Scheiden van belang

Belangenverstrengeling is een actueel thema. Dienstverleners en adviseurs (bijvoorbeeld ingenieursbureaus) verrichten werkzaamheden tegenwoordig zowel in opdracht van marktpartijen, als in opdracht van overheidsopdrachtgevers.

Het is noodzakelijk om op een zorgvuldige manier om te gaan met de integriteitsvraagstukken die uit zulke samenwerkingen kunnen voortvloeien. Bij een aanbestedingstraject kan er bijvoorbeeld sprake zijn van ontoelaatbare belangenverstrengeling, wanneer een onderneming die betrokken is bij de beoordeling van de inschrijvingen zich inschrijft.

Ook eventuele adviseurs, onderaannemers en leveranciers kunnen voorkennis hebben. Dat kan leiden tot concurrentievervalsing.

Nota Scheiding van Belang

Op 14 september 2007 stelden we de Nota Scheiding van Belang vast. Hierin staan richtlijnen en maatregelen om belangenverstrengeling tegen te gaan. De nota maakt onderscheid tussen verschillende situaties.

Situatie 1: voorkennis

Zo is denkbaar dat een onderneming voorkennis heeft, doordat men in de voorbereiding van een project onderzoek heeft gedaan. In de praktijk is het dan relatief eenvoudig om dit recht te trekken, door alle informatie waarover de desbetreffende partij beschikt openbaar te maken voor alle gegadigden.

Situatie 2: betrokken bij voorbereiding

Een andere situatie is dat een medewerker van een potentiƫle gegadigde eerder betrokken is geweest bij de voorbereiding van de aanbesteding. Potentiƫle gegadigden kunnen zich nog wel inschrijven, maar alleen als er tijdig maatregelen zijn getroffen.

De kennis van de medewerker in kwestie mag niet beschikbaar zijn voor de gegadigde zelf. De medewerker moet zijn afgeschermd door een beschermingsconstructie. Een voorbeeld van een maatregel in deze situatie is een belangenbeschermingsplan.