Onteigening

Voor het uitvoeren van projecten heeft Rijkswaterstaat soms grond nodig die eigendom is van particulieren of bedrijven. Dit gaat bijvoorbeeld over grond die nodig is voor de verbreding van een weg of voor de aanleg van een nevengeul van een rivier.

Hoe werkt onteigening?

Rijkswaterstaat zal eerst proberen om de grond in overleg met de eigenaar te kopen. Dat noemen we op een minnelijke manier verkrijgen. Lukt de koop niet, dan kan als laatste middel onteigening plaatsvinden.

De Omgevingswet schrijft voor hoe de overheid kan onteigenen. Onteigening is alleen mogelijk in het algemeen belang van het ontwikkelen, gebruiken of beheren van de fysieke leefomgeving.

Alleen onder strikte wettelijke voorwaarden mag de overheid onteigenen. Dat komt omdat eigendom een belangrijk recht is. Daartegenover staat dat de eigenaar recht heeft op een volledige schadeloosstelling (schadevergoeding).

Wettelijk kader

De juridische regeling is te vinden in de Omgevingswet.

De procedure

Onteigening gebeurt met toepassing van de onteigeningsprocedure. De procedure heeft 2 delen: de onteigeningsbeschikking en de schadeloosstellingsprocedure.

Een onteigeningsbeschikking voor een project van Rijkswaterstaat is een besluit van de minister van Infrastructuur en Waterstaat. De minister is dan het bevoegd gezag omdat het gaat om een project van nationaal belang. Voor andere projecten is de gemeenteraad, provinciale staten of het algemeen bestuur van het waterschap het bevoegd gezag dat de onteigeningsbeschikking neemt.

In de onteigeningbeschikking staat welke gronden onteigend worden en waarom dat nodig is. De beschikking treedt pas in werking als de bestuursrechter deze heeft bekrachtigd.

In de schadeloosstellingsprocedure wordt vastgesteld welke schade de overheid moet vergoeden aan de grondeigenaar of aan een andere rechthebbende zoals een huurder of een pachter. Deze procedure wordt gevoerd bij de civiele rechter.

Als eigenaar of belanghebbende voor uw belangen opkomen in een onteigening

Bent u eigenaar of een andere belanghebbende (bijvoorbeeld huurder of pachter) en bent u het er niet mee eens dat de gronden worden onteigend voor een project van Rijkswaterstaat? Dan kunt u dit aan de Minister laten weten door een zienswijze in te dienen over de ontwerp-onteigeningsbeschikking. Hoe u dat kunt doen staat in de brief die Rijkswaterstaat u hierover stuurt.

Als u zienswijzen indient, mag u de zienswijze mondeling toelichten. U kunt dat doen op een hoorzitting. Ook dat staat in de brief die Rijkswaterstaat u stuurt over de procedure. Daarna neemt de minister een definitieve onteigeningbeschikking.

De definitieve beschikking stuurt de minister naar u en naar de bestuursrechter bij de rechtbank om te bekrachtigen. Als u het ook met de definitieve beschikking niet eens bent, kunt u bedenkingen indienen bij de rechtbank. De rechtbank zal dan uitspraak doen en de beschikking wel of niet bekrachtigen. Tegen de uitspraak van de rechtbank kunt u vervolgens in hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Als u het niet eens bent met de hoogte van de schadeloosstelling die u is geboden, kunt u in de schadeloosstellingsprocedure bij de civiele rechter van de rechtbank procederen. Nadat de onteigeningsbeschikking is bekendgemaakt, kan Rijkswaterstaat de rechtbank verzoeken de schadeloosstelling vast te stellen.

De rechtbank roept u dan als belanghebbende op in deze procedure. U kunt dan schriftelijk verweer voeren met behulp van een advocaat.

Wanneer gaat de eigendom over?

In de laatste fase van de onteigeningsprocedure kan Rijkswaterstaat de notaris vragen om een onteigeningsakte op te maken. De notaris zal deze akte in de openbare registers (in de Basisregistratie Kadaster) inschrijven.

Daarmee gaat de eigendom over op Rijkswaterstaat. De notaris kan de onteigeningsakte pas opmaken als aan drie voorwaarden is voldaan:

  • de onteigeningsbeschikking is onherroepelijk (als er geen mogelijkheden meer zijn om hier als belanghebbende tegen op te komen);
  • het planologische besluit waar de onteigening op is gebaseerd (bijvoorbeeld een projectbesluit) is onherroepelijk, en;
  • de voorlopige schadeloosstelling is betaald.

Vragen over onteigening?

Maak gebruik van het contactformulier. Wilt u graag telefonisch een vraag stellen, neem dan contact op met de Landelijke Informatielijn via 0800-8002.