ze ook in de dam weer op met netten. Als we de vissen hebben gevangen, tellen we ze niet alleen, we bekijken ook welke soorten het zijn. We voeren dit onderzoek in totaal zeven keer uit in het voorjaar, de periode waarin de meeste vissen naar binnen willen zwemmen. Op basis van onze eerste waarnemingen lijken de meeste vissen zich aan de zuidkant van de Haringvlietsluizen te verzamelen. Dit gaan we de komende jaren verder onderzoeken, om de meest optimale kieropening te kunnen bieden voor vissen. (De onderzoekers zijn op het water.) Naar binnen trekken is ook belangrijk omdat vissen als de aal of de elft, die van nature in de Maas en de Rijn voorkomen, die wil je massaal terugzien in deze rivieren. Dus dat is het eindbeeld waar je naartoe wilt werken. (Het Nederlandse wapenschild met daarnaast: Rijkswaterstaat. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het beeld wordt geel met wit. Beeldtekst: Meer informatie? Kijk op Rijkswaterstaat.nl. Een productie van Rijkswaterstaat. Copyright 2021.) RUSTIGE MUZIEK DIE WEGEBT